Johann Mezger, de elite en Domburg
als kunstenaarskolonie
Francisca van Vloten - Na een vakantie in
Zeeland besloot de beroemde, van origine
Duitse arts Johann Georg Mezger (1838-
1909) in het vervolg zijn zomers in Domburg
door te brengen. Daarna leek niets meer de
ontwikkeling van Domburg als kuuroord in
de weg te staan.
$0 tiHfj
Mezger en zijn tweede vrouw, de Middelburgse
Pieternella Borsius, lieten bij de toenmalige
grens tussen Domburg en Oostkapelle de villa
Irma bouwen, die zij in 1887 betrokken. Mezger,
'de man met de gouden duimen', hechtte naast
massage groot belang aan het nemen van
zeebaden. Al gauw reisden vele hooggeplaatste
personen uit heel Europa in de zomermaanden
naar Domburg. De badplaats floreerde. Het
aantal zomerverblijven van vermogende Duitse
en Nederlandse families nam toe.
Aan het einde van de negentiende eeuw legde
Mezger zo het accent op Domburg als kuuroord:
'Domburg vindt als gezondheidsoord in Europa
zijns gelijken niet. Geen plaats aan de kusten der
Noordzee, noch aan den Atlantisehen Oceaan
is er mede te vergelijken.' Met hem kwam de
Europese élite naar de badplaats. De kunstenaars
volgden.
Kunstenaarskolonie
Badplaatsen lijken van nature kunstenaars te
trekken. In Domburg werd die aantrekkings
kracht nog verhoogd door de ongekunstelde
schoonheid van de omgeving, de bijzondere
lichtval langs de kust en de weerschijn ervan
over het land van Walcheren. Het grillige duin
landschap, de altijd weer anders lijkende zee
en de oude bossen die Domburg en Oostkapelle
omzomen, hebben vooral schilders maar ook
dichters, componisten en schrijvers geïnspi
reerd.
Tussen 1911 en 1921 hebben de Domburgse
Tentoonstellingen plaatsgevonden. Een veelheid
van stijlen is kenmerkend voor de deelnemers
en het niveau van de kunstenaars lag dikwijls
ver uiteen. Kwaliteit was niet de verbindende
factor, veeleer lag die in onderlinge vriend
schappen, liefde voor het Waleherse land en
plezier in het werk. Zo hingen de werken van
relatief onbekende Zeeuwse kunstenaars naast
schilderijen van onder meer Jan Toorop, Piet
Mondriaan, Ferdinand Hart Nibbrig, Maurice
Góth, Henri Ie Faueonnier, Théo van Rijssel-
berghe en Jaeoba van Heemskerek.
Vooral de duinen waren een geliefd object
van de schilders. Vanaf het hoogste punt van
Domburg, de 'Hoge Hil' direct aan zee, heeft
men een schitterend uitzicht over Walcheren.
De vuurtoren van Westkapelle, de Lange
Jan in Middelburg, de toren van Oostkapelle, de
Grote Kerk van Veere, helemaal links Schouwen.
Eens zat Toorop hier met de dichter P.C. Boutens,
liep Mondriaan rond met een kladblokje, scha
terlachten Zeeuwse meisjes terwijl zij poseerden
voor uitheemse schilders, 's Avonds werd er bowl
geschonken in het paviljoen, was er een concert
door een Dameskapel of speelde de schilder en
componist Geert von Brüeken Foek ter amusering
van de gasten op de piano en vertelde Johan Hui-
zinga sprookjes aan verrukte kinderen en volwas
senen.
De meeste schilders waren er niet vaak te vinden.
Zij maakten liever lange wandelingen of kwamen
bijeen in het atelier van de Domburgse schilderes
Mies Elout-Drabbe of dat van Toorop.
F. von Vloten is kunsthistorisch en letterkundig
onderzoeker.
34 Heemschut april 2008
Jan Toorop, Strandgezicht te Domburg,
1907, gemengde techniek op papier,
coll. H.F. Elout.
'De man met de gouden duimen'