'Niet remmen als het al te laat is' Eric Ie Gras - Welstand en Heemschut. Vaak gaan beiden hand In hand. Maar er zijn ook verschillen. Welstand moet soms toegeven, waar Heemschut bezwaar aantekent. Ir. Ruud Ritz, penningmeester van de commissie Drenthe van Heemschut, was van 1988 tot zijn pensionering in 2003 directeur van de stichting het Drentse Welstandstoezicht. Deze architect spreekt uit ervaring vanuit beide invalshoeken. Welstandsadvies ir. Ruud Ritz voor Heemschut 'T I oen ik in 1988 directeur werd van de de Stichting Het Drentse Welstandstoezicht, hoorde het lidmaatschap van de Provinciale Commissie van Heemschut daar min of meer bij. Mijn voorganger Sjoerd Jantzen was al lid van de Commissie en hij vond dat ik dat ook moest worden.' 'De banden tussen Heemschut en Welstand waren altijd hecht. Heemschut ontstond onder andere als reactie op de vervlakking in het bouwen, tegen de massale speculatie- bouw. Vervolgens heeft Heemschut in diverse gemeenten adviescommissies gevormd, die bouwplannen op hun schoonheid toetsten. Welstand en Heemschut hebben daarom een zelfde achtergrond. Sindsdien is de band minder sterk geworden. Olav Reyers, mijn opvolger in Drenthe, is geen lid van de Provinciale Commissie en de Welstand is ondergebracht in een groter geheel van instellingen dat zich op het provinciale erfgoed richt. Ik was directeur van 1988 tot 2003. De vraag of Drenthe daar beter of slechter van is geworden, vind ik moeilijk te beantwoorden. Het is ook een tamelijk onzinnige vraag. Ik heb Welstand niet uitgevonden, het was en is teamwerk. We probeerden een antwoord te vinden op de snelle maatschappelijke en technische veranderingen en daarbij de regionale identiteit te respecteren.' Regionale identiteit 'Dan moet er natuurlijk wel zoiets zijn als een regionale identiteit. In Drenthe zie je het aan de stijl van de boerderijen en de agrari sche bedrijfsvoering, aan de esdorpen en aan de bodemgesteldheid. Maar het bouwen wordt steeds eenvormiger. In Nederlandse nieuwbouwwijken zijn de regionale ver schillen weggevallen. Kijk ik in een wijkje van Sehoonebeek rond, dan zie ik hetzelfde als net over de grens in Emlichheim. Daar zie je ook wat we in Nederland willen vermijden: de boerderettes en de grote huizen op piep kleine kavels.' 'In het buitenland is de waardering voor het werk van de Nederlandse Welstand groot: onafhankelijk en werkend met een wettelijke basis. Welstand stelt minimumeisen aan de kwaliteit en voorkomt daarmee Wild- Westtoestanden. In Nederland is de beoorde ling echter niet altijd zo positief. 'Welstand is willekeur' en 'Mijn buurman mag het wel, waarom ik dan niet' zijn veelgehoorde kreten. Vaak ten onrechte, zeker sinds de wetswijzi ging van 2003, die het welstandstoezicht transparanter heeft gemaakt en de burger duidelijkheid geeft over de criteria die de gemeentelijke commissies hanteren. De com missies adviseren het college van B en W en dat heeft laatste woord.' Hergebruik 'De verhouding van Welstand met Heemschut is veranderd. Heemschut richt zich op het behoud van monumenten en Welstand beoordeelt of er in plannen voor hergebruik behoorlijk met die monumenten wordt omgesprongen. Wat mij betreft, ik ben geen voorstander van toevoegingen of aanpas singen in de oorspronkelijke stijl. We leven in de eenentwintigste eeuw en we kunnen gebruik maken van de mogelijkheden van deze tijd. De verbouwing van een voormalig klooster in Maastricht tot Rijksarchief is daar een geslaagd voorbeeld van. Een toevoeging in Barokstijl past toch ook uitstekend bij een Gothische kathedraal? Zo kan Welstand in conflict komen met Heemschut, maar ook met politieke of eco nomische belangen van gemeenten of andere partijen. De gemeentelijke Welstandsnota is het gereedschap waarmee de commissie vol- 28 Heemschut oktober 2006

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2006 | | pagina 30