In het voetspoor van Victor de Stuers door Maastricht Ad Bokhorst Maastricht maakt altijd indruk. Of je stad op de Sint Pietersberg nu vanuit de hoogte bekijkt, of dat je gewoon wat ronddwaalt in de oude stad. Steeds weer word je getroffen door de schoonheid van de straten, de schilder achtigheid van de vestingwerken, het spel van de torens van kerkelijke en burgerlijke gebouwen, de onverwachte hoekjes waarin bijvoorbeeld oude kloosterkerken opdoemen. Aan dit rijtje mag ook de opvallende en kwalitatief hoogwaardige moderne architectuur zowel binnen als buiten het centrum worden toegevoegd. Het uitgesproken bewijs, dat een oude stad niet gedoemd is tot museum te vervallen. Veel kloosters aastricht maakt altijd indruk. Of je de stad op de Sint Pietersberg nu vanuit de hoogte bekijkt, of dat je gewoon wat ronddwaalt in de oude stad. Steeds weer word je getroffen door de schoonheid van de straten, de schilderach tigheid van de vestingwerken, het spel van de torens van kerkelijke en burgerlijke gebouwen, de onverwachte hoekjes waarin bijvoorbeeld oude kloosterkerken opdoemen. Aan dit rijtje mag ook de opvallende en kwalitatief hoog waardige moderne architectuur zowel binnen als buiten het centrum worden toegevoegd. Het uitgesproken bewijs, dat een oude stad niet gedoemd is tot museum te vervallen. De creativiteit en het doorzettingsvermogen om oud en nieuw tot een harmonieus geheel te kneden mag met recht als een bijzondere kwaliteit van Maastricht worden gekenmerkt. Het hergebruik van drie gotische kloosterkerken in tien jaar tijd is een mijlpaal. In de jaren 1988-1995 werd de als rijksarchief in gebruik zijnde Minderbroederskerk ingrijpend gerestau reerd, verbouwd en uitgebreid en huisvest het "klooster-complex sinds kort het Regionaal Historisch Centrum Limburg, een fusie van het Rijksarchief Limburg en het Gemeentearchief van Maastricht. Op dit moment wordt de Dominieanerkerk gerestaureerd. Later in het jaar gaat de kerk een grote boekhandel herber gen. En tenslotte werd enige maanden geleden de restauratie en verbouwing tot luxueus hotel van het Kruishereneomplex afgerond. Deze restauratie werd onlangs bekroond met de Monumentenprijs van Maastricht, een prijs die vernoemd is naar Victor de Stuers. Eeuwenlang Kwaliteit ontstaat nooit vanzelf, maar wordt steeds geschapen door ambitieuze en creatieve mensen. Victor de Stuers is zo'n figuur (zie pagina 28-29) die bij deze kerken een rol speelde. Het is ook niet toevallig, dat Heemschut 22 en 25 april een publieksevenement organiseert gewijd aan de herbestemming van de drie kloosterkerken (zie pagina 36). Hergebruik van kerken is geen nieuw onder werp. In 1995 is in de CRM-reeks van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg een boek verschenen over het hergebruik van kerken met de ondertitel "een ontnuchterend relaas". Aangetoond wordt dat maar weinig herbestemde kerken zich financieel zelf kunnen bedruipen. Tè vaak wordt tè licht gedacht over klimaat beheersing en groot onderhoud. Vaak ook wordt de beslissing tot hergebruik tegen beter weten in genomen. De problematiek is er na 1995 niet minder op geworden. Steeds meer kerken en kloosters komen leeg te staan zonder uitzicht op een beklijvende herbestemming. Het aantal functies kan immers niet eindeloos worden opgerekt. Solide opdrachtgevers, bouwkundig onderzoek en een gedegen kosten-baten-analyse zijn absoluut noodzakelijk. Men kan er immers niet op rekenen dat de overheden voor het groot onderhoud zullen blijven zorgen. Maastricht is vanouds een kerken- en klooster- rijke stad. Naast de grote romaanse en gotische stadskerken ontstonden in de dertiende eeuw veel kloostercomplexen. De Franciscanen vestigden zich in 1234 als eerste 'bedelorde' in Maastricht. Zij werden gevolgd door Antonieten, Augustijnen, Dominicanen, Bogaarden, Ridders van de Duitse orde, Cellenbroeders, Kruisheren, Jezuïeten en Capueijnen. Vrijwel al deze kloosters waren autonoom. Er ontstonden ook vele vrouwen kloosters, bijvoorbeeld van de Wittevrouwen op het Vrijthof, die echter onder het gezag van het Sint Servaaskapittel vielen. Na de verovering van de stad door de Franse Republikeinen werden de kloosters en kapittels in 1797 opgeheven. Alle kerkelijke bezittingen werden publiekelijk verkocht. Pas in het tweede kwart van de negentiende eeuw kwamen er weer nieuwe grote kloostergemeenschappen. Alle kloosterordes beschikten over kerken en kloosters. Na de gedwongen sluiting in 1797 verdwenen diverse complexen geheel of gedeel telijk. Andere bleven weliswaar bestaan maar gingen een uitermate ongewisse toekomst tegemoet. De drie in dit artikel beschreven kloosterkerken werden meermalen 'herbestemd'. 24 Heemschut april 2006 Hergebruik middeleeuwse kloosterkerken

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2006 | | pagina 26