Vanaf een superterp op zoek naar de oorsprong van het heelal De 25.000 antennes van Lofar staan verspreid over een groot deel van West-Europa Lofar ligt in de Drentse Veenkoloniën, die dankzij de landbouw rustig en onbebouwd bleven Eric Ie Gras - In de Drentse Veenkoloniën zorgen astronomen voor de zoveelste verandering door mensenhanden in het kwetsbare, vlakke landschap. De antennes van hun supertelescoop Lofar staan in een gebied, dat ook bestemd is voor nieuwe natuur. Kan die onverwachte combinatie een prijs voor landschapsontwerpers opleveren? Beheerder Teddy Bezuijen van Het Drentse Landschap in het Lofar-gebied van de Veenkoloniën. Foto Eric Ie Gras ECHT VEEL IS ER VAN LOFAR niet te zien op het Drentse platteland, even ten zuidwesten van Buinen. Aan de voet van de Hondsrug ligt 400 hectare vlak land, waar natuurontwikkelaars een weidevogelgebied en natte natuur creëren. Daar doorheen stroomt het Achterste Diep, dat verder naar het noorden uitmondt in het riviertje de Hunze. Geen ongebruikelijk gezicht in Nederland en niet echt een plek waar je met onderzoek een Nobelprijs kunt verwachten. Toch verwacht Mike Garrett, directeur van ster renkundig onderzoeksinstituut Astron, dat die prestigieuze prijs juist hier verdiend gaat worden. Dat moet dan gebeuren met de gegevens van de supertelescoop Lofar, die als je wat beter kijkt verscholen staat in het landschap. Lofar, de afkor ting staat voor LOw Frequency ARray, heeft niet de klassieke sehotelvorm van een radiotelescoop. Het is een samenstel van wel 25.000 antennes, die samen meer inzicht moeten bieden in de aard de sterrenstelsels, zwarte gaten en gaswolken die ontstonden bij de geboorte van het heelal, zo'n veertien of vijftien miljard jaar geleden. De daarvoor gebruikte techniek is zo geavan ceerd, dat de verwachting van Garrett niet eens overdreven lijkt. De 25.000 antennes staan verspreid over een groot deel van West-Europa, maar het centrum van Lofar ligt in de Drentse Veenkoloniën, een gebied dat dankzij de landbouw rustig en onbebouwd bleef en dat vanwege de krimp van de bevolking waarschijnlijk ook zal blijven. Een ideale plek om de Big Bang, het ontstaan van het heelal, nader te bestuderen. Terpen Teddy Bezuijen van Het Drentse Landschap, de organisatie die het Lofar-gebied beheert, stuurt zijn auto van de Exloeërweg bij Buinen naar links, het land in. 'Watje hier ziet, zijn de antennes van Lofar. Er zijn twee types, de sprieten voor waarneming van de lagere frequenties en de met plastic afgedekte piep schuimen dozen met daarin antennes voor de hogere. Ze staan op lage terpen in het land en zijn onopvallend in het landschap verwerkt.' Voordat de aanleg van het antennepark begon, zocht Astron samenwerking met andere organi saties waaronder de gemeente Borger-Odoorn, het waterschap Hunze en Aa's, boerenorga- nisatie LTO en Het Drentse Landschap. 'Dat zorgde voor draagvlak in de omgeving. Dat was nodig, er zijn bijvoorbeeld 42 boeren uitgekocht voor de nieuwe natuur, een flinke operatie. Peter Bennema werd aangesteld als coördinator Ruimtelijke Ordening.' Netwerk Lofar heeft geen grote gebouwen nodig, in ieder geval niet in de Drentse Veenkoloniën. De gegevens gaan via een glasvezelnetwerk naar een rekencentrum in Groningen. Bezuijen: 'Hier zie je alleen een paar metalen kasten en de antennes. Mensen zijn er niet, alleen zo af en toe voor het onderhoud. Rust is een voorwaarde voor goede waarnemingen. Al met al maakt dat het gebied ook uitermate geschikt voor natuurontwikkeling.' Bovendien heeft Lofar niet het eeuwige leven. Over een jaar of twintig zal de techniek alweer verouderd zijn en zullen nog geavanceerder antennenetwerken vanaf het zuidelijk halfrond of zelfs vanuit de ruimte het stokje overnemen. Ook dat maakt Het Drentse Landschap tot een logische beheerder van dit gebied, zegt oktober 2010 Heemschut 23 Lofar zoveelste toevoeging aan Veenkoloniën

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2010 | | pagina 25