Soms is zelfs een gang naar de rechter nodig om bijvoor beeld ziehtassen buiten de buitenplaats af te dwingen. Huis De Werve in Rijswijk vanuit de tuin. naast buitenplaats Ter Wadding in Voorschoten. In dit bestemmingsplan is opgenomen dat direct naast deze 17de eeuwse buitenplaats drie woontorens mogen verrijzen, die in zijn geheel niet passen bij de maat en schaal. Ook is in het stedenbouwkundige plan van de woonwijk bij buitenplaats Offem niet ingespeeld op een ziehtas die vanaf het huis in noordelijke rich ting liep. Deze is dichtgegroeid, Offem is een afgesloten geheel. Soms is zelfs een gang naar de rechter nodig om bijvoorbeeld ziehtassen buiten de buitenplaats af te dwingen, zoals de eigenaresse van buitenplaats Berbiee in Voorschoten heeft gedaan. De gemeente wilde de ontsluitingsweg van de nieuwe wijk Alle- mansgeest in de centrale as van de tuin leggen. Autolampen zouden 's avonds haar woonkamer in schijnen en er zou een rotonde met extra verkeersborden komen. De rechter stelde haar in het gelijk. Gaat het in dit geval alleen om het belang van die ene eigenaar? Nee, want door zichtlijnen behouden we, sporadisch, zicht op ons open polderlandschap, een collectief bezit. Beschermd Zuid-Holland heeft ruim tweehonderd buiten plaatsen en landgoederen. Op de strandwallen of aan de binnenduinrand, langs de trekvaart of langs de rivieren en in de droogmakerijen zijn er nog veel meer geweest. Een buitenplaats is een luxe huis, met een aangelegde tuin en andere tuinelementen in een (cultuur) land schap. Een landgoed heeft een vergelijkbare opbouw, maar daar ligt de nadruk op agrarische productie. Oorspronkelijk waren het vaak een hofstede. Vorm en uiterlijk was geïnspireerd op de ontwerpen van de villa's in Noord-ltalië. De Oranje-stadhouders Maurits en Frederik Hendrik voerden deze ideeën door in paleizen als Te Nieuwburch en Honselersdijk. Vanaf het midden van de 17e eeuw werd de buiten plaats mode onder de burgerij. Men had dan niet alleen een huis in de stad, maar ook een daarbuiten, omgeven door een aangelegde tuin om in de zomer de stad achter je te laten. Rijke stedelingen legden hun buitenplaatsen en land goederen aan net rond de grote steden. In de zomer werd er getuinierd, er werden bijzondere planten gekweekt en er werd van het landleven genoten. Dit terugtrekken in de natuur was ook een manier om dichterbij Gods Schepping te kunnen zijn. De aanleg van de tuin was, naar onze ogen nu, strak georganiseerd volgens assen en maat- systemen. En met hegjes, parterres de broderie en bomenlanen, die later werden vervangen door meer glooiende paden en groen. Aan vankelijk was de ideale natuur omgeven door een bomenlaan of dijk als (visuele) afsluiting tussen tuin en landschap. In de tuin kon je een idyllische wereld scheppen. Veel buitenplaatsen en landgoederen hadden zichtlijnen naar het landschap, de waterweg, naar de stad (toren) of naar de buurman. Ook hadden sommige buitenplaatsen spel elementen in zich, zoals kaatsbanen. Of ze waren in de buurt van maliebanen aangelegd; een populair balspel in die tijd. En ook dit vormde weer een verbinding met de stad, het territorium verplaatste zich naar het platteland. Deze buitenplaatsen werden in bestaande land schappen, zoals de strandwallen van de kust aangelegd. Ook in nieuw ontgonnen gebieden ontstonden buitenplaatsen. Een mooi voorbeeld is de droogmakerij de Beemster in Noord- februari 2009 Heemschut 17

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2009 | | pagina 19