Botsende belangen tussen waarden monument en wensen gebruiker Sinds de middeleeuwen zijn lagen uit verschil lende tijden terug te vinden Interieur en exterieur niet vanzelf monument stalen binten toe te voegen. Het interieur van een monument heeft dus een geheel eigen pro gramma van eisen, de monumentale waarden, die haaks kunnen staan op het programma van eisen van de eigenaar. Het gaat dan om monumentale waarden als kapconstructies, balkenlagen, plafonds, wan den, vloeren, deuren, ramen, soms historische ruimten als geheel, bouwsporen, details en kleuren. Menig sleutelstuk of roederaam sneuvelde in de afgelopen eeuw ten behoeve van het straktrekken en moderniseren. Daar niet aan toegeven hoeft echter niet te leiden tot een leefwijze uit het verleden. Met het besef datje als eigenaar slechts een tijdelijk verschijnsel bent in een monument, gevoegd bij bouwkundige en monumentale kennis én met inventiviteit is het goed wonen en werken in zo'n gebouw uit het verleden. Lagen in de tijd Ons rijksmonument in Schoonhoven, gebouwd omstreeks 1400 met een voor- en een achter huis en een winkelpui uit de eerste helft van de twintigste eeuw, was bij aankoop in het jaar 2000 een deerlijk verminkt pand. Het casco was verwaarloosd. Rotte balkkoppen, scheuren in dragende muren, losstaande schoorstenen op het dak en lekkages door ontbrekende dak pannen vormden enkele van de uitdagingen. Het bijzondere van het pand was wel dat er sinds de middeleeuwen lagen uit verschillende tijden terug te vinden zijn: het is geen eendui dig pand met één stijl. Bij iedere modernisering werden elementen uit eerdere tijden verwijderd of aan het zicht onttrokken. Roeden werden uit de ramen gezaagd, sleutelstukken onder de moerbalken en schoren van het gebint verwijderd voor het plaatsen van nieuwe wanden. Systeemplafonds, plastic spanplafonds en voor al veel hardboard en spaanplaat werden door vroegere eigenaren aangebracht. De winkelpui was in neutraal grijs en wit geschilderd. Wij gaan nu het tiende jaar in na de aankoop en de gefaseerd uitgevoerde restauratie is vrijwel voltooid. Na een bouwhistorisch onderzoek, een kleurenonderzoek en een inventarisatie van monumentale waarden volgde een reeks van herstelmaatregelen. Daarbij werd aanwezig materiaal opnieuw gebruikt. Balkkoppen, sleu telstukken, planken plafonds en vloeren werden aangeheeld, kozijnen aangeseherfd en roede- ramen hersteld, voehtproblemen aangepakt, scheuren en schoorstenen gemetseld en de pui in originele kleuren gerestaureerd. Daken werden hersteld en waar nodig van binnenuit geïsoleerd. Het oudste deel van de kap werd na herstel gelaten zoals het was, dus als koude zolder, en functioneert nu als berging. Bij de restauratie kregen wij veel onverwachte cadeaus van ons monument: vijf middeleeuwse kaarsnissen op een rij, een 19de-eeuwse open haard in de woonkamer, prachtige ruimten uit de 15de en 17de eeuw met balkenplafonds en zolders met doorleefde vloeren, vroeg 19de- eeuwse houten plafonds van taps toelopende Onder een monument wordt in de Monu mentenwet 1988 verstaan: 'alle vóór tenminste vijftig jaar vervaardigde zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de weten schap of hun cultuurhistorische waarde'. Dit volgens Hoofdstuk I, Algemene Bepa lingen, Artikel 1, lid b.1. Dit openingsartikel van de Monumentenwet 1988 geldt alleen voor rijksmonumenten. Voor gemeentelijke monumenten geldt dezelfde definitie, maar hier is de leeftijdsgrens van vijftig jaar niet van toepassing. Hiermee zou duidelijk moeten zijn wanneer iets een monument is of niet en wat het omvat. Toch is zelfs onder vakgenoten geen eenstemmigheid over de interpretatie van de wettelijke tekst en is, ondanks de door dachte formulering, de monumentale status van een gebouw en zeker van een interieur niet vanzelfsprekend. In makelaarsjargon wordt het begrip 'monumentaal' bijvoor beeld gebruikt om een pand van bijzondere omvang aan te duiden, zonder dat het om een monument gaat. Eigenaren met rigoureuze verbouwingsplannen denken dat het bij de monumentale status alleen om de voorgevel gaat en dat alles achter de gevel gesloopt mag worden. Maar het algemeen belang van een zaak van schoon heid, van belang voor de wetenschap of van cultuurhistorische waarde kan ook voor het interieur nader onderbouwd worden. Want waar het belang voor de wetenschap vooral de niet zichtbare, archeologische waarden kunnen betreffen, geldt schoonheid met name voor de stijl en verschijningsvorm - van het exterieur én het interieur - en geldt de cultuurhistorische waarde voor de nog afleesbare geschiedenis van het ontstaan en van het gebruik in de tijd. Veel van de gebruiksgeschiedenis is juist in het interieur terug te vinden. Artikel 1, lid b.1 geldt bij rijksmonumenten dus evenzeer voor het interieur! december 2010 Heemschut 15 Monument houdt echt niet op bij de voorgevel

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2010 | | pagina 17