n
De grootste en opvallendste
reclames verdwenen al snel uit
het Amsterdamse straatbeeld
reclameregels uit te vaardigen of de
bestaande na te leven. De bond stelde twee
jaar na het laatste verzoek dan maar voor
om de reclameverordening van de provincie
Noord-Holland voor Amsterdam van toepas
sing te verklaren. Zonder resultaat.
Jarenlang gebeurde er niets, totdat de
gemeente in 1921 plotseling meteen
ontwerp-verordening kwam, die overigens
pas in 1924 van kracht werd. De nieuwe
regeling gaf het college de bevoegdheid
reclame, zichtbaar vanaf de openbare weg,
te verbieden indien deze naar het oordeel
van burgemeester en wethouders het stads-
schoon schaadde. Met de totstandkoming
van de reclameverordening had Heemschut
eindelijk haar doel bereikt. Na ruim een
decennium actievoeren werden de acties
beloond.
Cineac
Hoewel het begrip stadsschoon ook nu weer
tot vele discussies leidde, verdwenen de
grootste en opvallendste reclames al snel uit
het Amsterdamse straatbeeld. Toch moest
Heemschut de gemeente, ondanks enkele
reclamerichtlijnen, bij de les houden. In de
jaren 1928 tot 1935 zijn met de hulp van
Heemschut niet minder dan vijfhonderd
licht- en neonreclames van de grachten
verwijderd. De reclamerichtlijnen die de
gemeente vanaf het einde van jaren twintig
hanteerde, kwamen het stadsschoon abso
luut ten goede. Zo mochten op de hoofd
grachten, uitgezonderd kruispunten met
drukke winkelstraten en enkele delen van de
Prinsengracht, geen lichtreclames aanwezig
zijn. Daarnaast streefde de gemeente ernaar
de afmetingen van reclame te beperken en
schreeuwende kleuren moesten verwijderd
worden. Ook dienden reclames die boven
het silhouet van een bouwwerk uitkwamen
vermeden te worden. Een uitzondering was
het uithangbord van de bioscoop Cineac.
Amsterdam. Journaalbioscoop Cineac aan de Reguliersbreestraat, 1934. Foto Stadsarchief Amsterda
m
Heemschut heeft een lange en verbeten strijd
moeten voeren om het erfgoed, niet alleen in
Amsterdam, te beschermen tegen ontsierende
reclame. Uiteindelijk is het gelukt de hoofdstad
voor grote delen, uitzonderingen daargelaten,
reclamevrij te krijgen.
Uit de huidige discussie omtrent de enorme
steigerdoeken in Amsterdam en andere steden
blijkt echter eens temeer, dat erfgoedorganisa
ties als Heemschut ook in de komende honderd
jaar nodig zijn om het gezicht van Amsterdam
en andere Nederlandse steden te beschermen
tegen overmatige reclame uitingen.
J. Amende is historicus cn onlangs afgestu
deerd op de ontwikkeling van stadsreclame
in Amsterdam in de periode 1870-1930 en de
daaruit voortspruitende strijd tussen onder
nemers, erfgoedbesehermers en de stedelijke
overheid.
augustus 2011 Heemschut 21
i