De teruggave was niet vanzelfsprekend en ging vaak met veel strijd gepaard Het middenschip was vaak in gebruik als koei enstal, opslagruimte of voor militaire doel einden Achterstelling opgeheven sprake is van sloop. 'Het zijn allemaal rijks- of gemeentelijke monumenten. De staat van onderhoud is doorgaans goed. Door fusies en terugloop van het kerkbezoek is én wordt een beperkt aantal kerken echter overbodig. Ons doel is altijd om een passende herbestemming te vinden.' Teruggave kerken In het voorjaar van 1809 maakte koning Lode- wijk Napoleon (1778 - 1846) een vijf weken durende inspectiereis door de departementen Brabant en Zeeland. Tijdens deze reis bezocht de koning een groot aantal dorpen en plaatsen. Naast het representatieve karakter had de inspectietocht tot doel om inzicht te krijgen in de problemen van de departementen Brabant en Zeeland. De destijds actuele teruggave van de kerken was op de meeste plaatsen een belangrijk thema van het bezoek. Lodewijk Napoleon ontving overal in Brabant deputaties van katholieken en hervormden. Afhankelijk van de grootte van het dorp stelde de koning gemiddeld zo'n negenduizend gulden aan de hervormden beschikbaar voor de bouw van een Lodewijkskerkje. De koning wilde zo via overleg en 'polderen' tussen de katholieken en protestanten tot een oplossing komen. Deze teruggave was overigens niet vanzelfsprekend en ging vaak met veel strijd gepaard. Zo werden tijdens de regeerperiode van koning Lodewijk Napoleon (1806-1810) en in de latere Franse periode (1810-1813), ruim dertig van dergelijke kerkjes gebouwd. Een aantal van deze kerkjes is inmiddels afgebroken. Ook buiten Noord-Brabant werden enkele Lodewijkskerkjes gebouwd. De Lodewijkskerkjes worden vaak verward met Waterstaatskerken. De kerkjes zijn onder de supervisie van de kerkenraad en met steun van Lodewijk Napoleon tot stand gekomen. Dat wil zeggen dat het niets zegt over de bouwstijl maar meer over de rol die Lodewijk Napoleon speelde bij de realisatie. De bouw liep vaak nog door na het gedwongen vertrek van de eerste koning van Holland. Lodewijk Napoleon werd door zijn broer Napoleon in 1810 namelijk uit zijn ambt gezet. Het Ministerie van Eredienst voerde daarna de overheidssteun uit zoals Lodewijk Napoleon die had opgezet. Waterstaatskerken daarentegen zijn kerken die tussen 1824 en 1875 met financiële steun van het ministerie van Waterstaat werden gebouwd Bouwstijl Buijs vertelt dat de bouwstijl van de kerk in Terheijden veel overeenkomsten vertoont met die van de overige Lodewijkskerkjes op andere plaatsen in Brabant. De oppervlakte van het neoclassicistische zaalkerkje is tien bij twintig meter. Buijs wijst tijdens een rondleiding op de rondboogvensters en de fraaie preekstoel. De kerk is gebouwd van ijsselsteentjes en is later aan de voorkant wit gepleisterd. Vandaar dat het de naam het 'Witte kerkje' heeft meegekregen. Een kleine klokkentoren geeft het gebouw allure. Buijs wijst op het gebruik van de onder houdsarme, gietijzeren kozijnen. Om dit kerkje te behouden is er voor het onderhoud onlangs een actieplan voor langere termijn gemaakt. Met de Vrede van Münster (1648) werd het Staatse deel van Brabant een gene raliteitsland en wingewest. Brabant was zodoende ook niet in de Staten-Generaal ver tegenwoordigd. Vanaf 1648 was ook het openlijk belijden van het katholieke geloof verboden, al werd dit, eerst in schuilkerken en later in schuurkerken, wel gedoogd. De bevrijding van Bra bant door de Fransen in 1795 maakte een einde aan deze situatie. Door de Staatsregeling (lees: 'Grondwet') van 1798 werd formeel na anderhalve eeuw de achterstelling van de katholieken opgeheven. In de Staatsregeling werd bepaald dat de vóór de Vrede van Münster gebouwde kerkgebouwen overgedragen moesten worden aan het gemeentebestuur. De gemeentebesturen waren er verant woordelijk voor dat vervolgens het kerk genootschap met de meeste lidmaten de beschikking zou krijgen over de voormalige parochiekerk. Dat bete kende dat veel voormalige katholieke kerken in Brabant, sinds 1648 in gebruik bij de protestanten, nu weer terug in het bezit kwamen van de katholieke gemeenschap. Het leek misschien een eenvoudige regeling, de praktijk was weerbarstig. In de meeste gevallen moest zo'n kerk gerestau reerd of zelfs herbouwd worden. Afhankelijk van de plaatselijke verhou dingen verliep de terug gave verschillend, maar in de meeste gevallen zeker niet zonder slag of stoot. Op een aantal plaatsen werd de kerk ook multifunctioneel gebruikt. Zo waren in Boxtel ook het gemeente huis en de gevangenis in de oude kerk ondergebracht. Bij een bezoek aan deze Petruskerk zijn deze locaties ook nog te traceren. augustus 2010 Heemschut 7

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2010 | | pagina 9