OVERIJSSEL Nijverdal, Turbinehal textielfabriek Ten Cate Foto Marcel Overbeek. Nijverdal: In 1836 werd Nijverdal als fabrieks- nederzetting gesticht aan de oever van het riviertje de Regge, op initiatief van de Engelse textielpionier Thomas Ainsworth. Anno 2008 wordt het straatbeeld in Nijverdal nog steeds gedomineerd door enkele grootschalige fabriekscomplexen uit de bloeitijd van de tex tielnijverheid. Voor deze fabriekscomplexen, die nu nog in gebruik zijn, wordt voor de komende jaren onderzocht welke nieuwe bestemming er kan worden gevonden zodra de eigenaar, Koninklijke Ten Cate de gebouwen afstoot. In samenwerking met de gemeente Hellen- doorn, de woningstichting Hellendoorn en de provincie Overijssel is vorig jaar een masterplan ontwikkeld waarin toekomstige herbestem mingsfuncties zijn onderzocht. De studie is ver richt onder leiding van Flubert-Jan Henket, een toonaangevende architect op het gebied van herontwikkeling van industrieel erfgoed. Op dit moment zijn drie fabriekslocaties in bedrijf bij Koninklijke Ten Cate: de locatie aan het Floge Dijkje, de fabriek 'Noord' aan de Campbellweg (Koninklijke Stoom Weverij) en de textielfabriek aan de P.C. Stamstraat, de voormalige Nederlandse Stoom Blekerij. Ten Cate heeft plannen om alle bedrijfsacti viteiten te concentreren op de locatie Noord, zodat de oude fabriekscomplexen aan de P.C. Stamstraat en het Floge Dijkje vrijkomen. De textielfabriek aan het Floge Dijkje is van grote cultuurhistorische waarde, op deze plaats werd in 1836 de eerste stoomweverij opgericht door de Engelsman Thomas Ainsworth, de pionier van de Twentse textielnijverheid. De fabriek bestaat voor een groot deel uit een zeer uitgestrekt complex (4,5 ha) van bedrijfs hallen met sheddaken, uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Aan het Floge Dijkje staat een markant industrieel monument: de voormalige turbinehal, in 1911 gebouwd als onderdeel van de elektrische centrale van de fabriek. Dit gebouw, bekend onder de naam 'de Smidse', is opgetrokken in een Duits georiënteerde Art- Nouveaustijl. Opvallend in de voorgevel is het grote tegeltableau met klok. Naast de turbinehal staat het oude kantoorge bouw uit 1912, en een oud pakhuis uit de 19e eeuw. Dit bijzondere industriële ensemble staat op de rijksmonumentenlijst. In het masterplan zijn voor dit fabriekscomplex de volgende mogelijke bestemmingen opge nomen: woningbouw, kantoren, basisscholen, een grand café, een sportcentrum en een cen trum voor woon- en zorgactiviteiten. Er is uit gegaan van een gevarieerd plan, met als nieuw element een woontoren van tien tot twaalf woonlagen, op een plek waar vroeger de hoge fabrieksschoorsteen stond. Voor de woningen wordt gedacht aan een aantal patiowoningen, die deels onder de bestaande sheddaken van de fabriek worden gebouwd. In het midden van het fabrieksterrein wordt een openbaar toegan kelijk park met een waterpartij aangelegd. De haalbaarheidsstudie is afhankelijk van de voortgang van het masterplan Ten Cate. Het is nog moeilijk te voorspellen wanneer Ten Cate het fabriekscomplex aan het Floge Dijkje zal verlaten. Daarom kunnen de herbestem mingsfuncties voor het complex nog gewijzigd worden. Zwolle: In januari is de gemeente Zwolle begonnen met het herstel van de Schoenkui- penbrug, de laatst overgebleven draaibrug in de stad. De Schoenkuipenbrug werd in 1907 gebouwd naar een ontwerp van stadsarchitect L. Krook. De draaibrug heeft een zware ijzeren constructie, met als fundament een ronde bakstenen draaipijlen Aan de vormgeving van de brug is bij de bouw veel aandacht besteed, zoals het smeedijzeren hekwerk, de bakstenen landhoofden met granieten dekplaten en het houten brugwachtershuisje. Bij het herstel zal met name de ijzeren draag constructie, vervaardigd door de voorma lige Zwolse ijzergieterij Wispelwey, worden vernieuwd. Ook het houten wegdek zal geheel worden vervangen. Het blijft een wens dat de vier smeedijzeren sierlantaarns, die ooit de op de hoeken van de landhoofden stonden, worden gereconstrueerd. De brug zelf wordt al jaren niet meer openge draaid voor de scheepvaart.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2008 | | pagina 47