Op de derde wand,
aan de rechter
zijde van de schouw,
worden vrouwen en
kinderen die de held
toejuichen afgebeeld.
De wandbespanning
Op drie wanden van de zaal op de bovenver
dieping bevindt zich een schildering in vier
panelen met de voorstelling van een Romeinse
triomftocht. Een overwinnende veldheer, de
dictator Quintus Fabius Maximus Cunctator
(=treuzelaar) die Hannibal op tactische wijze
bestreed, staat in zijn strijdwagen en wordt
gevolgd door muzikanten, militairen te paard
en een heel leger met vaandels en lansen.
Enkele vaandels bevatten de letters SPQR, het
geen een afkorting is van Senatus Populus Que
Detail van schildering
Romanus, senaat en volk van Rome.
Op een andere wand zijn de buit, de meege
voerde krijgsgevangenen en offerdieren afge
beeld. Op de derde wand, aan de rechterzijde
van de schouw, worden vrouwen en kinderen
die de held toejuichen afgebeeld. Links van de
schouw zien we de riviergod Tiber en de wolvin
die Romulus en Remus zoogt, met op de achter
grond de stad Rome.
De vier bespanningen worden omgeven door
een houten trompe-l'oeil profiellijst die weer
is omgeven door een gemarmerd vlak en zijn
gesigneerd en gedateerd: AND.WARMOES
pinxit Ao 1778. De schildering is afgeleid van
het slechts enkele decimeters grote reliëf dat
Artus Quellinus omstreeks 1650 uitbeeldde op
de marmeren schouw in de burgemeesters
kamer van het Amsterdamse stadhuis. Boven
de toegangsdeur van de zaal bevindt zich
een schildering waarin en profil de kop van
een Romeinse consul is geschilderd die wordt
omgeven door twee putti en twee adelaars. De
schouw en het plafond bezitten nog bijzonder
stucwerk.
Patriottentijd
Blijft echter de vraag waarom Egbert Elofkes
juist een dergelijke krijgshaftige afbeelding
heeft gekozen als wandversiering in zijn deftige
woonhuis. Immers, de doopsgezinden hielden
zich altijd verre van enig militair vertoon en
hingen de weerloosheid aan. Wel is het zo
dat onder invloed van het patriottisme in de
laatste helft van de achttiende eeuw bij de
doopsgezinden de strengheid van de beginselen
verminderde. De patriotten namen graag de
oude republiek van Rome als voorbeeld, waarbij
het gezag door het volk werd gekozen. Men
keerde zich in de Nederlanden steeds openlijker
tegen het stadhouderlijke bewind van prins
Willem V. In Almelo speelde ook mee dat er
spanningen bestonden tussen de burgerij van
Almelo en gravin Sophia van Rechteren over de
benoeming van de burgemeesters van de stad.
Ook deze wens naar meer invloed op de keuze
van de stadsbestuurders kan van invloed zijn
geweest bij het bepalen van zijn keuze voor
deze schildering.
Stellingen
Helaas is ook de tijd aan de schildering niet
ongemerkt voorbijgegaan. Nadat op 1 januari
1927 Elisabeth Fredrika, de laatste vrouwe
lijke telg uit deze tak van het geslacht Elofkes
overleed, werd er een schoenenzaak in het
Hofkeshuis gevestigd. De vroegere deftige ont
vangstzaal werd magazijn en de schilderingen
werden door stellingen aan het oog onttrokken.
Het mag een wonder heten dat door deze zeer
onwenselijke situatie er geen ernstige bescha
digingen aan de linnen wandbespanning is
ontstaan. Na een latere verbouwing werd de
zaal in gebruik genomen als woonruimte. Dit
had echter grote gevolgen voor de kwaliteit van
de schildering. Door wisselende klimatologische
omstandigheden ging de schildering hard
achteruit. Op diverse plaatsen bladdert sinds
dien de verf af en neemt het craquelé steeds
ernstigere vormen aan.
Restauratierapport
In 1984 werd er door de Rijksdienst voor de
Monumentenzorg een onderzoek ingesteld
naar de fysieke toestand van de schildering.
De conclusie was duidelijk, de toestand van de
schildering is zorgelijk. Zo bevond zich tussen
het spanraam en het doek gevallen gruis waar
door het doek van achteren werd geperforeerd.
Ook brak de verflaag op de scherpe kanten
van het raamwerk en de steunlatten en werd
uitgebreid craquelé geconstateerd. Het rapport
besloot met de opmerking dat de beschilderde
bespanningen als fenomeen uiterst zeldzaam
zijn en daardoor ook waardevol en dat groot
onderhoud zeer noodzakelijk geacht werd. Ook
de bekende restaurateur wijlen Jelle Otter uit
Voorst verrichtte in 1986 een onderzoek. Hij
stelde in zijn rapport dat het niet verantwoord
zou zijn om nog langer te wachten met ingrepen
om de toestand te consolideren. Tevens stelde
hij een restauratieadvies op, waarbij de gehele
bespanning van de wand zou worden afgenomen
en overgebracht naar zijn restauratieatelier. Hier
zou de bespanning worden gereinigd en voorzien
van een nieuwe linnen achterzijde. Inmiddels
zijn we vele jaren verder en is er nog steeds niets
gebeurd. Maar toch zal er iets moeten worden
ondernomen om verder verval tegen te gaan.
Het betreft hier immers een object van enorm
grote cultuurhistorische waarde.
In 2005 werd er door een aantal bezorgde
Almeloërs een stichting in het leven geroepen
die zich ten doel stelt om restauratie van de
wandbespanning mogelijk te maken. Men
weet zich hierbij gesteund door Rijksdienst
voor het Cultureel Erfgoed die eveneens
overtuigd is van de bijzondere waarde van de
wandbespanning.
J.F. Holtmann en M.L. Westenberg zijn bestuurs
leden van de stichting Het Hofkeshuis en de
Vereniging Stad en Ambt Almelo.
28 Heemschut april 2010