Waterweg met toekomst Het Apeldoorns Kanaal hoopt op nieuw gebruik Rick Scholten - Op het seheidingsviak van Veluwemassief en IJsselvallei loopt als een langgerekt lint het Apeldoorns Kanaal, dat meer dan een eeuw de economische schakel vormde tussen de gemeenten Hattem, Heerde, Epe, Apeldoorn, Brummen en Rheden. Na WOU ging het economisch belang verloren. In 1972 werd het laatste kanaaldeel na 143 jaar gesloten. Hattem, de Hezenberger- sluis in 1953. Foto St. Apeldoorns Kanaa H et kanaal is een geesteskind van koning Willem I. Het graafwerk voor het traject Hattem/Apeldoorn (32 km) begon in 1825 en werd 13 april 1829 geopend. Dit Griftkanaal was geschikt voor schepen tot 50 ton. Direct bloeiden beurtdiensten op. Het goederenver voer viel tegen; de opbrengst kon het onder houd van (houten) sluizen en bruggen niet bekostigen. Een verlenging van Apeldoorn naar Dieren gaf in 1868 een impuls, als nieuwe vaarroute, parallel aan de IJssel. Het grote hoogteverschil - ca. 10m - met de IJssel werd bij Dieren overbrugd met de enige drietraps schutsluis van Nederland. Het Apeldoorns Kanaal was af. Tol van vooruitgang Dit alternatief voor de scheepvaart bij hoge en lage waterstand van de IJssel bracht Apeldoorn economisch voordeel. De exploi tatie bleef zorgelijk door concurrentie van de spoorwegen en de kosten vanaf 1878 om het kanaal bevaarbaar te maken voor stoom schepen tot 200 ton. De vijf houten sluizen in het traject Hattem/Apeldoorn werden ver vangen door gemetselde, de doorvaartwijdte van de bruggen vergroot, en het kanaal uit gediept tot 2,10 m. Aan het begin van de oorlog werden alle 42 beweegbare bruggen over het kanaal opge blazen om de opmars van de Duitse troepen te vertragen. In april 1945 werden de her stelde verbindingen opnieuw vernield, nu door de terugtrekkende Duitse troepen. Weer werden kanaal en sluizen hersteld. Dit keer bedreigden schaalvergroting in de scheep vaart en het wegvervoer zijn bestaan. In 1962 sloot het noordelijk traject Hattem/Apeldoorn. Voor het traject Apeldoorn/Dieren werden nog plannen gemaakt voor verruiming. De drietraps sluis bij Dieren werd vervangen door een sluis voor schepen tot 600 ton, maar in 1972 kwam ook hier een einde aan de scheep vaartfunctie van het Apeldoorns Kanaal. Het Apeldoorns Kanaal is een zeer gaaf exemplaar uit het vroeg-industriële tijdperk, met langs het noordelijk traject oude sluizen met sluiswachtershuizen uit de jaren 1880. Voorts zijn op sommige plekken ophaal bruggen en een enkele loskade nog aan wezig. Circa 35 jaar na de sluiting is het kanaal echter in hoog tempo aan het verpauperen. Misschien brengen de behoefte aan meer ruimte voor recreatie en de grotere waarde ring voor cultuurhistorie hier redding. De Stichting Apeldoorns Kanaal (S.A.K.) strijdt sinds eind jaren negentig voor het behoud van het kanaal, nu voor de recreatie- toervaart. De dringend te restaureren sluizen kunnen dan het verleden weer zichtbaar maken. Daartoe is in 2001 met Europese sub sidie een positief uitvallende haalbaarheids studie naar het opnieuw bevaarbaar maken uitgevoerd. De kanaalgemeenten (eigenaars van de bruggen) zien een bevaarbaar kanaal als katalysator van de ontwikkeling in de regio. Gelderland stemde in met een onder zoek naar het bevaarbaar maken van het tra ject Hattem/Apeldoorn. Een aanvraag om het gehele traject en diverse annexen op de Rijkslijst te plaatsen is lopend. In april begon de renovatie van de Hezenbergersluis bij Hattem. Apeldoorn wil de oude haven renoveren. De S.A.K., waarin een lid van de PC Heemschut Gelderland zit ting heeft, is bij dit alles nauw betrokken en zet zich thans in voor herstel van de beweeg baarheid van de te vervangen Manenbergerbrug in Wapenveld. Heemschut Gelderland volgt de ontwikkelingen rond dit kanaal, dat niet alleen cultuurhistorische waarde heeft, maar ook vanuit oogpunt van ruimtelijke ordening, natuur, milieu en recreatie van belang is. Rick Scholten (secretaris S.A.K.) Ria Koning, PR-adviseur PC Gelderland; Joost Poelen, lid PC Gelderland. augustus 2006 Heemschut 29

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2006 | | pagina 31