Berichten
Overijssel
Bebouwing aan de IJsselkade
Drenthe
De Kolonieën van de Maatschappij van Weldadigheid
gericht op het gebied ten zuiden van de ver-
keersbrug wordt bepleit door de Stichting Indu
strieel Erfgoed Deventer (SIED). De SIED wil met
haar visie, neergelegd in het plan Pothoofdpark,
het gebied een open karakter geven met weinig
bebouwing en veel groen. Dit in tegenstel
ling tot het plan van de Stichting Stadshaven,
dat uitgaat van een hoge bebouwingsgraad
langs de te reconstrueren binnenhaven. Beide
partijen zijn in overleg om te bezien of de
afzonderlijke uitgangspunten samen kunnen
komen in een gemeenschappelijke visie. In
de visie van de SIED is een planvariant met
minder bebouwing belangrijk, ook om het nog
aanwezige industrieel erfgoed in het gebied te
kunnen behouden. Een belangrijke stap vooruit
hierbij zou zijn het behoud van het oude
bedrijfspand van de Fa. Ten Zijthoff, naast de
oprit van de Wilhelminabrug. Dit bedrijfspand
werd in 1900 gebouwd als molenmakersbedrijf,
later werd het als machinefabriek van de firma's
Eleemhorst en Bloemendal in gebruik genomen.
De laatste jaren was in het pand een automo
bielmuseum gevestigd. Naar aanleiding van een
cultuurhistorisch en bouwhistorisch onderzoek
is besloten het bedrijfspand voor te dragen
voor de gemeentelijke monumentenlijst.
Links: gezicht op de gedempte haven vanaf de Wilhelminabrug.
Midden: molenmakerswerkplaats fa. Ten Zijthoff, aan de rand van de voormalige haven.
Rechts: pakhuizen aan de haven. Foto's Marcel Overbeek
Deventer. Havengebied volgens het plan van de SIED.
Deventer - Voor het gebied rondom de Wilhel-
minaverkeersbrug en de voormalige binnen
haven van Deventer zijn diverse herontwikke
lingsplannen ingediend. Het plangebied wordt
gevormd door de bebouwing aan de IJsselkade
en het gebied rondom de in 1935 gedempte
stadshaven. Deze haven werd gedempt voor
de bouw van de IJsselverkeersbrug met op- en
afritten. Sinds enige tijd worden plannen
ontwikkeld om de haven voor een deel open te
graven en zo de oude binnenstedelijke situatie
te herstellen. Het open graven van de stads
haven wordt bepleit door de stichting Stads
haven Deventer. Een soortgelijk plan, maar dan
De Kolonieën van de Maatschappij van
Weldadigheid in Drenthe worden voorgedragen
voor plaatsing op de voorlopige Nederlandse
lijst voor het Unesco werelderfgoed. De Com
missie Voorlopige Lijst Werelderfgoed lijst heeft
hierover advies uitgebracht aan de staats
secretaris van het Ministerie van OCW.
De gebouwen van de maatschappij bevinden
zich in de kernen Frederiksoord, Wilhelmina-
oord en Veenhuizen. De koloniën werden
in 1818 gesticht als bedelaarskolonie door
generaal Johannes van den Bosch. De kolonieën
bestonden uit landbouwkolonies, waar tien
duizenden arme stadsgezinnen uit het westen
van Nederland een nieuw bestaan vonden.
Dit is duidelijk terug te vinden in de gaafheid
van de huidige ruimtelijke structuur en de func
ties en gebouwen die het gebied nu nog kent,
met kleine woonhuisjes en werkgebouwen waar
de inwoners te werk werden gesteld. In Wilhel-
minaoord staat nog een bedrijfsgebouw van de
Maatschappij. In Veenhuizen kwamen de bezit
tingen van de maatschappij later in handen
van Justitie, die er een drietal strafinrichtingen
stichtte. De strafinrichting vormt een uniek
voorbeeld van een geplande nederzetting met
tal van dienstgebouwen en woonhuizen.
Het oudste koloniegebouw is ingericht als
gevangenismuseum. Cultuurgedeputeerde Rein
Munniksma van de provincie Drenthe hoopt
dat in 2018, wanneer de kolonieën 200 jaar
bestaan, deze op de Unesco-lijst staan.
44 Industria april 2011