Naar de bijzonderste uithoeken van Amsterdam
Piet Arp - Ton Koot was na de Tweede Wereldoorlog van 1946
tot 1973 secretaris en redacteur van Heemschut. Naast talloze
andere functies die hij bekleedde, zoals onderdirecteur van de VVV
Amsterdam, slotvoogd van het Muiderslot, secretaris van het Rijks
museum en bestuurslid van talloze behoudsorganisaties vond hij ook
tijd om te schrijven over wat hij belangrijk vond om te behouden.
Vooral oog voor de nauwe
steegjes, de bijzondere door
kijkjes zoals vanaf de watertrap
De bordjes "Onbewoonbaar ver
klaarde woning" hangen er al op,
ze zijn gedoemd te verdwijnen,
Amsterdam. Prinseneiland. Appartementen
in de pakhuizen waarin eeuwenlang de
handelsvoorraden van de stad werden
opgeslagen. Foto's Heemschut
MET ZIJN PUBLICATIES wist hij dui
zenden te betrekken bij de schoonheid
van Nederland. Veel van wat Koot voor en tij
dens de oorlog al als bijzonder bestempelde valt
nu nog steeds te bewonderen. Opvallend veel
ook is helemaal verdwenen. En nu... Amsterdam
in was een wandelgids van Koot, die in 1941
voor het eerst verscheen en meteen al een
aantal herdrukken beleefde. Tot in de jaren
zeventig is het boek met wandelingen herdrukt.
De tochten zijn in een paar uur tijd rustig na
te lopen in en rond Amsterdam. Ton Koot had
daarbij een open oog voor wat bijzonder was.
De stadsuitleg volgens het plan-Berlage in Zuid
vond hij bij voorbeeld een moderne parel, in de
negentiende eeuwse stadswijken kon hij echter
weinig goeds ontdekken.
Oudste
Een van zijn tochten voert langs de grenzen van
het oudste Amsterdam. Die zijn nauwelijks meer
zichtbaar, maar sporen vindt hij genoeg. Zoals
van de oudste Amsterdamse woning, een in
hout gebouwde woning aan de Zeedijk 1.
Kort voor de wandeling in de jaren twintig
22 Heemschut juni 2011
nog gerestaureerd door A.A. Kok, ook al een
voorman van Heemschut. Koot heeft in dit deel
van de stad vooral oog voor de nauwe steegjes,
de bijzondere doorkijkjes zoals vanaf de water
trap bij een zijsteeg van de Warmoesstraat, de
Guldehandsteeg, met uitzicht op het drukke
Damrak. 'Geeft het van deze plek niet een
ongedacht overzicht op de drukke overzijde?'
De Oudezijds Kolk of Rottenest was ook in
Koot's jaren al een plaatje waar graag bij werd
stilgestaan. 'De huizen rijzen hier recht uit het
water op en dringen samen om het oude kolkje,
daarvóór ligt de Kolksluis.'
Vooral de anekdotes maken hier het verhaal,
zoals over Alva, die in 1573 in een huis aan de
Warmoesstraat 139 - allang gesloopt - verbleef.
De veldheer maakte zich onpopulair door
enorme schulden die niet werden terugbetaald:
'zeer tot zijn verdriet en tegen zijn verwachting
zag hij in Amsterdam zijn aanzien en crediet
als sneeuw voor de zon verdwijnen'. Alva liet
weten dat op 29 oktober zijn schuldeisers hun
vergoeding zouden kunnen komen halen.
De nacht daarvoor vertrok hij met stille trom
uit Amsterdam, zonder te betalen.
Pakhuizen
Van een heel andere orde zijn de stadsuitbrei
dingen in de zeventiende eeuw. De grachten
gordel natuurlijk waarover Koot niet uitgepraat
raakt, valt daaronder, maar heel bijzonder ook
zijn de eilanden in het oude noordwesten van
Amsterdam. Realeneiland, Zandhoek. Een
van de gevelstenen in de gerestaureerde
woningen.
de stad, met Prinseneiland als kern. Eeuwenlang
werden hier de handelsvoorraden van de stad
opgeslagen. Koot vindt het allemaal nog vrijwel
onaangetast terug op zijn zwerftocht over
Prinseneiland, Bickerseiland en Realeneiland.
De pakhuizen, schrijft hij, raken in verval, staan
deels ongebruikt en er dreigt sloop. Hij geniet
van de bijzondere bouwstijl van de pakhuizen
en van de woningen die ertussen staan. Tegen
woordig zijn de eilanden dicht bevolkt. Veel
pakhuizen zijn gesloopt, zoals op Bickerseiland.
In de voetsporen van
historische Ton Koot