Historische Vereniging en gebouwd erfgoed Achtergrond de lokale 'omgevingsgesehiedenis' raken historische verenigingen steeds vaker betrokken bij bouwactiviteiten in de cultuurhistorisch waardevolle omgeving. Enkele zijn inmiddels invloedrijke spelers, andere vragen zich nog af hoe invloed te verwerven. Als kenniscentra van De Damstraat in Haarlem, jaren onder werp van verhitte dis cussie door de bouw van een inrit voor een ondergrondse parkeer garage, een rechtbank en een hotel in dit oude deel van het centrum, waar vroeger de drukkerij van Joh. Enschedé stond. Foto Heemschut Jatuurlijk bemoeien historici en historische verenigingen zich al langer met monumen tenaangelegenheden. Zo speelde historicus Johan Huizinga in de jaren dertig in Haarlem een actieve rol in de oppositie tegen het plan om de Bakenessergracht te dempen - en met succes. Toch ging het daar om incidenten. Structurele aandacht groeide echter bij lokale historische verenigingen. In veel gevallen ontwikkelden deze zich daarbij als gerespecteerde 'ogen en oren' van 'monu mentale' belangen. Bij concrete aangelegen heden trekken historische verenigingen op met organisaties als Heemschut. Omgeving Voor de groeiende aandacht rond de gebouwde omgeving zijn verschillende ver klaringen te vinden. Zo is er een opmerkelijk grotere belangstelling voor de geschiedenis van de eigen omgeving. Niet alleen in het onderwijs met het vak 'omgevingsgeschie denis'. In politiek-bestuurlijke kring had het vooruitgangsdenken tot voor kort geen boodschap aan historisch besef. Historische argumenten waren steevast ondergeschikt aan 'modernistische' motivaties. Onder invloed van dit 'nieuwe' historisch besef geven provincies en gemeenten opdracht tot het maken van 'erfgoed plannen', cultuurhistorische analyses of -waardenkaarten. Daarbij wordt de in histo rische verenigingen aanwezige kennis gebruikt. Dit leidde weer tot een nog verder toenemende belangstelling voor monumen tenaangelegenheden en gerichtere aandacht voor de rol van historische verenigingen in het besluitvormingsproces. Aan het begin van deze eeuw leidt de betrokkenheid van historische verenigingen bij het gebouwde erfgoed tot wisselende resultaten. Diverse historische verenigingen ontwikkelen zich tot actieve spelers. Gouden Regels Een interessante manier om bouwprocessen in cultuurhistorische waardevolle omge vingen vanuit een historisch en stadssociolo- gisch perspectief te beoordelen presenteerde de Historische Vereniging Haerlem in 2005 De ideale stad: handvest voor behoud, sloop en nieuwbouw in de historische stad. Aanleiding hiertoe waren ervaringen rond gemeentelijke bouwplannen in de binnenstad bij het 'Enschedecomplex', de Schouwburg en het Raaksgebied. De ideale stad omvat tien 'gouden regels' om bouwplannen te toetsen. Ook geeft het criteria bij besluitvorming rond behoud, sloop en vernieuwing van een gebouw of een ensemble (zie Heemschut 6, 2005, pagina 28). Om deze ontwikkeling verder te stimuleren houden het Provinciaal Historisch Centrum Zuid-Holland en Historische Vereniging Delfia Batavorum vrijdag 15 september een sympo sium in Delft onder de titel Historische Verenigingen en het Gebouwde Erfgoed. De bijeenkomst sluit inhoudelijk aan bij het handvest De ideale stad. Verschillende spre kers, zoals dr. Johannes van der Weiden (HV Haerlem) en prof. ir. Eric Luiten (Belvedère leerstoel TU Delft) zullen ingaan op de vraag wat De Gouden Regels concreet kunnen betekenen. Discussieleider is prof. dr. Nico Nelissen. Aanmelding via www.erfgoedhuis-zh.nl PHC sym posium of fax 015 - 215 43 99. Deelname kost 15 10 zonder lunch). Na aanmelding ontvangt u een samenvatting van De Gouden Regels. Inlichtingen: Roel Pots augustus 2006 Heemschut 27

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2006 | | pagina 29