Zo werd het Minderbroedersklooster als kazerne,
weeshuis, militair hospitaal, arsenaal en ten
slotte en gelukkig als rijksarchief gebruikt. Circa
tien jaar geleden is het complex definitief,
financieel royaal en met respect voor het oude
als rijksarchief ingericht.
Het Kruishereneomplex kent een soortgelijke
geschiedenis: munitiemagazijn, kazerne, garni
zoensbakkerij, Rijkslandbouwproefstation en
repetitieruimte van Opera-Zuid. Onlangs is het
complex moedig en ambitieus als luxe hotel
ingericht. De Dominieanerkerk tot slot herberg
de een opslagplaats voor het leger, was stads-
magazijn, concert- en tentoonstellingsruimte,
slangenhuis en fietsenstalling. In de loop van
dit jaar wordt er na de lopende restauratie een
grote boekhandel gevestigd.
Alles overziend is het een wonder dat deze
drie kerken de tijden in redelijk goede staat
overleefd hebben en dat ze nu in volle glorie
worden hergebruikt. De tijd zal leren of hier
wèl met voldoende nuchterheid naar het
nieuwe gebruik gekeken is.
Meer hergebruik
Binnen de grenzen van Maastricht zijn er veel
meer voorbeelden van hergebruik. Zo maar een
lang niet complete greep. De voormalige
Jezuïetenkerk is nog zeer manifest aanwezig in
de smalle stadsstraten. Al vanaf 1786 maakt
een deel van de kerk deel uit van een schouw
burg, thans theater La Bonbonnière. Het schil
derachtige kloostercomplex van de
Grauwzusters herbergt het Natuurhistorisch
Museum en de kerk van de "nieuwe"
Minderbroederskerk is nog min of meer herken
baar in het Bestuursgebouw van de Universiteit
van Maastricht. Verder is het enorme klooster
complex van de Jezuïeten in 1985 universiteits
gebouw geworden. Zeer onlangs tenslotte is de
kerk van O.L.Vrouw van Goede Raad uit1964(!)
van J.Huysmans herbestemd. Dit op zich strakke
en eenvoudige gebouw met een overrompelend
glas-in-lood-interieur is repetitieruimte van
Opera-Zuid geworden.
Onlangs is besloten om de zeer monumentale
en in het stadsbeeld dominante Sint
Lambertuskerk (1916), de "Saere Coeur" van
Maastricht, voor de stad te behouden. De kerk
wordt na tientallen jaren van leegstand met
geld uit de Kanjerregeling gerestaureerd en als
kantoor heringericht, een en ander met volledig
behoud van het exterieur. Er is serieus gedis
cussieerd over de bestemming van begraaf
plaats, met name in de vorm van urnenbewaar
plaatsen.
Minderbroederscomplex
In 1870 werd het Rijksarchief met goedkeuring
van Victor de Stuers in het Minderbroeders
complex ondergebracht. De kerk werd archief
bewaarplaats; de kantoren werden in het kloos
ter ondergebracht. De herinrichting van de kerk
werd geleid door niemand minder dan Pierre
Cuypers. Deze herstelde de ruimtewerking van
de kerk door het slopen van de verdiepingen
die voorheen door het Arsenaal waren aange
bracht. De kerk was al gauw te klein. Pas in
1939 werd echter een plan van architect H. de
Lussanet de Sabloniere uitgevoerd, waarin het
oude klooster nagenoeg gesloopt werd en er
nieuwe vleugels in historiserende architectuur
werden gebouwd.
Medio jaren negentig van de vorige eeuw werd
een opdracht gegeven aan architect Marc van
Roosmalen om een totaal restauratie- en
herinrichtingsplan te maken met als leidende
principes: omkeerbaarheid van ingrepen en
toevoegingen, het handhaven van de histori
sche gelaagdheid, het behoud van authentiek
materiaal en patinalaag en afleesbaarheid van
de nieuwe bebouwing. De nieuwbouw vormt
met de bestaande vleugel uit 1939, de middel
eeuwse kerk en de hof één ruimte die typolo
gisch verwant is aan de oorspronkelijke kloos
terhof. Aan de hofzijde is de muur met mergel
bekleed. De uitgespaarde openingen refereren
nog vaag aan gotische spitsbogen. Aan de
buitenzijde is de constructieve betonnen wand
zichtbaar gelaten. Het ronde zinken dak is een
hedendaagse toevoeging die zich goed voegt in
het klassieke daklandschap.
De axiale ruimtewerking van de kerk is dermate
bepalend, dat de nieuwe elementen, de insteek-
vloeren, studiecellen en meubels als losse ele
menten zijn ingebracht. Het zelfde geldt voor
april 2006 Heemschut 25
1. De Minderbroederskerk
met koor en een moderne
variant van de kloostergang.
Foto's: Ad Bokhorst