Een permanente bouwloods, naast de kerk, lijkt voor het dagelijks onderhoud de aan gewezen weg. De luchtbogen met de beroemde ruiters. Rechtsonder een Hertogbeeld met zwaard. Foto Hans Bollebakker. De subsidieverlening schrijft voor, dat de komende halve eeuw niet opnieuw geres taureerd hoeft te worden. Dat betekent dat het gerestaureerde goed onderhouden moet worden. Dit roept de vraag op of het niet het paard achter de wagen spannen is. Immers, onderdelen die op zich naar verwachting nog wel tientallen jaren mee kunnen gaan, worden uit voorzorg nu reeds vervangen. Dat werkt kostenverhogend. Voor het jaarlijks onderhoud is een miljoen euro begroot. Een convenant tussen het bisdom en de Stich ting Nationaal Monument SintJan bepaalt, dat beide pas aanvullend bijdragen, nadat de overheden de subsidie hebben toegekend. Sinds 1 januari 2011 is de BRIM regeling (bestemd voor instandhouding) van toepassing. Voor een object als de Sint Jan sluit deze regeling onvol doende aan bij de werkelijkheid, die in dit geval een continu onderhoudsproees vergt. Continu onderhoud Een permanente bouwloods, naast de kerk, lijkt voor het dagelijks onderhoud de aangewezen weg, zoals er ook een staat bij de Dom van Keulen. Het werkt kostenbesparend om twee redenen: allereerst zijn met zo'n vaste loods geen opbouw- en afbraakkosten en het maakt mogelijk direct, dus tijdig in te grijpen. Voorts wordt hier voor jonge vaklieden een plaats gecreëerd waar hun specifieke kennis in de praktijk toegepast kan worden. In de bouw loods kan gedurende het hele jaar gewerkt worden door beeldhouwers, timmerlieden, leidekkers en glazeniers. Zo voorkom je de teloorgang van ambachtelijke kennis. De restauratie begon in 1999 met de Gerf- kamer en vervolgens de Sacramentskapel. Deze zijn in tufsteen uitgevoerd. Al snel werd duidelijk dat de toestand van alle natuursteen aan de buitenzijde van de kerk slecht was. Dat gold zowel voor de bekleding als voor de luchtbogen, voor de ornamentiek en de beelden. De bekleding van het in baksteen opgetrokken muurwerk van het Noordertransept is, evenals het overige muurwerk uitgevoerd in natuursteen en verankerd met doken, krammen en ankers uit 19de eeuws hoogovenstaai. Infrarood-onderzoek toonde wel de hoeveelheid aanwezig staal aan, maar niet in welke mate dit eorrodeerde. Dat is wel van belang om te weten, omdat eorroderend staal uitzet, tot 60°/o bovenop de oorspronke lijke dikte. Daardoor wordt het natuursteen uit elkaar gedrukt. Het natuursteen werd, waar dit onvermijdelijk was, vervangen en waar moge lijk geconserveerd met de zogeheten 'Ibaeh methode'.1 Bij deze techniek, eerst onderzocht door TNO en vervolgens door het I BACH labo ratorium, wordt de steen in een vaeuümruimte onder druk volgespoten met kunsthars. De conservering werkt goed, maar 'geeft wel een betonaehtige indruk, 'het patin' verdwijnt. Het moet natuurlijk niet al te ver heen zijn, want dan spat het uit elkaar'. Deze methode is inmiddels door de Rijksdienst verlaten. 24 Heemschut februari 2012 QKKi 5;"' PS

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2012 | | pagina 26