Na zijn dood kreeg Heyn een staatsbegrafenis met vorstelijk ceremonieel. De Raden der Admi raliteit deden de belofte tot het oprichten van een praalgraf. Het zou echter nog tot 1638-'39 duren voordat aan de bouw van het monument werd begonnen7. Over de toeschrijving van het auteursschap van het monument bestond tot heden verrassend genoeg nog altijd twijfel. Het beeldhouwwerk aan het monument werd aanvankelijk stilistisch toegeschreven aan de Amsterdamse steenhouwer en architect Pieter de Keyser (1595-1664), de zoon van de beeld houwer Hendrick de Keyser. Meischke doet in zijn studie over het classicisme van 1620-1660 de toeschrijving aan De Keyser en zoekt het ontwerp van het monument in de richting van Den Haag8. Uiteindelijk is het ontwerp toe te schrijven aan de Leidse bouwmeester Van 's- Gravesande9. Het beeld van Heyn wordt altijd toegeschreven aan het atelier van Pieter de Keyser maar, als gebruikelijk, niet door hemzelf vervaardigd. Ontdekking Maar wie was de uitvoerend beeldhouwer van de wat stijf gemodelleerde gisant van Heyn? In zijn uitgebreide studie over de zeventiende eeuwse funeraire beeldhouwkunst heeft Seholten het nog moeten doen met gis singen10. Terecht geeft hij aan dat het bedrijf van de Amsterdamse Pieter de Keyser meer een onderneming met aannemerskwalifieaties moet zijn geweest dan een werkplaats voor zijn eigen artistieke productie. De gisants van het beroemde grafmonument voor Soop van Biurum en Anna Posse in het Zweedse Skara zijn door De Keyser gesigneerd, maar of die signatuur terecht is voor wat betreft de uitvoering zal derhalve moeilijk te bewijzen te zijn11. Gedurende een grondige technische inspectie van het Delftse beeldhouwwerk in 2001 kwam aan het licht, dat de gisant van Piet Heyn is voorzien van een monogram van twee letters in ligatuur. De inééngewerkte letters PH komen overeen met de signatuur die Den Blaauwen aantrof achter op het tot dan toe anonieme beeld uit het Rijksmuseum. Het monogram is eveneens aangebracht op het beeld van Heyn, doch op een vrijwel onvindbare plaats. Pas als de plek op een rand van één van de schoenen van de overledene aangewezen wordt is het wel zichtbaar. Deze plek is onge bruikelijk voor de plaatsing van een signatuur. Beeldhouwende tijdgenoten plaatsten hun naam vaak goed zichtbaar of zelfs zeer promi nent op hun werk12. De plaatsing van het monogram zoals op het beeld van Heyn, lijkt aan te geven dat de maker van het werk mogelijk geen volledig recht deed gelden op een auteursschap, anders was het teken wel prominenter geplaatst. Het mono gram heeft iets van een heimelijke notering door de uitvoerder voor de toekomst. Mogelijk lukte het 't Hooft niet om de fel begeerde vrije opdrachten te krijgen die zijn collega's wel vergund werden. Het leven van een uitvoerend kunstenaar kan daardoor iets frustrerends krijgen, ondanks het feit dat er door hem een goede omzet met overig werk werd gemaakt. Verborgen signaturen, bedoeld als 'signalen voor later' kunnen dan hiervan het gevolg zijn. Het is ook mogelijk dat het gewoon zijn manier van signeren was. Wellicht zijn ook zijn werken aan het Mauritshuis en het Paleis Noordeinde op dergelijke onzichtbare manier gesigneerd13. Dat dit beeld van Heyn nu een makersnaam heeft gekregen is eindelijk een antwoord op de lang gestelde vraag door wie het beeld werd vervaardigd. De in onze ogen wat 'stijve' stijl komt overeen met de opmerkingen die verschillende auteurs over het werk van 't Hooft maken14Een praetieiën, ook wel 'hakker' genoemd, moet immers zijn werk uitvoeren naar een model of schets die niet van zijn eigen hand is, waardoor een minder spontane afwer king voor de hand ligt. Veelal zal er overleg zijn geweest tussen de ontwerper van het beeld en de uitvoerder, maar de uitvoering geschiedde vrijwel altijd naar een tekening of een klein (terracotta) model. Er kan echter ook sprake zijn van een persoon lijke visie van 't Hooft op plastische vormge ving, die voor hem diende aan te sluiten op de rigide uitgangspunten van de toen gangbare De aedicula voor Piet Heyn tegen de oostwand van het hoogkoor van de Oude Kerk te Delft Foto's Pier Terwen 16 Heemschut februari 2008

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2008 | | pagina 18