Links fase 5: Erik
Boom toont het resul
taat na twee weken
werk. Het vernieuwde
deel is de onderzijde.
Let op de inzetstukken
bij het slot (midden
onder).
Rechts: Beklamping
van het raamwerk
waarop het betengel
wordt gespannen.
De klampen worden
tussen muur en
raamwerk rondom
aangebracht om te
voorkomen dat het
raamwerk doorbuigt
waardoor de betenge-
ling de muur raakt
en zijn isolerende
werking verliest.
Ca 1250. De verster
king, van graaf Otto
II van Gelre. De motte
is duidelijk zichtbaar.
Reeonstructietekeningen
door André Viersen en
Grazyna Turolska, BBA
2009.
Situatie gezien naar
Noord na 1285, na
toevoeging zaak
vleugel (thans niet
meer aanwezig) aan
de zuidzijde. Brug
met ingang aan de
westzijde.
Ca 1570. Situatie kort
voor de verwoesting
in 1574. Het Donjon
(midden achter)
dateert uit midden
15e eeuw.
Hoofdverdieping.
Faseringsplattegrond
(zie legenda) door André
Viersen m.m.v. Danielle
Huijgens Ft Sven de Graaf,
BBA 2009.
1265
1355
1400-1450
1400-1500
1450-1525
1525-1550
ca. 1550
1627
1650-1700
ca. 1850
1875
1895
Kastelenkunde van Jaap Renaud.
Prof. Renault overleed op 25 april 2007.
De Nederlandse Kastelenstichting en bureau
Baac bv (archeologie en bouwhistorie)
hebben een levensschets van hem samen
gesteld en die uitgegeven onder de titel:
'De Delftse colleges Kastelenkunde van prof.
dr. Jaap Renaud'. [red. Rob Gruben, Anne-
mieke Wielinga, Marjolijn Saan]. Wijk bij
Duurstede/'s-Hertogenbosch 2008. Naast
de levensloop van Renaud, diens betekenis
voor de kastelenkunde en een bibliografie
worden ondermeer behandeld de verschil
lende door hem besproken kasteeltypen als
het motte kasteel, de ronde waterburcht en
het rechthoekig kasteel. Renaud plaatst een
en ander in het tijdsbeeld van bloei van het
kasteel en het einde van het kastelentijd
perk. Hier is van belang zijn bespreking en
definiëring van het motte kasteel - het cha
teau a motte (motte heuvel). Het motte
principe gaat er van uit dat de ophoging
er voor moet zorgen dat men zich uit de
hoogte kan verdedigen als vuistregel
kunnen we hanteren dat als de heuvel
een militaire rol wil spelen, deze driemaal
manshoog - 4,5 tot 5 meter - dient te
zijn.' (pp 42,43) Als bekende voorbeelden
noemt hij: kasteel Kessel in Limburg en de
ronde burcht in Leiden.
Info: www.kastelen.nl
oktober 2009 Heemschut 31