Nog steeds onaangenaam in de Haarlemmerhout Jan Derk Gerritsen Om onverklaarbare redenen is Nurks, 'onaangenaam mens in de Haarlemmerhout' een 'makker' van Nicolaas Beets (Hildebrand) in diens Camera Obscura. Nurks was destijds waarschijnlijk de enige, die op de beschreven zomerse dag geen oog had voor de pracht van het Haarlemse Paviljoen Welgelegen. Thans is dit Paviljoen in gebruik als provinciehuis van Noord-Holland. En nog steeds zijn er Nurksen die geen oog hebben voor de pracht. e flanerende bevolking verlustigde zich in de taal van Hildebrand 'in het voorbijgaan aan het Paviljoen om zich ervan te over tuigen dat het geen droom is en klemmen zich daarbij vast aan de spijlen van het hek'. Ook bewondering is een culturele verworven heid. Die bewondering was er dus al zo rond 1880, een eeuw na de bouw in 1786. De Amsterdamse Bankier Henri Hope liet het als buitenhuis bouwen. Gebruikers en bewoners van het Paviljoen zijn er vele geweest, onder wie koning Lodewijk Napoleon en later Prinses Wilhelmina Goejanverwellesluis met haar dochter, aan wie nog steeds de Willemijntjeskamer compleet met kakstoel herinnert. Bewondering is er nog steeds voor dit unieke neoklassieke gebouw. Zelfs het veronacht zamen van de architectuur die bij die school hoort was geen reden de waardering te ver minderen. Een zonde als het door elkaar hus selen van Ionische en Dorische zuilen bleek reden genoeg het als uniek te beschouwen. Begin afgelopen eeuw werd sloop wegens bouwvalligheid voorzichtig overwogen, maar uiteindelijk koos het Provinciaal Bestuur van 18 Heemschut augustus 2006 Noord-Holland er in 1930 domicilie. De zorg voor het gebouw en zijn historische waarde van binnen maar ook van buiten was daarbij wel de voornaamste voorwaarde. Alleen een uitbreiding aan de westgevel vond men verantwoord om alle ambtenaren te kunnen huisvesten, naar een ontwerp van rijksbouwmeester Gustaaf Cornelis Bremer. Hij verbond het Paviljoen met de nieuwbouw via een nieuwe poort, waar vele Haarlemmers nog steeds van denken, dat die bij de oud bouw van 1786 hoort. Respect gebleven Tussen 1950 en 1960 breidde het aantal ambtenaren uit. Geen mens, die het in zijn hoofd haalde afbreuk te doen aan Bremer's ontwerp. Prof. dr. Zwiers kwam met het idee één etage van dezelfde architectuur te bouwen op die van Bremer. Eventuele latere uitbreiding kon dan, zonder het aanzien vanaf de Dreef te schaden, haaks naar achte ren in de tuin komen. Gemeente en burgerij konden daar van harte mee instemmen. In maart dit jaar lieten B en W. van Haarlen dat nog eens blijken in de toelichting bij het nieuwe voorontwerp bestemmingsplan Frederikspark, waarbinnen de bestaande pro vinciegebouwen vallen. Op de waarderings- kaart (wegens beschermd stadsgezicht) wordt het Poortgebouw met het hekwerk gerang schikt in orde 1. Dat betekent, dat het beschermd is op grond van de monumenten wet of de gemeentelijke verordering. Het gebouw van Bremer/Zwiers kreeg orde 2 behoudenswaardig om zijn hoge architec tonische kwaliteit en omdat het bepalend is voor het beeld van de straatwand. Al enkele jaren meent de provincie echter, dat het met huisvesting van de ambtenaren ook anders kan. De Spaanse architect Mateo ontwierp langs de Dreef kantoorgebouwen op poten. Maar laten we het niet hebben over mooi of lelijk, maar over gevoel voor gel dende regels en bestuurlijk fatsoen. Wij hebben onze van de provincieplannen afwij kende mening in de loop van de jaren samen met de historische Vereniging Haerlem, stich ting de Hoeksteen, de wijkraad Frederikspark, de VW Haarlem en vele politici al kenbaar gemaakt. We hebben onze gezamenlijke

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2006 | | pagina 20