In nogal wat gemeenten is onvoldoende (deskundig) personeel werkzaam Foto linkerpagina: Het audiocentrum in Hilversum aan de Sumatralaan 45. Foto's Norman Vervat Foto links: Villa aan de Jonkerweg 15-15 b in Hilversum, in procedure. Foto rechts: Appartementen aan de Hilversumse Boomberglaan. IN 1988 IS BIJ DE EERSTE decentralisatie ronde de vergunningverlening voor rijks monumenten neergelegd bij gemeenten met een monumentenverordening. Deze werden hiervoor onder meer verplicht een monu mentencommissie te benoemen. Dit gebeurde overigens zonder criteria of voorschriften te benoemen waarop later de kwaliteit van de gemeente kon worden beoordeeld. Op 1 januari 2009 heeft het rijk zich nog verder terugge trokken. Gevolg hiervan is dat de rijksoverheid nu minder zicht heeft op wijzigingen die aan monumenten worden aangebracht. De adviesrol beperkt zich tot plannen die het concrete voortbestaan (doorsloop, herbestemming of reconstructie) van monumenten betreffen. Het is dus nu een taak van de gemeenten om toezicht op restauraties en 'kleine' ingrepen te houden. Niet alleen op het gebied van de instand houding is de rol van de gemeenten nu nog groter geworden, ook het ontwikkelen van aanvullend beleid en het aanwijzen van nieuwe monumenten is inmiddels grotendeels een taak van gemeenten. Het rijk zal de komende jaren waarschijnlijk geen nieuwe monumenten van voor 1940 aanwijzen en vermoedelijk ook een bescheiden rol spelen in de bescherming van het erfgoed uit de wederopbouwperiode. De zware taak om oudere gebouwen die over het hoofd gezien zijn bij eerdere inventarisaties een monumentenstatus te geven en het weder- opbouwerfgoed voldoende te beschermen ligt nu dus vrijwel volledig bij gemeenten. Een deel van de 431 gemeenten heeft deze taken inmiddels voortvarend ter hand genomen, vele andere laten deze nog liggen. Kwaliteit Vanwege de grotere rol voor gemeenten is het van zeer groot belang dat het gemeentelijke monumentenapparaat overal van voldoende omvang en van hoge kwaliteit is. Het Rijk heeft dit reeds erkend door meer eisen te stellen aan de samenstelling van de monumentencommis sies, die van wisselende kwaliteit bleken te zijn. Ook dienen er voldoende deskundige ambte naren bij iedere gemeente werkzaam te zijn. Daar schort het helaas met enige regelmaat aan. In nogal wat gemeenten is onvoldoende (deskundig) personeel werkzaam of wordt onvoldoende tijd vrijgemaakt voor monumen tenzorg. De oorzaak voor dit tekort is tweeledig. Een zeer belangrijke oorzaak is van financiële aard. Bij een groot aantal kleinere gemeenten, en opvallend genoeg ook bij enkele grotere, bestaat er, waarschijnlijk om geld te besparen, geen zelfstandige afdeling monumentenzorg. Meestal is de zorg voor het erfgoed in deze gemeenten in handen van een welwillende ambtenaar, bijvoorbeeld een bouwambtenaar of stedenbouwkundige, die monumentenzorg slechts 'erbij doet'. Deze ambtenaren hebben vaak niet voldoende kennis in huis om hun taak op voldoende niveau uit te voeren. Zo komt het voor, dat ambtenaren met vooral kennis van nieuw bouw geacht worden restauratieprojecten te begeleiden. Ook komen kleinere gemeenten door het gebrek aan mankracht vaak niet toe aan het ontwikkelen van een serieus gemeente lijk monumentenbeleid. Het gevolg is, dat veel belangrijk erfgoed nog vogelvrij is. Draagvlak Om (vooral) kleinere gemeenten te helpen zijn provinciale steunpunten monumentenzorg opgericht, zoals het Gelders Genootschap. Deze steunpunten zijn goed voorzien van deskundig personeel en kunnen de taken van gemeenten ondersteunen. Toch zijn het ook bij een derge lijke werkwijze uiteindelijk de gemeenten zelf, die het beleid moeten vaststellen en verdere besluiten moeten nemen. Ook dat kost tijd van de ambtenaren. Ideaal is een situatie niet, als de bescherming van het erfgoed alleen van een grotere afstand wordt geregeld. Het is dus erg belangrijk dat er ook plaatselijk voldoende professionele kennis aanwezig is. Niet alleen, omdat dat waarschijn lijk veel effectiever en efficiënter is, maar ook om het draagvlak onder de bevolking te kunnen behouden en vergroten. Crisis In de grotere gemeenten bestaan ook perso neelsproblemen. Veelal heeft men hier wel een goed opgezette afdeling monumentenzorg, maar bestaat er toch een tekort aan mankracht. Grote gemeenten als Amsterdam of Utrecht, maar ook middelgrote als Hilversum, hebben de afgelopen jaren al veel nieuwe (jonge) monumenten aangewezen. Ook heeft hier april 2010 Heemschut 9

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2010 | | pagina 11