Marianne Rietvink: 'Zijn monumenten een lust of een last?' iihiiIU Marianne Rietvink voor het even, door sloop, goed zichtbare station van Haarlem. Foto M. Rietvink En... verdient Haarlem het wel om de vijfde Monumentenstad van Nederland te zijn? Vragen die Marianne Rietvink stelde aan poli tiek en burgers van Haarlem. MARIANNE HEEFT als vicevoorzitter van de Stichting de Hoeksteen, eind jaren negentig opgericht door Henk Vijn, volop aandacht gevraagd voor de ontwikkelingen op het Raaksterrein. De stichting heeft zeven jaren gestreden voor het behoud van het monumen tale scholencomplex en het kerkje De Hoek steen, gevochten tot de laatste snik. Tevergeefs -kerk en schoolgebouwen werden gesloopt - en de nieuwbouw is momenteel in volle gang. Een gemiste kans voor de gemeente, want de oude Raaks was de ideale plek voor het stadskantoor geweest. Met een enorme kater, maar niet moegestreden organiseerde ze eind 2007 een debat over het Haarlemse monumentenbeleid. En met succes, want inmiddels staat de aanwijzing van gemeentelijke monumenten weer volop op de politieke agenda. In een gemeentelijke ambte- narenla lag al jaren een lijst met 700 potentiële 'Jongere Monumenten'. De lijst is eindelijk door haar burgerinitiatief uit die la gekomen en inmiddels zijn de eerste 80 eigenaren aange schreven. Het betekende een kentering in het Haarlems Monumentenbeleid en voor Marianne een overwinning. Momenteel maakt ze zich zorgen over een tunnel voor de Zuidtangent-bus die onder de stad naar het station moet leiden. Zij is van mening dat een bovengrondse lightrail goedkoper en minder schadelijk is voor de stad. Maar ook de ontwikkelingen aan de Spaar- neoever nabij Molen de Adriaan en het Cavex- terrein baren haar zorgen. 2009 is uitgeroepen tot Haarlems erfgoedjaar, hopelijk kunnen we daar volgend jaar met een meer gerust hart op terugzien. Wat is je grootste passie? Mijn grootste passie is genieten van datgene dat dicht bij huis is. Een stad- of strandwande ling maken, daarna lekker met vrienden wat eten en drinken. Hoe ben je bij deze organisatie beland, waarom spreekt juist dit onderwerp je aan? Ik ben bij Stichting de Hoeksteen beland omdat zij de enige monumentenbeschermings-organi- satie in Haarlem was die streed tegen sloop van het Raakscomplex. Niet achteraf in rijk geïllu streerde boeken laten zien hoe mooi een plekje in Haarlem was, maar strijden om behoud als het er nog staat. Wat is je favoriete object? Het Rietveld-Schröderhuis van G.T. Rietveld te Utrecht, het Sanatorium Zonnestraal (1931) van Duiker, Bijvoet en Wiebenga te Hilversum, het Sint Hubertus Jachtslot van Berlage in Park de Hoge Veluwe, de Van Nellefabriek (1931) van Van der Vlugt en Brinkman te Rotterdam, het Sonneveldhuis (1933) eveneens van Brinkman en Van der Vlugt, de Amsterdamse Schoolarchi- tectuur zoals Het Schip (1920) en het gebouw de Dageraad van De Klerk te Amsterdam. Als het gaat om Haarlem en omgeving zou ik minimaal Teylersmuseum en het gemaal de Cruquius (1849) in de Haarlemmermeer noemen. Het laatste erg verpest omdat een projectontwikkelaar daar vlak naast kans zag een appartementencomplex te bouwen in de plaats voor de laatste graansilo die refereerde aan vervlogen tijden van de Haarlemmermeer. Wat is je grootste ergernis? Het ruimtelijke ordeningsbeleid in Nederland. Wat zou je doen met een miljoen? Ik zou het investeren in 'hoop'. Hoop op duurzaamheid, hergebruik en respect voor alles wat leeft en bestaat. Gebouwen en andere objecten zijn boegbeelden van onze voorouders die met liefde en vakkundigheid de mooiste dingen tot stand brachten onder slechte (arbeids)omstandigheden. Het is rustgevend en imponerend om te lopen in een omgeving waarvan je weet dat hier generaties voor ons hebben gelopen, geleefd en gewerkt. Kijk maar eens boven etalages naar de rest van de panden, dan zie je de details en de vroegere schoonheid. Anne Marie ten Cate april 2009 Heemschut 27 jnuui

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2009 | | pagina 29