Gips zet bij droging uit, wordt te hard en leidt vaak opnieuw tot schade Anne Marie ten Cate - Eind april kwamen bijna vijfhonderd mensen van verschillende pluimage bijeen in het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Daar vond, georganiseerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het jaarlijkse instandhoudingssymposium plaats. Dit keer was het onder werp stuc, benaderd vanuit vele invalshoeken. Nog nooit was de opkomst zo groot; sommigen waren zelfs genoodzaakt de voordrachten via een scherm te volgen! Reikhalzend werd uitgekeken naar de vuistdikke bundel Stuc; kunst en techniek die aan alle deelnemers aan het eind van de dag werd uitgedeeld. Restauratiebestek stukadoorswerk mede aanleiding stucsymposium Huis Beeckestijn te Velsen. Het op werktafels bijmaken van ontbrekende delen van het 18de- eeuwse stucwerk tijdens de restauratie in 1965. Fotocollectie RCE WAT DE ASPERGE IS voor de eetcultuur is stuc voor het interieur, raffinement bij uitstek. Of het nu de uitbundige rococo afwerking is in een Amsterdams trappenhuis of het eenvoudige lijnenspel van fijn sehuurwerk in een jaren vijftig gebouw; stucwerk is de ultieme fase van afwerking. Tijdens het sym posium, maar vooral ook in het boek, komen vele varianten van toepassing, techniek, de esthetiek en de historische ontwikkeling aan de orde. Veel aandacht is er ook voor restauraties en dilemma's bij restauraties. Het zijn de oudere restauratiestukadoors van nu, die de titel van Meesterstukadoor weer in het leven hebben geroepen. Zij stonden bovendien aan de wieg van het eerste Nederlandse stuegilde. Van schade tot bestek Organisatorische problemen waren de oorzaak dat het symposium niet in 2009 plaats vond, het jaar waarin de eerste versie van Van schade tot bestek verscheen, een uitgave van het Bedrijfschap Afbouw. Samen met het stuegilde, Stabu (Bouwbreed Informatiesysteem), RCE en specialisten uit het vakgebied werd er een speciaal op de restauratiepraktijk toegespitst bestek ontwikkeld, dat werd uitgewerkt tot een werk omschrijvend bestek met een verwijzing naar kwaliteit van materialen. Er wordt een onderscheid gemaakt voor stukadoorswerk binnen en buiten. Zowel in materiaalgebruik als in werkzaamheden zijn daarin grote verschillen. Behalve een standaard restauratiebestek voor oud stucwerk bevat de uitgave een ruim 30 pagina's tellende begrippenlijst en een literatuurlijst. Om vooral voor de stucadoorsbranehe de toe gankelijkheid te vergroten, is vervolgens een bestekmodule binnen Stabu ontwikkeld. Het is daarbij gelukt om de omschrijvingen van het werk in haar totaliteit onder te brengen bij hoofdstuk 40 van Stabu, om precies te zijn 40.21. Stap één bij een restauratie is de analyse van de schades, de opbouw en samenstelling van de verschillende lagen. Vooral de kennis van de aard en de samenstelling van de verschil lende materialen in die laagopbouw is uiter mate belangrijk. Het restaureren met verkeerd samengestelde en foute mortels en pleisters is maar al te vaak oorzaak van nog grotere schades. Gebruik geen gips voor het herstel van kalkpleister, werd regelmatig verkondigd. Gips zet bij droging uit, wordt te hard en leidt vaak opnieuw tot schade. Neerlandsch Stuegilde In 2001 werd het Neerlandsch Stuegilde opge richt door een oudere generatie van restaura tiestukadoors, die wilde voorkomen dat hun speciale vakmanschap verloren ging. Bijzonder is dat er in Nederland nooit sprake is geweest van een georganiseerd stuegilde. Alleen in Amsterdam was een aantal vooraanstaande stukadoors in het verleden aangesloten bij het gilde van de beeldhouwers. Het eerste speerpunt van het nieuwe gilde was de opleiding tot meesterstukadoor, welke titel al in 50 jaar niet meer was toegekend. Een driejarige opleiding werd ontwikkeld en draait nu op volie toeren. Er wordt onderwezen in vakken als boetseren, modeleren, tekenen en perspectiefleer. De praktijklessen zijn gericht op het ontwikkelen van speciale vaardigheden, het werken met traditionele materialen en het trainen van hoogwaardig vakmanschap. december 2010 Heemschut 29 Stuc, het witte goud...

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2010 | | pagina 31