werden in hun volle glorie hersteld. Het
gelukkige toeval daarbij wilde dat een kruis
kozijn onder de vloer werd aangetroffen dat
correspondeerde met de bouwsporen in de
muur, zodat de kruiskozijnen konden terug
keren. In het Hof zelf werd een waterput
aangetroffen alsmede de funderingen van
twee binnenhoven, de kloostergang en de
wasplaats. Dat werd in het plaveisel aange
geven. Nieuw aangeplante bomen werden
later weer gekapt. Het Hof, volgens de
gemeente waardevol groen Et stiltegebied,
wordt nu door de plannenmakers gedegra
deerd tot evenementenloeatie voor het grote
publiek. 0 tempora! o mores!
Groothoofdspoort 1970 - 19757
De Groothoofdspoort is in oorsprong een
middeleeuwse waterpoort en vormt met de
Catharijnenpoort de enig overgebleven reliek
van de acht waterpoorten die Dordrecht in
de 17e eeuw telde.
Kernprobleem was de ongelijke aanlegdiepte
der fundering - 1 m +NAP tot ca 2.70 -NAP.
Deels was de fundering verdwenen, deels
sterk vervallen door de uiteenlopende kwali
teit van het metselwerk. Hierdoor ging de
samenhang van de constructie verloren. Het
gewicht van de in 1617 aangebrachte acht
kantige koepeltoren verergerde dit nog. Het
gebouw helde in zijn geheel over naar de
rivierkant (noordzijde), doch ongelijkmatig.
Aan de waterzijde beliep het verschil,
gemeten over een hoogte van 12 meter rond
82 cm, aan de landzijde was dat ca. 60 cm.
Met als gevolg belangrijke verschillen in zet
ting tussen beide gevels. De conclusie luidde
dat de bestaande constructies onvoldoende
weerstand boden om de zettingen binnen
toelaatbare grenzen te houden.
Overweging bij het restauratievoorstel was
dat door de stijging van het waterpeil (dus
ophoging van de straat) en de vastgestelde
verzakking het hele pand 50 tot 60 cm
omhoog zou moeten. Het voorstel luidde het
pand op te vijzelen en volgens het
Waalsysteem met palen te funderen op de
zandlaag op 15 m diepte.
8
De lange voorgeschiedenis van de restauratie
van het stadhuis kent één advies van een
ambtelijke commissie onder leiding van
gemeentesecretaris Mr. John P.A. van der
Hoeven dat niet onvermeld blijft. De com
missie stelde voor incidentele verbeteringen
achterwege te laten en op te nemen in een
totaalplan. Dit advies was feitelijk het start
sein tot een algehele aanpak. Van den Berg
kreeg de opdracht tot restauratie, ten
behoeve van een meer bestuurlijk-represen
tatieve functie als bij ontvangsten, huwe
lijken en gemeenteraadsvergaderingen.
Herstel der constructies was dringend nodig,
zowel bij de toren als de funderingen. Een
bijzondere complicatie vormde de overklui
zing van de Voorstraatshaven. Er was vrijwel
niets dat geen grondig herstel behoefde.
Interne versnippering van de ruimten deed
het gebouw geen goed. Inmiddels was die
versnippering niet alleen functieloos
geworden, maar tastte constructie en hoofd
vorm van het pand ook visueel aan. De oor
spronkelijke architectuur was nauwelijks nog
herkenbaar, de onderverdieping was volge
stort met puin.
Op basis van uitvoerig bouwhistorisch en
archivalisch onderzoek werd het restauratie
plan opgesteld. Dit omvatte fundamenteel
constructief herstel van alle funderingen,
gewelven, overkluizingen, gevels, kap en
toren.9 Ontpleistering aan de achtergevel
bracht een middeleeuws kruiskozijn aan het
licht, evenals een vrijwel gave kalkstenen
gevel uit die tijd. Respectvol herstel kon
plaats vinden mede op grond van de teke
ning uit 1680 van de oorspronkelijke Groote
Gemene Sael met schouwpartij tot burger
zaal. De naastgelegen Schepenkamer werd
trouwzaal. Daar kregen de gerestaureerde en
op afneembare dragers geplaatste muurschil
deringen van Reinier Kennedy uit 1921 een
plaats.10
Niet opgevolgd advies
Het advies om de Wildemanschouw - afkom
stig uit de in de negentiende eeuw gesloopte
Kloveniersdoelen - in de burgerzaal te her
plaatsen, is niet opgevolgd. De schouw, ooit
ondergebracht in Museum Van Gijn, is
daaruit weer verwijderd, omdat deze niet in
het nieuwe collectiebeleid paste. Van den
Berg vindt dat een dergelijke rijk gebeeld
houwde schouw tot zijn recht komt in een
rijke omgeving. De schouw zou functioneel
opgenomen worden in de burgerzaal, waarbij
zou worden voldaan aan het functionaliteits
beginsel voor hergebruik. Hij concludeert dat
zijn argument nog steeds valide is.
Evenals Eugène Viollet-le-Duc (1814-1879)
en Pierre Cuypers (1827-1921) ontkwam ook
Van Den Berg niet aan het 'achteraf verwijt',
dat zijn restauraties tijdgebonden, en de
inzichten sindsdien gewijzigd zijn. Een derge
lijke constatering gaat altijd voor elk restau
ratiewerk op, maar doet niets af aan de
waarde van Van den Berg's visie, een visie die
door de Rijksdienst voor de monumentenzorg
werd ondersteund11 en die de redding van een
aanzienlijk deel van het Dordts historisch
stadsbeeld betekende.
Noten
1. Duinen, H.A. van, Et Esseboom, C.; Een leven lang
restaureren. Dordrecht, 2006. p 13.
2. Bollebakker, H; Wie uitsluitend restaureert wat nog
aanwezig is, houdt op den duur niets meer over.
Hommage aan ing. Wim van den Berg, architect. In:
Oud-Dordrecht jrg. 24, nr 1juni 2006 pp.9, 10.
3. Van Duinen Et Esseboom, p 11. Citaat uit het
Voorwoord van de burgemeester van Dordrecht
R.J.G. Bandell.
4. Van Duinen Et Esseboom passim
5. Berg, W. van den; De versterkingswerkzaamheden
aan de fundering van de grote Kerktoren te
Dordrecht. In: Publieke Werken. Haarlem 1954, jrg 22,
nr. 12.
Berg, W. van den; De restauratie van de Grote kerk-
storen te Dordrecht.ln: Bouw nr 14 d.d. 3 april 1971.
6. Berg, W. van den; De restauratie van het gebouw
der Statenzaal. In: Jaarverslag Vereniging Oud-
Dordrecht 1971.
7. Berg, W. van den; De restauratiewerkzaamheden
aan de Groothoofdspoort te Dordrecht. In:
Jaarverslag Vereniging Oud-Dordrecht, 1976.
8. Stades-Vischer, M.E.; Het Stadhuis te Dordrecht.
Dordrecht 1985.
9. Bollebakker, H.; Van koopmansbeurs tot stadhuis.
In: Heemschut jrg 81 nr. 3, juni 2004. pp 20, 21.
10. Berg, W. van den Et Esseboom, C.; Conservering
van de wandschilderingen van Reinier Kennedy.
In: Oud-Dordrecht, jrg. 24 nr 1. juni 2006. pp 55-61.
11. Gesprek van de auteur met ing. Hans Bardet,
rayonarchitect e.t. van de RdMZ, in juli 2001 ten
huize van prof. Temminck GrolI.
22 Heemschut augustus 2006