Processietuin De katholieke bevolking werd na de Reformatie, toen de Hervormden in Nederland boven de grote rivieren de overhand hadden gekregen, op zijn gunstigst 'getolereerd', maar soms feitelijk actief vervolgd. Alleen daar waar hun door de locale (katholieke) adel voldoende de hand boven het hoofd werd gehouden, konden katholieken in schuilkerken hun eredienst blijven uitoefenen. In en om Vorden was het de familie Van Dorth tot Medler die eeuwen lang bescherming bood. Deze protectie vond zijn fysieke hoogtepunt in de bouw van de kerk en de pastorie naar ontwerp van Cuypers. De katholieke emancipatie begon pas met de grondwet van 1848 en het herstel van de Bis schoppelijke Hiërarchie, in 1853. En ook daarna bleven religieuze optochten zoals processies op de openbare weg in een groot deel van het land verboden. De katholieken vonden een uitweg in de aanleg van proeessietuinen. Rond en bij de nieuwe kerken werden op eigen grond tuinen aange legd waarop gewijde rondgangen gehouden konden worden. Hierbij werden gewoonlijk sacrale plaatsen en elementen aangedaan, zoals een pastorie, een of meer kapellen, een 'grot', een Bethlehemstal, een beeldengroep. Het aantal en de omvang van de objecten was onder meer afhankelijk van de grootte en de financiële draagkracht van de kerkelijke gemeente. In Kranenburg omvatte de rondgang niet veel meer dan een kort verwijlen bij een devo tiekapel aan de uiterste zuidoostzijde van het terrein en een passage langs de pastorie. Daartussen gingen de gelovigen nog langs een klein boerderijtje dat rond 1870 in de tuin was opgetrokken en dat later als kosterswoning diende. Bovendien ging men op de terugweg onder het dichte bladerdek van een grote, rode beuk door. Deze kolossale boom, nu vermoe delijk meer dan 200 jaar oud, siert nog steeds de voormalige processietuin. Een deel van het voormalige proeessiepad is aan de oppervlakte teruggebracht; het overgrote deel is in situ geconserveerd. Het kapelletje werd in 1871 gebouwd naar ontwerp van Pierre Cuypers. Het pandje is in de jaren '80 belangrijk gewijzigd. Het is bekend Foto 2 Cuypers en Luyten Foto 3 Kranenbug grenst aan de noordzijde nog steeds diret aan het zeer fraaie Achterhoekse coulisselandsehap Foto 4 Een religieuze kinderoptoeht (na 1e communie?) door de processietuin te Kranenburg, in 1948 Foto 5 De pastorie, gerestaureerd hetzelfde contract ook de pastorie en een koetshuis; verder diende hij het huis Wientjes- voort te voltooien. Vervolgopdrachten leidden tot de bouw van twee kapellen, een school voor lager onderwijs en een sehoolmeesterswoning, graftekens, een achtkantige tuinkoepel en mogelijk ook de aanleg van een processie- tuin. Verder geven de bronnen aan dat hij een boerderij zou ontwerpen en ook ligt het voor de hand dat hij betrokken was bij het recht tegenover de kerk gelegen logement, dat tege lijk met de pastorie is opgetrokken. Dit gebouw is in 1959 tot de grond toe afgebrand, maar foto's en verbouwtekeningen (1907) wijzen op de hand van Cuypers. Behalve voor Kranenburg sleepte Cuypers bij de familie Van Dorth nog een opdracht in de wacht voor een kerk met pastorie in Ruurlo (1867). Beide bestaan nog steeds. Al tijdens de bouw van Kranenburg verspreidde zijn faam zich als een olievlek over de Achter hoek en daarop al snel ook over de katholieke gemeenschap binnen het protestantse deel van Nederland. Mede als gevolg van dit succes ver huisde de architect in 1865 van Roermond naar Amsterdam. Het gaat te ver om te zeggen dat Kranenburg hierbij een keerpunt in Cuypers' carrière was, maar Kranenburg was zeker de eerste plaats boven de grote rivieren waar hij werkte. 24 Heemschut augustus 2007

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2007 | | pagina 26