Nieuwe Rijksadviseurs benoemd Jaarboek legt infrastructuur rondom het erfgoed vast Bomen beschermen is taak gemeenten Den Hoog - Met de benoeming van drie rijksadviseurs, per 15 augustus, is het nieuwe College van Rijksadviseurs compleet. De benoeming van Liesbeth van der Pol als nieuwe Rijksbouwmeester was al eerder bekend gemaakt. Minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat heeft Ton Ven hoeven (54) benoemd tot Rijksadviseur voor de Infrastructuur. Hij volgt prof. ir. Jan Brouwer op. Venhoeven studeerde als architect eum laude af aan de Technische Universiteit Delft. In 1995 vestigde hij zich als zelfstandig architect en in 1998 heeft hij zijn eigen bureau VenhoevenCS Architekten in Amsterdam opgericht. Sinds 2005 is hij hoogleraar Archi tectural History and Theory aan de Technische Universiteit Eindhoven. Diverse infrastructuurprojecten staan op zijn naam. Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft ir. Yttje Feddes (54) benoemd tot Rijksadviseur voor het Landschap, die daarmee ir. Dirk Sijmons opvolgt. Feddes studeerde in 1980 af als landschapsarchi tect aan de Landbouwuniversiteit Wageningen. Achtereenvolgens werkte zij als landschapsarchitect bij stedenbouwkundig bureau Zandvoort, het Staatsbosbeheer, Ingenieursbureau Amsterdam en H+N+S landschaps architecten. In 2006 richtte zij samen met Berdie Olthof het bureau Feddes/Olthof landschapsarchitecten op. Daarnaast is zij gast-docent aan de Academie van Bouwkunst. Van recente datum zijn haar inrich- tingsschetsen voor het toekomstig landschap van de Randstad, in het kader van de Ontwikkelingsbeelden Randstad 2040. Yttje Feddes zal haar functie als Rijksadviseur part-time vervullen en blijft verbonden aan haar bureau. Minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tot slot benoemde drs. Wim Eggenkamp tot Rijksadviseur voor het Cultureel Erf goed. Hij volgt prof. drs. Fons Asselbergs op. Eggenkamp (62) studeerde in 1970 af aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Hij was werkzaam bij meerdere gemeenten en heeft diverse functies op het terrein van monumentenzorg uitgeoefend. Zo was hij van 1991 tot medio 2007 directeur van Stadsher stel Amsterdam NV, de grootste restaurerende instelling van Nederland. Op het ogenblik is hij voorzitter van het Jaar van het Religieus Erfgoed. Het College adviseert over diverse ruimtelijke inrichtingsvraagstukken, zoals plaatsing van windturbines, toekomst van de Rijksbufferzones, Almere Pampus, binnenstedelijk bouwen, hoogbouw in Nederland en over leegstand en herbestemming ('de oude kaart van Nederland'). Het nieuwe Jaarboek Monumenten, Archeologie en Cultuurlandschap 2008 een uitgave van Erfgoed Nederland, brengt de infrastructuur rondom erfgoed en ruimte in kaart. Het geeft een overzicht van orga nisaties, regelingen, beleids- en financiële informatie over de monu mentenzorg, archeologie en cultuurlandschap in Nederland. Handig voor iedereen die bij die terreinen in ons land betrokken is. Het Jaarboek is een voortzetting van het jaarlijkse Monumentenjaar boek dat voorheen door het NCM werd uitgegeven. Uit het nieuwe overzicht blijkt een grote betrokkenheid van talrijke organisaties en instellingen, particulier en van overheidswege. Nu het monumenten- veld steeds meer en steeds intensiever te maken krijgt met andere disciplines, is ook de opzet van het traditionele Monumentenjaarboek veranderd. Naast informatie over monumenten staan hier ook gege vens over archeologie, landschap en zelfs educatie bijeen. Professor Fons Asselbergs geeft in een inleiding zijn visie op de particuliere organisaties in het erfgoedveld. Het Jaarboek is te bestellen voor 17,50 (inclusief portokosten) op de website van Erfgoed Nederland: www.erfgoednederlond.nl. Bescherming en onderhoud van beeldbepalende bomen in steden en dorpen is een verantwoor delijkheid van de gemeenten waarin die monu mentale bomen staan. Dat schrijft minister G. Verburg van landbouw en natuur in antwoord op vragen van de Partij voor de Dieren. De minister is niet van plan landelijke regels op te stellen als extra bescherming voor dergelijke beeldbepalende, bijzondere bomen. Gemeenten gaan, vindt de minister, voldoende zorgvuldig om met de afwegingen voor een kapvergun- ning en soms kan de rechter daar nog extra naar kijken. Het onderhoud van de bomen biijft echt een taak voor de gemeenten. Wel steunt het ministerie het bijhouden van een register van monumentale bomen, opgesteld door de Bomenstichting. 36 Heemschut juni 2008 Jaarboek Monumenten, Archeologie en Cultuurlandschap ruimte Erfcoed en

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2008 | | pagina 38