Behouden gaat
voor vernieuwen
Paleis Het Loo in Apeldoorn, de perfectie van
het laat-17e-eeuwse ontwerp weer zichtbaar
gemaakt.
zichtiger geworden. In 2008 heb ik een belang
rijk deel van de Prins Bernhard Cultuurfonds
Monumentenprijs die aan mij werd uitgereikt,
geschonken aan deze restauratie.'
Al vroeg in uw carrière raakte u betrokken bij
de restauratie van overzees erfgoed. Was dit
een grote stap, van Nederland naar de oud
koloniën?
'Nee, vele van mijn voorvaderen woonden
en werkten overzee. Ik bezit de reisverslagen
van mijn grootvaders grootvader, rechter
in Semarang, die in 1820 schreef: 'Na eene
reize van 116 dagen lagen we op de reede van
Batavia'. En mijn grootvader was zeeofficier.
Aan een uitspraak van hem, 'die mensen zijn
veel beschaafder dan wij' (over Indonesië), heb
ik in mijn contacten veel te danken gehad. Ik
zag mijn grootvader veel, want hij woonde later
dicht bij ons in Oost. Op zaterdag schaakten we
samen en hij vertelde over alle landen waar hij
geweest was. Mijn overzeese werk begon met
een uitnodiging van Suriname in 1962. Van het
ene land kwam het andere, tot en met Zuid-
Afrika, toen in 1991 na de opheffing van de
Apartheid de culturele contacten weer konden
worden hersteld.'
Mutual heritage
'Veel critici zagen het als neokoloniale bemoei
enis. Maar ik was juist gefascineerd door de
culturele inbreng van de mensen daar. In die
tijd, begin jaren zeventig, werd daar ook in
Delft, waar ik toen hoogleraar was, nogal
laatdunkend over gedaan. De sfeer op de
bouwkunde faculteit werd bepaald door een
groep Marxistische studenten. Wij moesten de
onderdrukte klasse dienen, en ons dus eigen
lijk allemaal met huisvesting bezighouden.
Toch ben ik altijd met heel veel plezier docent
geweest. Elk jaar waren er weer leuke, geïnte
resseerde studenten.'
Hoe staat het tegenwoordig met het onderzoek
naar het koloniale erfgoed7
'Men realiseert zich nu beter dat dit erfgoed
mede gevormd is door lokaal vakmanschap. In
Suriname bijvoorbeeld hebben de nazaten van
de slaven een grote rol gespeeld in de bouw.
Zij brachten een geweldige traditie mee in
het werken met hout. Er is nu ook een term
uitgevonden voor dat gedeelde erfgoed: mutual
heritage. Gelukkig maar, want sindsdien mag je
je er onbeschaamd in verdiepen.'
Kasteel De Cannenburch na de restauratie,
16e tot en met 20e eeuw. Foto Wouter Flagens
wikimedia
Nadat de Monumentenzorg in Nederland,
dankzij de invloed van de bekende dr. P.J.EI.
Cuypers (1827-1921), gedomineerd werd door
de Franse visie van E. Viollet-le-Duc (1814-
1879): 'restaureren is terugbrengen in de
(mogelijke) oorspronkelijke vorm en noodza
kelijke nieuwe elementen toevoegen in de stijl
van het object', bracht de markante dr. J. Kalf
(1873-1954) daarin verandering. Zijn stelling
was: 'behouden gaat voor vernieuwen en
toegevoegde nieuwe delen dienen harmonië
rend maar herkenbaar eigentijds ingepast te
worden'. Zijn opvatting berustte mede op de
publicaties van John Ruskin (1819-1900), die
al veel invloed hadden gehad op de Engelse
monumentenzorg. Een en ander werd vastge
legd in de Grondbeginselen en voorschriften
voor het behoud, de herstelling en de uitbrei
ding van oude bouwwerken. Het in 1964 in
internationaal verband vastgestelde Charter
van Venetië heeft in grote trekken dezelfde
uitgangspunten.
mei 2012 Heemschut 15