Kees Slager - Het probleem met minister Plasterk en zijn monumentenbeleid
is dat hij visies neerschrijft, die mij uit het hart gegrepen zijn. Maar tegelijker
tijd ontwikkelt hij een beleid, dat helemaal niet garandeert dat zijn mooie
teksten ook tot realiteit worden verheven.
Kees Slager, die sinds 12 juni 2007
deel uitmaakt van de SP-fractie in
de Eerste Kamer, heeft van heel
dichtbij de politieke verwikkelingen
rond de nieuwe wet Modernisering
Monumentenzorg meegemaakt.
Hieronder zijn waarnemingen en
aansluitend zijn eigen ervaringen
met de zorg voor monumenten.
Een dag voor de eerste kamer in
De Lintumsmolen
Houtzagerij
Eiken - Douglas - Lariks - Grenen
Te zagen op elk gewenste maat.
Lengte's tot 12 meter.
Gosselinkweg 6, 7108 BP Winterswijk
Tel. 0543-564788, Fax 0543-564362
www.gebinten.nl
november 2008 met hem in debat ging
over de wijziging van de Monumentenwet 1988,
reikte een gedienstige ambtenaar mij de visie
van de minister aan op de modernisering van de
monumentenzorg. ('Een lust, geen last'). Ik las
het stuk snel door en stuitte op het fragment:
'Mensen ontlenen een belangrijk gevoel van
identiteit, van 'thuis zijn', aan de objecten en
gebieden uit het verleden. De molens en kerk
torens in het landschap zijn meer dan leuke of
mooie dingen. Zij zeggen tegen de mensen:
'Dit land is jouw land'.'
Prachtige woorden, niet door een ambtenaar,
maar door de minister zélf op papier gezet,
die ik meteen en graag citeerde, maar dan
wél gevolgd door de vraag of ze niet botsten
met de wet die wij op dat moment behan
delden. Want daarin werd de vier jaar eerder
ingevoerde 'bevriezing' van het vooroorlogse
monumentenbestand definitief gemaakt. En
daarmee - zo hield ik de minister voor - werden
alle gebouwen die geen topmonumenten zijn,
maar wel ankerplaatsen voor de herinnering
van duizenden mensen in dorpen en steden zijn,
aan hun lot overgelaten. Want wat kon iemand,
wiens jeugd zich afspeelde in de nabijheid van
dat ongebruikte karakteristieke stationsgebouw
of het overbodig geworden raadhuisje, nog
aan steun verwachten van deze wet als daar de
sloophamer dreigde?
Ik gaf hem mijn eigen stoomgemaal als voor
beeld. Het is van 1910, was nooit beschermd
maar werd nadat ik het in 2003 had gekocht
- op het nippertje - verheven tot de status van
rijksmonument. 'Welke bescherming zou het
hebben gekregen als ik het twee jaar later had
aangemeld?', zo probeerde ik hem ervan te
overtuigen dat het beter ware om de mogelijk
heid open te houden tot het aanmelden van
vooroorlogse panden, die niet beschermd zijn
maar wel beschermwaardig zijn.
Zijn antwoord was afhoudend, al wilde hij de
deur dan wel op een heel klein kiertje zetten:
'Tips blijven welkom, maar een aanmelding kan
geen schorsende werking meer hebben.'
De minister wilde nieuwe wegen inslaan, het
was volgens hem tijd voor een Moderne Monu
mentenzorg.
Dat beleid, waarbij de Monumentenwet niet
langer als hindermacht kan worden gebruikt
om sloop te voorkomen, maar waarin het
belang van monumenten ai in een vroeger
stadium wordt meegewogen bij het opstellen
of wijzigen van bestemmingsplannen, staat
in de uitvoerige beleidsbrief die hij in het
Constructieweg 19
3641 SB Mijdrecht
T 06 54780255
Fotogallery op www.edelglas.nl
14 Heemschut februari 2010