Op zoek naar
wandkunst
Stations op
NS-monumentenlijst
Hoogst,
De Belle van Zuylen
Wandkunst uit de wederopbouwtijd wordt
bijna nog meer dan de gebouwen zelf bedreigd.
Nog afgelopen voorjaar werd in Haarlem bij
de ingang van de voormalige Arbo Unie een
betonreliëf van Hans Wiesman gedeeltelijk
gesloopt, ondanks eerdere afspraken over
behoud van dit kunstwerk.
In overleg met de erfgenamen van de kun
stenaar is nu afgesproken dat het aangetaste
reliëf in de huidige staat een nieuwe plaats
in de buitenlucht zal krijgen, om te laten zien
hoe onachtzaam met deze kunstvorm wordt
omgesprongen.
Het Instituut Collectie Nederland (ICN)
inventariseert samen met de bureaus monu
mentenzorg van de grote gemeenten, met de
Rijksdienst voor Archeologie, Monumenten
en Cultuurlandschap (RACM), het Rijksbureau
voor Kunsthistorische Documentatie (RKD),
de Rijksgebouwendienst (RGD) de wandkunst
uit de naoorlogse jaren. Dit om te voorkomen
dat bij sloop van gebouwen de bijbehorende
kunst geruisloos mee verdwijnt. Doordat nog
steeds een landelijk overzicht ontbreekt is het
moeilijk te bepalen, meent het ICN, of een werk
behouden moet blijven. Onderzocht wordt de
periode 1945 tot 1965. Op de website
www.helpwandkunstopsporen.nl kan iedereen
informatie plaatsen van wandkunst in de buurt.
Een verbinding met Google Earth zorgt ervoor
dat deze informatie direct wordt opgenomen in
het steeds groeiende landelijke overzicht op het
internet. Naast deze website is ook de informa
tieve site www.wederopbouwkunst.nl ontwik
keld. Hier staat onder meer informatie over het
project 'Behoud monumentale wandkunst uit
de wederopbouwperiode' en voorbeelden van
herplaatsing en behoud van wandkunst.
De Nederlandse Spoorwegen lijken oog te
krijgen voor de naoorlogse stations en andere
spoorbebouwing, doordat bijzondere stations
op een eigen NS-monumentenlijst worden
geplaatst. De directeur Vastgoed, Jaap Reijn-
ders, zegt dat de stations inmiddels een flink
aantal stromingen in de architectuur van na
1945 vertegenwoordigen. Vooralsnog zijn 27
opmerkelijke gebouwen op de voorlopige lijst
gezet. Een seinhuisje in Maastricht staat er
naast het nieuwe station Leiden (1996, een
glazen kooiconstructie) of kleine stations als
Almelo De Riet (1957). Eindhoven Centraal
(1956) is meer een betonnen doos.
Foto links: Bij de Amsterdamse sportaeademie in
Osdorp kon door woningcorporatie Ymere dit kunst
werk van Elenbaas worden behouden.
Foto Ymere
Foto rechts: Station Heemstede/Aerdenhout uit de
jaren vijftig, op de eigen monumentenlijst van NS.
Foto Heemschut
Utrecht bouwt aan de westkant, bij de kruising
van de overdekte rijksweg A2 het spoortraject
Utrecht-Den Haag langs het Amsterdam-Rijn
kanaal een stadscentrum voor Leidsche Rijn.
Ten noorden van de spoorlijn bevindt zich
het deelgebied Leidsche Rijn Centrum Noord.
De Belle van Zuylen moet hier de aandacht
vangen: een toren van 262 meter hoog, volgens
het plan van ontwikkelaar Burgfonds en de
Architecten Cie. (Pi de Bruijn en Branimir Medi).
De eerste reacties op de schetsen van deze
hoogste toren van Nederland waren zowel
kritisch als lovend, de gemeenteraad is over
wegend positief. Inmiddels is de haalbaarheid
van de realisatie getoetst en het haalbaarheids
onderzoek goedgekeurd en barst de discussie
in Utrecht en verre optrek pas goed los. Wat
vooral een knelpunt is, is hoe torenhoge Belle
zich zal verhouden tot haar omgeving.
augustus 2008 Heemschut 29
/s