Grachten schuren Schipperswachtlokaal Hollandse IJssel werd later gebruikt voor het bewerken van lamsvellen tot zeemleer, een stinkende en vervuilende bezigheid. Gevolg van het plaatsen van de molens was overigens, dat de sluizen niet langer water spuiden, maar in lieten. In de achterliggende Rijnlands boezem werd daar door grote wateroverlast ondervonden. Door de drooglegging van de Haarlemmermeer in 1851 verergerde dit nog. Stoomkracht verving in 1869 de volmolens. Reeent is de duiker van de Grote Volmolen gerestaureerd. Sinds 1970 pompen ze alleen nog vervuild water uit de Goudse grachten in het buitenwater. Waaierdeur In 1615 werd de Havensluis gebouwd, als getijdenkeersluis om het opslibben van de Haven vanuit de Hollandsche IJssel tegen te gaan. De daarmee ontstane sehutkolk tussen de Havensluis en de Donkere Sluis heeft een lengte van 402 meter. In 1954 werd de Havensluis ver vangen door een duikersluis onder de Nieuwe Veerstal en kwam aan de scheepvaart door de Haven en de Binnen-Gouwe een einde. Om de Hollandsche IJssel bevaarbaar te houden stelde Jan Blanken, in 1810 de directeur van de Waterstaat, voor de rivier te kanaliseren tussen Vreeswijk en Gouda. Dit moest gebeuren met waaierdeuren. Die kunnen niet alleen bij een ongelijke waterstand voor en achter de deuren worden geopend, maar ook in stromend water worden gesloten, zelfs tegen de stroom in en kunnen dienen als spuisluis. In 1851 werd een begin gemaakt met de bouw van de Waaiersluis bij Gouda. Sinds 2000 is deze Rijksmonument. Waterwegen Tussen 1862 en 1903 werd de Nieuwe Gouwe gegraven ten behoeve van een efficiëntere scheepvaart. Dit verstoorde het stedelijke waternetwerk, waardoor van het oorspronkelijke beloop van de Gouwe en het Bolwerk nog maar heel weinig valt te herkennen. Heel lang was de waterweg door Gouda, via de Haven en de Gouwe of via de Ma I legatsl u is en de Turfsingel, in feite te smal, te klein en te lastig. Om een betere scheepvaartverbinding mogelijk te maken tussen Rotterdam en Amsterdam werd van 1932 tot 1936 een vaarweg buitenom gere aliseerd door het graven van het Gouwekanaal. Daarin werd vervolgens de Julianasluis gebouwd, waarin schepen tot 2000 ton worden geschut. Twee ophaalbruggen over de sluis maken een steeds doorgaand wegverkeer mogelijk. Tegelijk met de Julianasluis werd ook een oplos sing gerealiseerd voor de nog altijd aanwezige problemen met de waterhuishouding in Rijnlands boezem. Om deze problemen op te lossen is het Stroomkanaal gegraven en daarin het dieselge maal Mr. P.A. Pijnaeker Hordijk gebouwd. Dit gemaal kwam in de plaats van het Hane- praaigemaal, het stoomgemaal op de kop van de Fluwelensingel. Het dieselgemaal slaat niet alleen water uit op de Hollandsche IJssel, maar kan ook, als dat gewenst is, water inlaten op de Gouwe. Dat inlaten van water door dit gemaal zou een te hoge water stand in de stadsgrachten kunnen veroorzaken. Daarom is het Goudse water afgesloten van Rijnlands Boezem. Die aparte boezem was boven dien nodig om te voorkomen dat de Goudse grachten zouden leeglopen bij een doorbraak van de kaden. Daarom werd in 1941 - 1942 tot slot een schut- en keersluis aangelegd in de Nieuwe Gouwe. De sluis werd genoemd naar de ontwerper, ir. De Koek van Leeuwen. Ir. H Breedveld, architect en stedenbouw kundige. Hij is bestuurslid van 'die Goude' en lid van het Watergildedat de vaarroute door Gouda wil herstellen, gedempte grachten en zijlenin het centrum wil laten ontgraven en de relatie tussen de stad en de Hollandsche IJssel wil herstellen. De Havensluis verschafte in de 18e eeuw een nieuwe mogelijkheid voor het reinigen van de grachten: 'schuren'. In 1778 werd de Donkere Sluis daarvoor verbouwd. Behalve de beide schutdeuren werden dubbele kruisdeuren aangebracht. Het 'schuren' werkte als het doortrekken van een toilet. Bij hoog water in de Hollandsche IJssel werden de kruisdeuren in de Donkere Sluis dicht gezet. Via de Haven sluis steeg het waterpeil in de Haven met een halve meter. De Havensluis werd dan weer dichtgezet. Door de kruisdeuren in de Donkere Sluis te openen stroomde het water met grote kracht in de Gouwe, stuitte op de keersluis aan de Amsterdamse Sluis en stroomde met het stadsvuil door de grachten en singels naar de singels rond de binnenstad. Daar werden dan de Mallegatsluis en de Hanepraaisluis opengezet. De Donkere Sluis, met de kruisdeuren, is de enige in Nederland en Rijksmonument. juni 2008 Heemschut 13 f j i 1

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2008 | | pagina 15