Voorzitter Stissi over het bredere werkterrein von het Cuypersgenootschap: Ewout van der Dussen - Prof. dr. Vladimir Stissi, architeetuurhistoricus en archeoloog is voorzitter van het Cuypersgenootschap, het kleine maar evenzeer actieve zusje van Heemschut. Het Cuypersgenootschap heeft zijn werkterrein verbreed naar de wederopbouwperiode. Geen eenvoudige materie als het gaat om wat en hoe daarvan als erfgoed zichtbaar moet blijven. Een gesprek in zijn werkkamer van de Universiteit van Amsterdam, waarbij natuurlijk ook de ideeën over het drastisch verminderen van het aantal monumenten ter sprake komen. Het Cuypersgenootschap houdt zich niet alleen bezig met bouw werken van Cuypers en zijn 19de eeuwse tijdgenoten, maar ook met de wederopbouwperiode? Vanuit zijn oorsprong is het Cuypersgenootschap gespecialiseerd in archi tectuurhistorie van de 19de en 20ste eeuw. Omdat nu iedereen met die periode bezig is en het onderscheidende van het Cuypersgenootschap wat dat betreft minder is, richten de leden zich de laatste tijd steeds meer op bouwwerken uit de wederopbouwperiode, de naoorlogse periode. Dat is nu de grote opgave. De waakhondfunctie voor de 19de eeuw blijft natuurlijk. Bouwwerken uit de opbouwperiode verdwijnen in rap tempo, ze hebben nu zo'n beetje de positie zoals de bouwwerken van de 19de eeuw die had in de jaren 1970 en 1980, iedereen vond die toen lelijk. Dat kunnen we ons achteraf niet meer voorstellen. Welke criteria worden toegepast bij beoordeling van de weder opbouwperiode? Dat is nog het grote probleem, zowel kwalitatief als kwantitatief. We zijn daar, ook met anderen, druk mee bezig. Het is wel opvallend, dat er veel mythes en misverstanden bestaan, die sterk in het nadeel zijn van de wederopbouwarchitectuur. Zoals het argument dat woningen klein zijn. Vaak zijn ze niet kleiner dan woningen uit de de 19de en 20ste eeuw. De gemiddelde grootte van de woningen in de westelijke tuinsteden in Amsterdam behoort tot de grootste van de stad. Ook de kwalificatie dat de technische kwaliteit niet deugt, dat er goedkoop en snel gebouwd is gaat lang niet altijd op. Er zit troep tussen, ja, maar er zijn ook muren van massief gegoten beton van 15 cm dik. Het kwantitatieve probleem is dat ongeveer de helft van het totale aantal gebouwen in Nederland uit die tijd stamt. Hele wijken, winkel- en stads centra, dat is een hele opgave. Het is makkelijker te selecteren als je minder hebt. Dan heb je sneller overzicht. Als je tien van iets hebt kunnen er best negen gesloopt worden, maar voordat je het weet zijn alle tien weg. Onder meer omdat we niet naar elkaar kijken en aanvoeren dat anderen maar wat moeten laten staan. Dat zie je op dit moment gebeuren met grote kantoorgebouwen, waar er wel wat van weg kunnen. Er zit kwali teit bij, of soms zijn ze historisch heel belangrijk. Maar voor je weet zijn ze allemaal weg. Hoe zit dat dan bij hele woonwijken? Een probleem bij woonwijken is, dat het er veel zijn en heel uitgestrekt. In Groningen en Den Haag staan dezelfde huizen. Daarbij is de structuur vaak van belang. Wel zouden stukken kunnen worden vervangen, dat is dan niet erg. Sommige delen hebben echter individuele kwaliteiten. Ook moeten we kijken naar de bouwsystemen, waarbij het de vraag is of je fysieke resten nodig hebt om een bepaald bouwsysteem veilig te stellen. Dat zou ook kunnen met een goede documentatie. Daar houden we ons mee bezig, met inhoudelijke discussies. De Raad van Cultuur adviseert staatssecretaris Medy van der Laan het aantal rijksmonumenten drastisch te verminderen. Hoe staat het Cuypersgenootschap daar tegenover? De lijst van de Rijksmonumenten is puur een lijst met objectnummers en adressen. Niemand weet precies wat er op staat. Je kunt wel adressen krijgen. Zo zijn er in Amsterdam duizenden monumenten waarvan de beschrijving bestaat uit 'Lijstgevel 18e eeuw'. Dat slaat op bijna de hele grachtengordel. De Rijksdienst is al jaren bezig de zaken puur administratief 20 Heemschut april 2006 'Werk uit opbouwperiode verdwijnt rap'

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2006 | | pagina 22