Restaurati
Bij de schoonmaak van deze ronde hoek in de De buitengevel van de Begijnenkapel in Amsterdam is zo vaak gereinigd nadat hier graffiti was gespoten,
Raadhuisstraat in Amsterdam is de oorspronke- dat de steentjes op ooghoogte zijn uitgehold. Hier en daar is nog iets van de olielaag te zien waarmee de
lijke tekening van het materiaal verdwenen. gevel in vroeger eeuwen werd beschermd.
een moderne voeg niet goed verenigbaar is met
de samenstelling van het historische metsel
werk. Cementvoegen zijn veelal te star, waar
door de voeg niet goed aan het metselwerk
hecht en de waterkerende functie niet goed kan
vervullen. Daarnaast kunnen er, met name bij
toepassing van witte portlandeement, chemi
sche reacties optreden die ernstige schade aan
het metselwerk veroorzaken. Allemaal redenen
om niet te snel over te gaan tot het integraal
vervangen van voegwerk. Bij herstelwerk kan de
voeg ook verwijderd worden met gereedschap
dat geen schade toebrengt aan het historische
metselwerk. Voor deugdelijk werk moet de
samenstelling en hardheid van de voeg zijn aan
gepast aan het bestaande voeg- en metselwerk.
Water weren
Bij hydrofoberen wordt, na het reinigen van
de gevel, een waterwerende laag op de gevel
aangebracht. Hoewel de meeste producten
ademend zijn, belemmeren zij toch hetvoeht-
transport door de gevel. Water dat vanuit een
pand in de winter in de gevel belandt (door
condensatie van waterdamp als gevolg van het
afkoelen van de lucht in de constructie) kan er
moeilijker uit, waardoor de kans op vorstsehade
toeneemt. Daarnaast kan er zoutophoping
ontstaan achter de hydorfobeerlaag door
zouten die uit het metselwerk zijn opgelost en
bij verdamping achterblijven. Een veel gecon
stateerde schade als gevolg van hydrofoberen is
het kapot drukken van de bakstenen.
Een ander probleem is, dat hydrofobeermid-
delen verweren. Na een aantal jaren moet
opnieuw gehydrofobeerd worden, anders kan
de gevel plaatselijk inwateren. Verder moet een
gevel homogeen van aard zijn en niet te veel
zouten bevatten, omdat is de hydrofobeerlaag
dan op den duur niet waterdicht is. Het proces
van hydrofoberen is niet omkeerbaar. Het is
dan ook sterk aan te bevelen een gevel pas te
behandelen als gewone bouwkundige maatre
gelen geen oplossing bieden om voehtdoorslag
te voorkomen.
Het is altijd beter de gevel niet van zijn
natuurlijke beschermlaag te ontdoen door
reiniging, zodat er ook geen noodzaak is tot
hydrofoberende middelen of vervanging van
het voegwerk.
H. van der Zanden, Compagnon van adviesbu
reau Onderzoek en Ontwikkeling Monumenten,
www.oomadvies.nl
Monumentenreiniging is weliswaar vergun-
ningplichtig, maar in de praktijk doet men het
gewoon vaak even snel tussendoor. Veel eige
naren menen zelfs dat monumentenzorg het van
hen verlangt om op deze manier een pand 'mooi'
te maken. Bij panden zonder monumentale status,
vaak in woonwijken uit de periode 1870-1940, is
onnodige reiniging een probleem dat nog moei
lijker is aan te pakken dan bij de monumenten.
Hier ontbreek het toezicht immers volledig.
Het is derhalve van groot belang dat mensen
worden gewezen op de negatieve aspecten van
het reinigen van gevels.Daarom moeten erfgoed
organisaties als de Bond Heemschut aandacht
blijven vragen voor dit probleem.
18 Heemschut april 2009