Overzichtelijkheid en sociale veiligheid leidraad
Tekst en foto's Annette Lieth - De vaste reizigers lopen doorgaans
doelgericht door het station Lelystad Centrum. De Flevolijn en het
eindpunt ervan, Lelystad Centrum, staan nogal eens negatief in het
nieuws. Wie weet nog van de buitenlandse architectuurprijs en van het
belang van Lelystad Centrum voor stationsontwerpers in binnen- en
buitenland? Wie heeft nog oog voor de schoonheid van dit station?
De transparante gevels vergroten
de oriëntatiemogelijkheid
Het station ondergaat vanwege
de aansluiting op de Hanzelijn
een verbouwing en wordt twee
keer zo groot
Station Lelystad Centrum, in mei 1988 geopend,
vanaf de bus zijde gezien.
De transparante gevel maakt de inschatting of
rennen nodig is om de trein te halen of dat er nog
tijd is voor een kop koffie, gemakkelijk.
Lelystad vormde voor het nieuwe Berlin Haupt-
bahnhof de belangrijkste inspiratiebron.
Foto wikipedia, Daniel Schwen
Een viaductstation heeft transparante gevels
boven bij de perrons en vides in de perrons nodig
voor daglicht in de hal. Het ruimtcvakwerk wordt
op de perrons gedragen door ondersteuningen in
de vorm van een 'vlinderdas'.
ROND 1980 ONTSTOND EEN NIEUW geloof in
de toekomst van het railvervoer. Dit resulteer
de onder meer in de Flevolijn, de spoorlijn tussen
Weesp en Lelystad. Deze spoorverbinding moest op
een hoogte van circa zes meter boven polderniveau
worden aangelegd, om gelijkvloerse kruisingen met
het overige verkeer te voorkomen. Dit betekende
dat de stations viaduetstations werden.
Karakteristiek uiterlijk
Voor een gelijkwaardige, tweezijdige bereikbaarheid
vanuit de wijken aan weerszijden van de spoorbaan
is een viaductstation een voordeel. Ook zijn de af
standen in de hal korter en is de overzichtelijkheid
daardoor groter. Een stationshal onder een groot
betonnen dek levert tegelijk een lage, donkere 'on
derwereld' op, wat niet aantrekkelijk klinkt. Andere
consequenties zijn, dat het station zijn karakteris
tieke uiterlijk verliest en dat de hooggelegen per
rons extra overlast van wind ondervinden.
Bij station Lelystad Centrum is dit alles voor het
eerst goed opgelost. Door grote vides in de perrons
valt daglicht in de stationshal en staat deze hal in
open verbinding met het perron. De ingreep komt
de oriëntatie en een gevoel van veiligheid ten goe
de. En, ter plaatse van de vides evenaart de hoogte
de hoge ruimte van de vroegere stationshallen.
De kleurige en mysterieuze stalen 'tentpagode'
in de vide, van kunstenaar Jan Mulder, versterkt
nog eens de visuele relatie tussen hal- en per
ronniveau.
Inspiratie
De perronoverkapping is als baken voor de reizi
gers vormgegeven. De geheel glazen vliesgevels
bieden bovendien bescherming tegen de wind
en zorgen voor het vele licht op de perrons en
in de hal. Ze weerspiegelen aan de buitenkant
prachtig de lucht en de wolken. De transparante
gevels vergroten de oriëntatiemogelijkheid, zo
wel van het perron naar de bushalte en de stad
als omgekeerd. Net als bij de glazen gevel van
het West Station in Boedapest, dat als inspiratie
diende voor de ontwerpers.
Enkele sprongen in de grote glasvlakken zijn
opgevuld met roosters, waardoor in de koker-
vormige ruimte geen tunneleffeeten ontstaan
bij binnenrijdende (stuwing) of wegrijdende
(zuiging) treinen. De sprongen camoufleren ook
dat een 150 meter lange transparante gevel
nooit mooi uit te lijnen is. Op één plek daalt de
kap af naar de begane grond om straat en spoor
met elkaar in contact te brengen.
Rood
De ontwerpers zagen een licht en open station
voor zich. Het resultaat werd een toonbeeld
van overzichtelijkheid en sociale veiligheid.
De constructie van de kap is zodanig dat de
draagconstructie geen belemmering vormt
voor de overzichtelijkheid op de perrons en de
wachtruimten zijn volledig transparant, zodat
ze de zichtlijnen niet verstoren. De kap lijkt
soms een wirwar van duizenden verschillende
staafjes en bolletjes, maar gezien onder de
goede hoek ordent het zich en is het eigenlijk
een abstract vlak dat een hoop licht doorlaat.
Tot aan de stations van de Flevolijn werd de
kleur rood in dergelijke gebouwen alleen toe
gestaan voor leuningen, maar zowel in Almere
als in Lelystad bestaat de kap uit een rood ge
moffeld ruimtevakwerk. De enthousiaste jonge
ontwerpers kozen felle kleuren om te laten zien
dat hier iets nieuws aan de gang was.
Het ruimtevakwerk wordt op de perronzone
gedragen door vier ondersteuningen in de
vorm van een 'vlinderdas'. De schuine gevelstij
len rusten op lange, fel groene deltaliggers op
opengewerkte rode stalen kolommen. Deze zo
los gehouden constructie voorkomt trillingen
in de kap vanuit het viaduct.
12 Heemschut augustus 2011
Vergeten schoonheid van
station Lelystad Centrum