Veel kenmerken van de
oude Hanzestad zijn
in Zwolle nog steeds
terug te vinden
Het Zwolse museum De Fundatie. Foto: Gea Schilte
HET BEZOEK AAN ZWOLLE zal voor velen
beginnen bij het station. Marcel Over
beek, lid van de Overijsselse Provinciale Com
missie, staat al in de hal te wachten. 'Dit is een
Rijksmonument,' vertelt hij. 'Het stamt uit 1868
en is gebouwd in Neoclassicistische stijl naar
een ontwerp van het Ministerie van Waterstaat.
Vanwege de omvang heette het destijds een
Klasse 1 station. Elders in Nederland is zoiets
alleen nog in Dordrecht te vinden.'
Recht tegenover het station ligt de Stations
straat met kapitale panden die Zwolse nota
belen en ondernemers tussen 1860 en 1870
lieten bouwen. Overbeek wijst op de geslaagde
restauratie en nieuwbouw van Hotel Wientjes.
Over het witte appartementencomplex erte
genover spreekt hij veel minder lovend.
Sassenpoort
Aan het eind van de Stationsstraat slaat Over
beek rechtsaf, langs de gracht rond de oude
Hanzestad die al in 1230 stadsrechten kreeg. De
contouren van de bastions zijn nog herkenbaar.
Even verderop staat de Sassenpoort, oorspron
kelijk van rond 1407, maar na diverse aanpas
singen en restauraties flink van aanzien veran
derd: 'In 1892 waren er plannen om de poort te
slopen en de gemeenteraad ging daar bijna mee
akkoord. Het scheelde precies een stem. Daar is
Zwolle nu nog blij om, want de poort is samen
met de Katholieke Onze Lieve Vrouwenkerk,
beter bekend als de Peperbuskerk, het meest
karakteristieke gebouw van de stad.'
Als je de gracht volgt en daarna de Asser-
dorperstraat neemt, kom je vanzelf bij het
Domieanenklooster waar Heemschut vergadert.
Overbeek: 'Het klooster heeft een gave kerk
en een kloosterhof aan wat toen de rand van
De Sassenpoort in Zwolle. Foto: Gea Schilte
de stad was. Gebouwd in Franse stijl naar een
ontwerp van de architect Kayser.'
Overbeek steekt echter de gracht over - 'Dit
is de op een na oudste betonnen brug van
Nederland' - en loopt onder de Sassenpoort
door. 'Aan je linkerhand zie je de Koestraat. Let
op de lantaarns aan de huizen. De gemeente
wilde die vervangen door palen van Essent. In
andere delen van de stad is dat gelukt, maar in
de Koestraat gingen de bewoners dwarsliggen
en ook Heemschut heeft haar zegje gedaan.
Met succes.'
Gevelstenen
Onderweg naar het centrum wijst Overbeek
links en rechts op gevelstenen, waarover hij
een boek schrijft. Eerder schreef hij over de
Jugendstilpanden van Zwolle, die relatief talrijk
zijn omdat de middenstand rond 1900 een
bloeiperiode doormaakte. De Bethlehemkerk,
een voormalige kloosterkerk die je onderweg
naar het centrum passeert, is nu in gebruik
als horecagelegenheid. 'Een geslaagde vorm
van hergebruik.' De lantaarns bij het moderne
stadhuis hangen boven de straat en Overbeek
betreurt het verlies van de oude lantaarns van
de Zwolse ijzergieterij Wispelweij.
Stadhuis
Het ontwerp voor dit stadhuis was rond 1970
onderwerp van felle discussies, omdat de
betonnen bak een aantasting voor de sfeer
van de binnenstad zou zijn. Door verzet van De
Vrienden van de Stadskern Zwolle, een organi
satie waarmee Heemschut Overijssel regelmatig
samenwerkt, kon de grootste schade voor
komen worden.
Op het plein van de Grote of Sint Miehaëlskerk
staat Overbeek even stil: 'De toren was ooit 115
meter hoog, hoger dan de Domtoren. Bij een brand
in1682 is de toren verloren gegaan. Het moet een
waar inferno zijn geweest.' Hij loopt naar de Melk
markt waar de Harmonie, ooit de Herensociëteit,
nu een horecagelegenheid is.
Achter de Harmonie staat een rij verpauperende
gebouwen: 'Hiervoor is Heemschut in actie
gekomen. Het gaat om een bankgebouw van de
Geldersehe Credietvereniging, die later is opge
gaan in de ABN Amro. Gebouwd in Amsterdamse
Schoolstijl, een ontwerp uit 1929 van Van Straaten.
Een projectontwikkelaar wil hier appartementen
en winkels bouwen. We hebben samen met andere
organisaties een stichting opgericht die het bank
gebouw en een aantal interessante middeleeuwse
panden moet redden. We zullen tot het gaatje
gaan.'
De weg langs het bankgebouw volgend kom je
langs een serie fraaie historische panden, maar
Overbeek loopt door. 'We hebben het oude cen
trum doorkruist en zijn terug bij de gracht. Over de
geplande nieuwbouw hier heeft Heemschut Over
ijssel grote twijfels. Veel te hoog en te massaal.'
Het gaat om een nieuwbouw op het Rode Toren
plein. En, aan de overkant van de gracht, om het
fabriekscomplex 'De Volharding', dat plaats moet
maken voor een complex van vijftig tot zestig
meter hoog. 'Dit is het laatste voorbeeld van de
oorspronkelijke fabrieksarchitectuur van de Zwolse
binnenstad. De geplande nieuwbouw is veel hoger
dan wat is toegestaan in het beschermde stads
gezicht. De gemeente heeft dat eenvoudigweg
opgelost door de grenzen van het beschermde
gebied te verleggen. 'De Volharding' valt er nu
opeens buiten. Dat is Zwolle, een stad met veel
mooie maar ook wel met zorgelijke kanten.'
april 2009 Heemschut 31
W USEUW D E FUNDAti fe ^T.