Het Nederlandse volk moest
kennis maken met de Bijbelse
geschiedenis en het leven van
Jezus in het Heilige Land
Oosterse koepels
Het interieur van de Cenakelkerk, met de gerestaureerde fresco's van Piet Gerrits.
Foto Flerman Wesselink
Als vanzelfsprekend ontstond gelijktijdig een
nieuwe parochie, St. Antonius van Padua, met
een eigen kerk. Deze Cenakelkerk uit 1913-1915
is ontworpen door Jan Stuyt. De opvallende
kerk met koepel van vijftien meter doorsnede
en twee minaretvormige torens is Stuyts meest
uitgesproken oosters aandoende gebouw. Stuyt
greep terug op de Aya Sofia (of Hagia Sophia)
in Istanbul. De kerk wordt geflankeerd door het
al even oosters aandoende pelgrimshuis Casa
Nova en de pastorie.
Gelijktijdig moest gewerkt worden aan een
grote, nationale basiliek ter ere van het Heilig
Hart. Stuyt maakte verschillende plannen voor
dit kolossale gebouw. Door de ligging op de
heuvel zou het de wijde omgeving domineren.
Uiteindelijk kwam alleen het voorportaal er. Dat
fungeert als ingang van het huidige museum.
In verval
Het geheel heeft te lijden gehad door de tand
des tijds en ontkwam niet aan veranderende
opvattingen. Het aantal bezoekers bleef
afnemen en door achterstallig onderhoud
verkeren veel objecten in slechte staat. Een
wandeling door het park toont de tamelijk gaaf
gebleven, nagebouwde dorpjes en ensembles
uit het Heilige Land. Van oorsprong maakten de
katholieke pelgrims een tocht in de voetsporen
van Christus door het park. Zo zien we de
Grot van Bethlehem, het dorpje Nazareth, het
huis van de tollenaar en de synagoge. In het
laatste deel van Jezus' leven zien we de Hof van
Olijven, de Kruisweg, Calvarie, Heilig Graf en de
Hemelvaartkoepel. De kunstenaar Piet Gerrits
verzorgde de mozaïeken en fresco's. Hij liet zich
vooral inspireren door de uit Duitsland afkom
stige kunststroming Beuroner Schule.
Kennisbron
Na de eeuwwisseling bleken de doelstellingen
van het bijbels openluchtmuseum achterhaald.
Een overkoepelende restauratiestichting en
een nieuw museumbestuur brachten uitkomst.
Het museum gaat zich oriënteren als levende
kennisbron van de oorsprong van de drie grote
monotheïstisehe godsdiensten: jodendom,
christendom en islam. Vanuit de oorspronke
lijke betekenis als katholiek missiepark wordt
gezocht naar spirituele raakvlakken met
verschillende culturen en lagen in het Midden-
Oosten. Het park moet in de toekomst de
bezoeker wegwijs maken in actuele, maatschap
pelijke en levensbeschouwelijke vraagstukken.
Over enkele jaren is de door Suys, Stuyt en Ger
rits bedachte 'verwondering' hersteld, binnen
een bredere maatschappelijke context dan
alleen de katholieke. Visueel sterk refererend
aan hun oorspronkelijke bedoelingen, voldoet
het park dan aan de nieuwe religieuze uitda
gingen van deze eeuw.
H. Wesselink is specialist religieus erfgoed
en actief voor Heemschut en het Cuypers-
genootschap.
oktober 2011 Heemschut 33