In Noord-Brabant zijn Lodewijkskerkjes
nog terug te vinden in: Sint-Michiels
gestel (1808), Schijndel (1808), Cuyk
(1808), St. Oedenrode (1808), Terheijden
(1809), Oud-Gastel (1809); Hilvarenbeek
(1809), Sint-Oedenrode (1809), Asten
(1810), Roosendaal (1810), Standdaar-
buiten (1810), Oisterwijk (1810), Oijen
(1810), Oosterhout (1810), Boxtel (1812);
Eersel (1812), Bergeijk (1812), Hoog-
eloon-Eersel (1812) en Budel (1812).
De Lodewijkskerkjes zijn door verschil
lende architecten gebouwd. Zo tekende
de veelzijdige katholiek Hendrik Verhees
het hervormde Lodewijkskerkje in Boxtel.
Architect H. Huysers gebruikte zijn
ervaring bij het tekenen van de kerken in
Oosterhout, Roosendaal en het in 1800
gebouwde kerkje in Zundert. In Oister
wijk tekende L. van Heijst het fraaie
kerkje.
Hendrik Verhees uit Boxtel heeft veel van
de Lodewijkskerkjes getekend vanuit zijn
tekenkar. Deze tekeningen zijn bewaard
gebleven.
Lyra, stichting voor cultuureducatie ver
zamelt alle gegevens van deze kerkjes.
Er wordt gedacht aan een symposium en
de uitgave van een boekwerk.
Kaart van zuid-Nederland:
Er staan honderdvijftig
protestantse kerken in
Brabant en twintig kerken
in Limburg.
De kerk in Oosterhout (1808).
De kerk in Roosendaal (1810).
De eenvoudige bouwstijl van de Lodewijks
kerkjes is overal in Brabant terug te vinden.
De goedkope maar smaakvolle bouwwijze,
zonder opsmuk, werd op andere plaatsen ook
vertaald in spitsboogramen en langgerekte
achtkanten, traditioneel van vormentaal. Net
als bij bijna alle Lodewijkskerkjes het geval
is, ligt ook hier op een steenworp afstand de
katholieke kerk. In Terheijden is deze gewijd aan
Antonius-Abt. Deze kerk werd, net als andere
katholieke kerken, bij de Vrede van Münster in
1648 onder dwang in gebruik genomen door de
hervormden.
Vervallen
De meeste voormalige katholieke kerkgebouwen
waren sterk vervallen. Dat kwam omdat er vaak
maar een kleine groep protestanten gebruik van
maakte. Meestal werd het priesterkoor voor de
eredienst gebruikt. Het middenschip was vaak
in gebruik als koeienstal, opslagruimte of voor
militaire doeleinden. Zo kreeg het katholieke
volksdeel aan het begin van de negentiende
eeuw dan wel hun oude katholieke kerkge
bouwen terug, heel vaak echter verkeerde de
tot dan gebruikte sehuurkerk van de katho
lieken in een veel betere staat. Een belangrijk
nadeel van de sehuurkerken was echter, dat ze
meestal buiten het centrum van dorp of stad
stonden.
Veel van de herwonnen katholieke kerken
werden afgebroken, onder meer als gevolg van
de bevolkingsaanwas tussen 1648 en 1800,
waardoor veel kerken te klein zijn geworden.
De kerktorens waren overigens vrijwel altijd in
redelijke staat. Dat kwam omdat deze eigendom
van de gemeente waren. De torens werden
gebruikt als uitkijkpost voor de brandweer.
Ook nu zijn in Brabant nog steeds veel kerk
torens eigendom van de gemeente. Daardoor
8 Heemschut augustus 2010