Nieuw energielandsehap overstijgt het kleinschalige landschap VT K Piet Arp - Het open Nederlandse landschap staat de komende jaren een nieuwe opmars van windturbines te wachten. En ze zijn groter dan ooit. Dat ze komen valt - gezien wens en noodzaak - niet tegen te houden, waar ze komen blijft een bron van discussies. Heemschut heeft richtlijnen opgesteld om daarbij een afgewogen standpunt te kunnen innemen. m f I i' WH Tot op 30 kilometer afstand is de nieuwe generatie windturbines altijd zichtbaar 'Met grote molens kunnen per definitie geen kleine windparken worden gemaakt' Tot NIET ZO LANG GELEDEN was gebruik van windenergie voor het opwekken van elektriciteit vooral de hobby van een enke ling. Op boerenerven verschenen turbines voor eigen gebruik en de restenergie gaat naar het landelijke net. Vervolgens werden langs kanalen en dijken rijen windturbines geplaatst om grootschaliger stroom op te wekken. In het Amsterdamse Havengebied bij voorbeeld ver schenen tien jaar geleden ogenschijnlijk lukraak solitair staande, grote windturbines. Je kon nog zeggen datje het mooi of lelijk vond, zo'n lange •/X, w v )V De Rijksadviseur voor het Landschap, mevrouw Yttje Feddes, heeft een windplan voor Nederland opgesteld, waarbij locaties voor nieuwe windtur bineparken zijn aangegeven. rij witte palen met klapwiekende rotors, of de plotseling opdoemende reuzenmast met trage wiekslag. Madurodam De ontwikkeling die nu in gang is gezet is van geheel andere orde, beschrijft Heemsehut's beleidsmedewerker Mathijs Witte in zijn begin dit jaar verschenen 'De ruimtelijke ontwikkeling van het energielandsehap naar meer en grotere windturbines geclusterd op het land'. Dit standpunt van Heemschut is in zijn geheel te downloaden vanaf de website www.heemsehut. nl onder actueel. Begin dit jaar wekten de 1868 op het land geplaatste windturbines (en 96 op de Noordzee) gezamenlijk 2.245 MW op, 5 tot 7 proeent van de Nederlandse energiebehoefte. Ter vergelij king: de energiecentrales komen gezamenlijk op ongeveer 13.000 MW. Het bestaande areaal aan windturbines zal geherstructureerd moeten worden en aangevuld, om in 2020 (over zeve nenhalfjaar) alleen al op het land 6.000 MW extra op te wekken, meer dan een verdrievou diging. Ook op zee is een uitbreiding met 6.000 MW voorzien. Op het land (en in het IJssel- meer) zal die uitbreiding een enorme weerslag hebben. Tot in de verre omtrek - tot zo'n 20 a 30 kilometer afstand - is de nieuwe generatie windturbines altijd zichtbaar. Met andere woor den: er ontstaat een nieuw energielandschap, dat het onderliggende open, agrarische gebied overvleugelt, de mega-windturbines drukken het onderliggende landschap plat. De modernste windturbine heeft een as- hoogte van 100 tot 120 meter. Bovenaan die paal bevindt zich het draaiende deel met drie rotorbladen, die tot 180 meter van de grond reiken. Als gevolg van de maatvoering moeten deze turbines minimaal 500 meter uiteen staan, met in een straal van 400 meter geen woonbe bouwing. Dat betekent dat een windmolenpark heel veel ruimte nodig heeft. Daarmee valt niet een willekeurig kanaaltje of polderdijkje te ac centueren. Ook de te versterken landschapsken- merken moeten worden opgeschaald wil er nog sprake zijn van enige samenhang. Simpelweg door de schaal, die al het andere, zoals Witte omschrijft, tot Madurodamproporties terug brengt. 'Met grote molens kunnen per definitie geen kleine windparken worden gemaakt'. Niet voor niets haalt Urk alles uit de kast om zo'n megapark langs de dijk bij het voormalige eiland te voorkomen. Visie Een ding is duidelijk, voor iedereen ligt er een gigantische opgave om als natie meer van de wind te kunnen leven. Het is belangrijk minder afhankelijk te zijn van steeds duurdere fossiele brandstoffen, terwijl tegelijk de uitstoot van schadelijke stoffen wordt beperkt. Energiebe sparing alleen helpt niet genoeg. Het rijk werkt nog aan een Rijksstruetuurvisie Wind op Land, waarin het besluitvormingspro ces voor de grootste windturbineparken, van 100 MW en meer, wordt vastgelegd en waarin de exacte locaties voor de grotere windturbi neparken worden vastgelegd. Het rijk kan ook provincies en gemeenten overrulen bij plannen voor windturbineclusters van 2 tot 100 MW. De eerstverantwoordelijke beslisser tot 100 MW is echter de gemeente, bij wie particulieren hun plannen kunnen voorleggen. De gemeente toetst of de plaatsing binnen het bestemmings plan past, of er afgeweken kan worden van de 8 Heemschut mei 2012 r •v" c? Leven met de wind fcf k

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2012 | | pagina 10