De winkelstraat de Demer
en omgeving werden in
1942 tijdens een bombarde
ment, dat bedoeld was voor
de Philipsfabrieken, totaal
verwoest.
Oudere monumenten ontlenen immers hun
waardering vaak aan de kracht van de verhalen.
De lage waardering voor met name het naoor
logse gebouwde erfgoed is een probleem waar
de stichting tegenaan loopt als zij gebouwen
uit de wederopbouwperiode voordraagt voor
opname in de gemeentelijke lijst. Voorstellen
voor het aanwijzen kosten steeds veel over
tuigingskracht. Meer inzicht in de specifieke
architectonische en stedenbouwkundige
kwaliteiten van de wederopbouwperiode, met
name bij de betrokken ambtenaren en vooral
ook architecten is dringend noodzakelijk. De
stichting brengt dit erfgoed onder de aandacht
met lezingen, voor bijvoorbeeld Eindhovense
organisaties of in het Eindhovens Architectuur
centrum ACE
Ook neemt de stichting deel aan de Open
Monumentendagen met een lezing en rond
leidingen langs wederopbouwpanden. Echter,
op wetenschappelijk niveau is de architectuur
en stedenbouw van de naoorlogse jaren nog
onvoldoende bestudeerd om in vakkringen door
te dringen en zodoende gefundeerd tegendruk
te leveren aan de hedendaagse economische
argumenten bij de planontwikkeling.
De Demer
Het eerste werk dat de stichting onderneemt
is het inventariseren van de wederopbouw uit
begin jaren '50 in het centrum van de stad. De
winkelstraat de Demer en omgeving waren in
1942 tijdens een bombardement, dat bedoeld
was voor de Philipsfabrieken, totaal verwoest.
De herbouw van dit gebied vond plaats op basis
van het Wederopbouwplan voor de Binnen
stad 1946, dat reeds binnen één maand na het
bombardement gereed was. Plet was ontworpen
door architect J. van der Laan uit Leiden,
die werd aangewezen als supervisor en een
belangrijke inbreng had bij de architectonische
vormgeving.
Oorspronkelijk is de Demer deel van een door
gaande noord-zuid route van 's-Elertogenbosch
naar Luik, door de stad Eindhoven. In het plan
veranderde de Demer, mede door de aanleg van
de verhoogde spoorbaan in de nabije omgeving,
in alleen winkelstraat.
Van der Laan herbouwde de straat als een
klassieke straat met veel aandacht voor de
gevelwanden. De individuele panden vertonen
grote overeenkomst in schaal en maatvoering.
De straatwand is duidelijk, onder strenge regie
van Van der Laan, als een geheel ontworpen.
Tussen de panden speelt een fijnzinnig spel van
variatie en overeenkomst. De aardigheid zit in
de details die de gevels tonen. Een enkele keer
is er met een gevelsteen een verwijzing naar de
aard van de winkel. Karakteristiek is de tradi
tionele architectuur van de panden: het is een
voortzetting van de architectuur uit de jaren
dertig elders in het centrum. Slechts een enkel
individueel pand verwijst naar het Modernisme
uit de jaren twintig. Interessant is dat men een
ambachtelijke bouwwijze vaak combineert met
allerlei toepassingen van de na-oorlogse bouw
techniek. Veelvuldig gebruik van stalen ramen,
kunststeen-elementen (beton) en geprefabri
ceerde bouwelementen.
Hoewel het een tijd was van een tekort aan
materiaal en financiële middelen, zijn de meeste
panden zorgvuldig gedetailleerd en degelijk
gebouwd, zelfs het gebruik van duurdere
natuursteen is niet geschuwd. De middenstand
was trots op het eigen pand en het bouwen in
het centrum vroeg om bijzondere aandacht.
Een ansichtkaart van een halve eeuw
geleden. Foto Martien Coppens
Gevelreclame kan het beeld van deze
bijzondere straat verstoren.
Een kenmerkend hoekpand in de Eind
hovense winkelstraat. Foto's Norman
Vervat
Een van de winkelpanden met nog veel
van de oorspronkelijke details.
februari 2009 Heemschut 25
Eindhovens' Wederopbouwerfgoed: De Demer