f SP
W
WÊÊÊÊÊÊÊÊÈÊÊÊÊÊÊÈÈÊÊkI
mm m
De fabrieksgebouwen van de
verlaten Ocrietfabriek nu.
Zo'n beetje de eerste zin die het
gemiddelde geboortegolfkind
zelfstandig lezend ontcijferde.
De fabriek
Van de fabriek springt vooral de grote
betonnen silo in het oog, met de unieke
trapeziumvorm. De silo is in 1951 gebouwd,
vermoedelijk naar ontwerp van architect
D. Heineke jr. uit Loosdreeht. De silo stond aan
het water en was bestemd voor het opslaan van
steenslag. De betonnen opbouw was verdeeld
in verticale kokers met vulgaten, afgedekt met
houten luiken. De grondstof werd per schip
aangevoerd en dan met een kraan in de vul
gaten gestort. De silo is waarschijnlijk al in de
jaren zeventig buiten gebruik gesteld, toen de
fabriek overging van oeriet op een andere wijze
van productie. In deze tijd werd ook de Eem
gekanaliseerd, waardoor de fabriek niet langer
aan de hoofdgeul lag. Door het afsnijden van
de rivierbocht ontstond tegenover de fabriek
een eiland dat sindsdien 'Oerieteiland' heet. Van
aanvoer van grondstoffen per schip was toen
vermoedelijk al geen sprake meer.
Onder de silo was een tussenvloer, die op
tekeningen wordt aangeduid als 'molen- en
cementvloer'. Hier werd de mortel aangemaakt.
Door een luik te openen viel de steenslag naar
beneden. De cement zal in zakken zijn aange
voerd en aanvankelijk via de laad I u i ken aan de
rivierzijde naar binnen zijn gesjouwd. Na het
gereed komen van de kleinere eementsilo (ver-
SgSjlpMmm aajj
moedelijk 1957) werden de zakken horizontaal
naar de cementmolens gereden.
Als de mortel klaar was, werd die een verdie
ping lager in mallen gegoten en versterkt met
een bewapening van ijzer, waartoe de fabriek
een eigen ijzervleehterij bezat. Daarna werden
de lavetten uitgehard in de 'stoomtunnel', uit
de mal geklopt, glad geslepen, nog een keer uit
gehard, nog eens gepolijst en tenslotte volgde
de behandeling met fluorgas: het 'ocrateren'.
Behalve de grote silo hebben ook de produe-
tiehal uit 1934 - een driebeukige hal met de
oorspronkelijke sheddakeonstruetie van glas en
hout - en de kleine eementsilo uit 1957 waarde
als industrieel erfgoed. De overige fabrieks
hallen zijn minder interessant. H
K. Volkers is historisch geograaf en publicist,
gespecialiseerd in omgevingsgesehiedenis en
industrieel erfgoed
Bronnen
Bügel Hajema Adviseurs,
Ideeën voor een plek: uitwerking Oerietterrein e.o.
Amersfoort 2008.
Overbeeke, Peter van, Kachels, geisers en fornuizen;
keuzeprocessen en energieverbruik in Nederlandse
huishoudens 1920-1975. Eindhoven 2001.
Volkers, Kees, Ocrietfabriek - Eem nes, cultuur
historische verkenning. Utrecht 2009
Stilma, Lize, Werkend Nederland in Beeld, dl 1.
Baarn 1962.
Met dank aan Mario Bosch:
www.mario-bosch.nl/pendreeht-lavet.htm
augustus 2010 Heemschut 21
ZW t m 'mm*., ïr&Fté*
1 "9
mMk
'-V- 1ar
G
-'i'
m»lP
s t
-i-a