Koetshuis wordt weer koetshuis
II!
i
Museum Van Loon in Amsterdam herstelt stalgebouw
Claas Conijn - In Amsterdam krijgt het koetshuis van Van Loon de oorspron
kelijke functie terug. De afgelopen jaren is door Stichting Van Loon geld inge
zameld om de ingrijpende restauratie te kunnen uitvoeren. Inmiddels is met
de hersteloperatie begonnen. Daarmee krijgt Amsterdam een uniek fenomeen
terug: Achter Museum Van Loon aan de Keizersgracht ligt een grote stadstuin,
met aan de achterzijde de oorspronkelijke bijgebouwen. Vrijwel overal elders
in de stad is die oude samenhang verdwenen. Een groot deel van de inventaris
van de stallen is nog aanwezig en keert nu terug naar Amsterdam.
DE JONKHEREN VAN LOON waren een
fameus regentengeslacht in Amsterdam
èn liefhebbers van paarden en alles wat
daarbij hoort. Daarom bleven de jonkheren
in Amsterdam wonen en hielden zij, tot 1939,
paarden in de binnenstad. De paarden werden
niet alleen ingezet voor het 'visite rijden'
(mevrouw Thora van Loon- Egidius was Dame
du Palais onder koningin Wilhelmina), maar ook
voor de sport, voor ontspanning en plezier.
Het was in de vooroorlogse jaren nog mogelijk
met een twee- of vierspan door de stad te
rijden. Het Museumplein, toen nog aan de rand
van de stad, was een oase van groen die goede
uitrijdmogelijkheden bood. Jhr. Hendrik van
Loon was een echte paardenman, dit kwam ook
naar voren in zijn passie voor de vrije dressuur.
Dat ging zelfs zover, dat deze achter zijn koets
huis een circuspiste had. Daarin bracht hij zijn
lievelingspaard Alladin - en niet te vergeten zijn
hond - allerlei kunstjes bij.
Het Stalgebouw
Met een koetshuis of stalgebouw als bijgebouw
bij een huis wordt niet alleen de stal voor de
paarden bedoeld, maar het gehele complex van
stal, koetshuis, tuigenkamers en vaak ook de
zich erboven of ernaast bevindende koetsiers
woning. Door de grote rol die paarden in de
19de eeuw speelden werden de interieurs van
stalgebouwen telkens aangepast aan de eisen
van de tijd, zodat er nu geen stalinterieur
in Nederland van voor 1800 bekend is. Op
buitenplaatsen bestaan nog stalgebouwen die
hun oorspronkelijke functie hebben behouden.
De meeste echter hebben in de loop der jaren
andere bestemmingen gekregen. In het geluk
kigste geval als garage of opslagruimte, waar
door de structuur herkenbaar bleef. Vele zijn
verbouwd voor andere doeleinden. In de steden
zijn koetshuizen een zeer grote zeldzaamheid
geworden. Amsterdam kent nog maar enkele
min of meer onbedorven stalgebouwen bij een
grachtenhuis en in de stad Steenwijk is nog een
schitterend stalinterieur van de stalhouderij
Spijkervet bewaard gebleven. Aan het einde
van de 19de eeuw was het gebruik van paarden
niet alleen bedoeld voor transport. Ook in de
ontspanning, in de vrijetijdsbesteding speelden
paarden een belangrijke rol. Het stalgebouw
werd van een louter functionele dienstruimte
een ruimte die gezien mocht worden, iets waar
men trots op was.
Paard en rijtuig
Vanuit het Verenigd Koninkrijk verspreidden
zich allerlei sportieve bezigheden over Europa,
de koloniën en de Verenigde Staten. Paarden
fokken en de resultaten daarvan bespreken en
tonen aan vrienden werd een geliefde bezig
heid. Het rijden met paarden vanuit het zadel
of vanaf de bok ontwikkelde zich in de loop van
de 19de eeuw. Zeker toen de transportfunctie
door treinen en auto's werd overgenomen,
Foto boven: De Berline geschilderd in de wapen-
kleuren van familie Van Loon.
Foto midden: Koetsierszweep met ivoren handvat
en zilvermontures.
Foto onder: De plattegrond van het stalgebouw
met de stands voor de paarden en de tuigenkast.
Foto linkerpagina: De straatgevel aan de Kerk
straat, met de deuren van het koetshuis van
museum Van Loon wijd open. Deze ongebrui
kelijke openheid geeft een doorzicht naar de
bijzondere stadstuin tussen het grachtenpand
waarin het museum is gevestigd en het bijbeho
rende koetshuis daarachter.
Foto's Museum Van Loon
april 2010 Heemschut 31