BOERENERFGOED Twickelblad, zomer 2007 augustus 2007 Heemschut 39 Boerenerfgoed - Het boerderijenboek van Voorschoten en Wassenaar Carla Scheffen, Robert van Lit e.o. Uitg TasT, 2006, Hollandse Rading, 383 pagina's, 27,50 teriaal en bijlagen, en met de uit het Zweeds vertaalde herdenkingsrede na het overlijden van Eggers. Intussen wordt de in 1628 ontworpen West Brabantse Waterlinie weer zichtbaar gemaakt in het landschap. Zo komt dit jaar water terug in de grachten van de forten en langs de liniewal tussen Fort Pinssen en Fort de Roovere. Ook een deel van de aarden wallen wordt hersteld en er worden enkele Franse loopgraven opnieuw zichtbaar gemaakt. Zie www.westbrabantsewaterlinie.nl en www.waterlinieles.nl. De in architectuurgeschiedenis gespe cialiseerde kunsthistoricus drs. Merlijn Hurx laat zijn licht schijnen over de modernisering van het stadhuis van 's Hertogenbosch na een brand eind december 1669. Hij trekt een interes sante vergelijking met de nieuwbouw van de stadhuizen in Maastricht en Enkhuizen en wijst erop dat er waarschijnlijk in alle drie gevallen een verband lijkt te zijn geweest met 'het willen herleven van een vergane glorie van de stad': Maastricht en 's-Her- togenbosch hadden aan autonomie ingeboet en het economisch belang van Enkhuizen was sterk gedaald. De Leuvense architectuurhistorica ir. Kari- anne Vozza-Vandenbroucke bespreekt het huis Breestraat 101 te Beverwijk, tegenwoordig pastorie van de rooms- katholieke St.-Agathakerk. De voor gevel vertoont thans een 18e-eeuws karakter en ook het interieur vertoont 18e-eeuwse détails, inclusief fraai stucwerk en geschilderde behangsels. Uit bouwhistorisch onderzoek blijkt echter dat we hier te doen hebben met een pand dat ontstaan is door samen voeging van twee 17e-eeuwse huizen. Dr. Catharina van Groningen, medewerkster bij de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, en de Utrechtse neerlan dica drs. Frieda Heijkoop beschrijven de ontwikkelingsgeschiedenis van de buitenplaats Vollenhoven onder De Bilt in de eerste helft van de 19e eeuw. Uit een bescheiden buiten, geruime tijd (1774-1792) eigendom van de familie Van Tuyll (van Zuylen), groeide vanaf 1800 een groots geheel dat niet ten onrechte in 1842 werd aangeduid als 'een der schoonste buitengoederen in de provincie Utrecht'. Aan deze ontwikkeling zijn vooral de namen verbonden van Pieter de Smeth van Alphen (eigenaar tussen 1800 en 1809), Goderd Alexander baron van der Ca pellen, oud-Gouverneur-Generaal van Oost-lndië (eigenaar tussen 1827 en 1848), de bouwmeester B.W.H. Ziesenis (de vermoedelijke architect van het grootse hoofdgebouw), en de tuinarchitect Hendrik van Lunteren die het huidige landschapspark in grote lijnen ontwierp. 'Vollenhoven' is tegen woordig onder de grote landgoederen op de Utrechtse Heuvelrug vrijwel uniek omdat het nog steeds particulier bezit is. Dit in december uitgekomen boek doet niet alleen zijn verklarende ondertitel eer aan, met een bespreking van bijna 160 boerderijen, waaronder ook de 50 reeds verdwenen boerderijen, maar vertelt ook veel - heel veel zelfs - over bouwstijlen, typen en ontwikkelingen van boerderijen in het algemeen. Niet alleen over boerderijen en hun geschie denis en bewoning, maar ook over de inrichting van het erf, de hooibouw, het boter- en kaasmaken, streekdracht, de relaties tot de landgoederen en buitenplaatsen en zelfs het gebruik van de boerderijen als buitenverblijf in de 18de en het begin in de 19de eeuw. Tussen de vele beschrijvingen komen we ook de geschiedenis van de bekende pannenkoekenboerderij in Meijendel tegen. Het boek beschrijft het gebied dat eeuwenlang werd aangeduid als 'Grafelijkheits Wildernisse, een onherbergzaam oord van de graven van Holland, dat alleen geschikt was voor de jacht. De verhalen van de huidige nog agrarische bewoners over hun verleden en verwachtingen van hun toekomst geven dit boek over het boerenerfgoed ook een actueel accent. Het boek is rijkelijk geïllustreerd met foto's, tekeningen en oude situatie kaartjes. Met de plattegronden van de twee gemeenten met verwijzing naar de boerderijen, uitgebreide registers en verklarende woordenlijst van gebruikte bouwkundige termen is het een com pleet werk geworden. Architectuurhistorica Carla Scheffen en Wassenaarkenner Robert van Lit met enkele anderen, hebben liefheb bers van de streek en boerderijliefheb bers met dit resultaat van onderzoek en vele gesprekken een dienst bewezen. Het is, mede dankzij een keur van sponsors, een fors uitgevallen aantrek kelijke uitgave geworden. Het boek is verzorgd en uitgeven voor TasT. Lezers van Heemschut kunnen dit boek rechtstreeks voor 27,50 (inclusief porto) bij de uitgever bestellen; via een (eigen) kaartje: TasT, Tolakkerweg 114, 3739 JS Hollandse Rading of via e-mail info@tasten.nl, vergeet daarbij niet naam en adres te vermelden. Ewout van der Dussen Het altijd lezenswaardige orgaan van de Vrienden van Twickel meldt dat de Stichting Twickel zich bij de gemeente Berkeiland gemeld heeft als kandidaat voor beheer en exploitatie van het tot voor kort als gemeentehuis gebruikte kasteel Ruurlo. Zulks mede vanwege de historische banden kussen Twickel en Ruurlo die teruggaan tot de eerste helft van de 19e eeuw toen een Van Heeckeren eigenaar was van Ruurlo en zijn broer, gehuwd met een erfdochter van Twickel, daar de scepter zwaaide. In een artikel over het herstel van het Huispark bij Twickel wordt aange kondigd dat op het zogeheten Bergje een tempeltje zal worden gebouwd, geïnspireerd door een ontwerp van J.D. Zocher waarvan de tekening bewaard is gebleven in het rijke huisarchief. In het kort - Bulletin van de Konink lijke Nederlandse Oudheidkundige Bond, jaargang 107, no. 2 Cafl* S«h«ff«r Robert van Ut

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2007 | | pagina 41