Noord-Brabant
3. Noord-Brabant
De Opwettense watermolen.
Foto PC Noord-Brabant
Bij de aanleg is de invloed van de tuinstad-
en tuindorpgedaehte duidelijk merkbaar:
arbeiderswijken bouwen in het groen ver van
de ongezonde omgeving van de vervuilende
industrie. Het groene centrum van het
Blauwe Dorp bestaat uit een soort brink of
plein, de Lindenhof, waarop een boerderij-
vormig gebouw staat. Aan weerszijden van de
Lindenhof staan nog achttien 'boerderijtjes'.
De 'boerderijtjes' zijn rijksmonument. In een
ellips rond dit rechthoekige centrum staan de
96 randwoningen, die ook een dorps karakter
hebben. Dit wordt versterkt door gangen
tussen de woningen en de voortuintjes.
De overgang naar de andere delen van de
Bloemenbuurt is zorgvuldig vormgegeven
door S. J. Bouma. Nieuwbouw van de rand
woningen zou daarom de Bloemenbuurt als
geheel aantasten. De Bloemenbuurt is aan
gewezen als beschermd stadsgezicht.
Tineke Vooijs
Droom Peter Geboers wordt werkelijkheid
Opwettense watermolen herrijst: in duplo
Bijna een halve eeuw is in de Opwettense
onderslag watermolen geen graan meer
gemalen; althans, niet meer met waterkracht.
De toenmalige eigenaar Gerard van Hoorn
bleef nog wel tot 1968 malen in de uit 1764
daterende monumentale molen aan de Kleine
Dommel in het Brabantse Nuenen, maar hij
deed dat de laatste tien jaar met behulp van
moderne elektronica. Dertig jaar na het stil
vallen van de trots van Nuenen met het
grootste waterrad van Nederland - ooit
geschilderd door Vincent van Gogh - kocht
voormalig groothandelaar in dierbenodigd-
heden Peter D. Geboers het oude gedoe.
De nieuwe eigenaar van de watermolens -
het complex bevat een korenmolen, een olie
molen plus een molenaarshuis met bijge
bouwen - vocht ruim zeven jaar als een Don
Quichote tegen de windmolens van de over
heid en ambtenarij, eer hij gehoor kreeg voor
zijn restauratieplannen. Architect Ad van
Empel werd er zo mismoedig onder, dat hij
zijn karwei overdroeg aan zijn collega Huub
Oome, tevens technisch adviseur van de
Brabantse commissie van de Bond
Heemschut.
Pas nadat de intussen ingeschakelde
Rijksdienst voor de Monumentenzorg de
plannen als „meer dan perfect" had bestem
peld en mede dankzij de grotere mogelijk
heden die er door het Reconstructieproces
zijn ontstaan in het Brabantse buitengebied
kreeg Geboers de wind mee. De droogschuur
biedt straks mogelijkheden voor een exclusief
restaurant. Geboers hoopt daarvoor een
exploitant te vinden, zoals hij ook zoekt naar
een mulder, die de molen na restauratie
bedient. Met de huuropbrengst van molen en
restaurant plus van een nog tot bed £t break-
fast te herbouwen oud gebouw hoopt hij
voldoende economisch draagvlak te hebben
voor zijn monument in een schitterend -
eveneens nog wat aan te passen - natuurge
biedje op de grens van Eindhoven en Nuenen.
De ironie wil, dat de Opwettense molens
mogelijk eerder in China malen dan aan de
boorden van de Brabantse Kleine Dommel.
Mede om het twintigjarig bestaan van de
handelsbetrekkingen met Nanking te vieren,
verrijkt Eindhoven de Chinese metropoool
namelijk met een park met typisch Brabantse
gebouwen, waaronder twee molens. Die
moeten draaien tijdens de Olympische spelen
in China.
De Opwettense watermolen bezit als complex
zowel in- als extern een hoge monumentale
waarde, oordeelt een uitvoerig bouwhisto
risch onderzoek. De graanmolen moet in de
toekomst museaal industrieel erfgoed kunnen
worden. De olie/volmolen daarentegen heeft
praktisch alleen extern zijn monumentale
waarde behouden. De inrichting voor het
winnen van raapolie is verdwenen.
J. Keunen
oktober 2006 Heemschut 7