Restauratie
Vier jaar diepgravend onderzoek naar kleurgebruik in Sleutelstad
Monique Roseher - Grachtengroen en roomwit, het is een vertrouwde
kleurcombinatie op oude gevels. Onze binnensteden lagen er in het
verleden echter veel kleurrijker bij. Dat blijkt uit onderzoeken door
Vereniging Hendrick de Keyser, gemeenten als Dordrecht en Harderwijk
en nu het kleurenonderzoek van vier jaar in Leiden. Met een speciale
subsidie zijn al meer dan 150 gevels geschilderd in historische kleuren
als Poortenrood, Burchtsteen en Leidsgeel.
Geel behoorde vroeger tot de
populaire kleuren in Leiden
INZICHT GEVEN IN HET HISTORISCHE
kleurgebruik op gevels en dit palet vervolgens
weer terugbrengen in het stadsbeeld. Dat is het
doel van het in 2007 gestarte Leidse kleuren-
project. Het werd een boeiende speurtocht.
Welke kleuren genoten de voorkeur? Is er
een verband tussen kleurkeuze en bouwstijl?
En kun je wel spreken van een typisch Leids
kleurenpalet? Inmiddels zijn ruim 220 panden
onderzocht en meer dan 150 gevels in histo
rische kleuren geschilderd. De monumentale
binnenstad van Leiden komt zo letterlijk steeds
beter uit de verf.
Contrasten
Het kleurenpalet van de gebouwde omgeving
werd vroeger vooral bepaald door de gebruikte
bouwmaterialen: baksteen, hout en natuur
steen. Was een gewenst bouwmateriaal te
kostbaar, dan kwam de verfkwast goed van
pas om het te imiteren. Maar de kwast werd
voornamelijk gehanteerd voor het beschermen
en accentueren van bepaalde arehiteetuuron-
derdelen.
De kleurstelling werd dus vooral bepaald door
architecten en bouwmeesters. Zo lieten zij in de
Herstelde kleuren van de jaarsteen van de waag.
aanzetstenen, kozijnen, plinten en deuromkade-
ringen, koos de schilder grijsbruine en grijs
blauwe tinten met gemalen leisteen als basis.
m
Hollandse Renaissance oranje bakstenen gevels
optrekken, waarin de crèmewitte tot gele tinten
van zandstenen speklagen, sluit- en aanzet
stenen sterk contrasteren. De 18e eeuwse,
representatieve gevels geven een heel ander
beeld: ingenieus gemetseld in bijna paarsge-
tinte baksteen en met zeer dunne voegen ogen
zij als één monochroom vlak. Hoofdingangen,
gevelbekroningen en kozijnen werden daarin
wel geaccentueerd. In de meeste gevallen
waren ze van hout, maar beschilderd in natuur
stenen tinten.
Geel was een populaire kleur in Leiden. Om
zandsteen na te bootsen mengde de 'klad
schilder' - zoals de huisschilder toen werd
genoemd - okergeel met wit tot 'Bentemer cou
leur' en 'steengrauw', in allerlei gradaties. Met
een beetje okerbruin, zwart of rauwe omber
verkreeg je de tint van meer verouderde zand
steen. Voor het nabootsen of accentueren van
kostbaar hardsteen op bijvoorbeeld sluit- en
Het aanbrengen van een houtimitatie op de
winkelpui van Aalmarkt 18 in Leiden.
Foto Olga van der Klooster
Houtimitatie
Hout kon ook voor zichzelf spreken. Leiden
kende nogal wat huizen met ongeverfde houten
luiken, deuren en vensters, beschermd door
lijnolie, vernis of beits. In de verf zetten was
echter duurzamer. In de 17e, 18e en 19e eeuw
komen daarvoor bruine tinten in zwang, om
vervolgens in de 20e eeuw weer uit het straat
beeld te verdwijnen.
Het kleurenonderzoek bracht ook houtimitaties
aan het licht, dikwijls toegepast op deuren en
winkelpuien. De kwaliteit daarvan varieerde
nogal van eenvoudige vormen, waarbij de hout
soort niet herkenbaar was, tot bedreven imita
ties die niet van echt waren te onderscheiden.
In de 19e eeuw vond men houtimitaties vaak
mooier dan echt hout. Dit kon zelfs leiden tot
eikenhoutimitatie geschilderd op eikenhout!
Dit laatste was een doorn in het oog van latere
architecten. Zij stonden een 'eerlijk' materiaal
gebruik voor, en ageerden daarom fel tegen het
imiteren van bouwmaterialen met verf. Veel
Leidse gebouwen zijn als gevolg daarvan weer
ontdaan van hun pleister- en verflagen. Daarbij
16 Heemschut mei 2012
Mm
JS
lm
HP$d
De vergeten kleuren van Leiden