Voor een architectuur
moet je talent hebben.
Wiek Röling - Om de juiste afweging te kunnen
maken tussen sloop en nieuwbouw of eventueel
hergebruik bij een opdracht voor een plek waar
al een gebouw staat, is kennis nodig. Niet alleen
van constructie en krachtwerking, ook inzicht in
de geschiedenis van de bouwkunst hoort erbij.
Helaas is vooralsnog bij de meeste architectuur
opleidingen nauwelijks aandacht voor dat aspect
van het vak.
1. Dienstbodenwoning
de koepel bij Zonnestraal,
van J. Duiker.
Er is een oplossing. Stuur radicaal alle managers
naar huis en gebruik hun onverdiende geld
voor leerkrachten. Eveneens kan het departe
ment op meer dan driekwart van het personeel
besparen. De tijd die verloren gaat aan steeds
nieuwe - elkaar soms tegensprekende - missives
en de stomme verplichtingen van steeds nieuwe
schoolwerkplannen is verloren tijd en daarmee
verloren geld.
Geef de verantwoordelijkheid terug aan de
mannen en vrouwen voor de klas, de begeleiders
in de laboratoria, de instructeurs in de praktijk
lokalen en de docenten in de collegezalen.
Er zal heus wel eens een leraar de kantjes eraf
lopen en er zal ook wel eens (financieel) iets
misgaan. Maar die schade is niet te vergelijken
met de uitzichtloze toestand nu. Het is toch
een absurd mechanisme: scholen worden
samengevoegd, de beste onderwijzer wordt
vrijgesteld voor het management, dus de beste
onderwijzer geeft geen les meer. Terwijl goede
docenten zo nodig zijn.
Vroeger vergaderde het hoofd van de school
een keer per jaar over het schoolreisje en voor
de rest wist ieder wat hij doen moest. Voer
desnoods het systeem van onderwijsinspecteurs
weer in en geef hen de noodzakelijke verant
woordelijkheid en macht. Geef het hele onder
wijs terug aan hen die het vak kozen, omdat ze
iets aan anderen wilden leren.
Link met praktijk
In het boek 'Gesloopt, Gered, Bedreigd' dat
mede aanleiding is tot dit themanummer,
is een hoofdstuk gewijd aan de opleiding, die
de kennis moet verschaffen om de afweging te
kunnen maken bij de keuze tussen sloop en
hergebruik. Voor een architectuuropleiding
moetje talent hebben. Dat talent kan worden
ontwikkeld. Verder zijn er zaken die je kunt en
moet leren. Je moet leren construeren, leren
tekenen en onderwijs en inzicht krijgen in
(bouwkunst)geschiedenis. Verder is praktijker
varing onmisbaar. Iedere aankomende architect
moet gewerkt hebben op de bouw, en op de
bureaus van aannemers en architecten. Pas met
die ervaring is het studieaanbod aan de univer
siteit te begrijpen en wordt de student gemoti
veerd de noodzakelijke theoretische onderbou
wing voor de vragen uit de praktijk te bestude
ren. In de 'monumentengeschiedenis' zijn bijna
alle belangrijke architecten voortgekomen uit
het ambacht. Hendrick de Keyser, Lieven de Key
en Philips Vingboons zijn voorbeelden daarvan.
Het is opmerkelijk dat de belangrijkste archi
tecten uit de 20e eeuw ook als timmerman zijn
begonnen. Rietveld begon op de meubelmakerij
van zijn vader en Duiker ging een jaar timme
ren voor hij, weifelend tussen muziek en archi
tectuur, definitief voor een studie in Delft koos.
De beste garantie voor goede architectuur is,
begrijpen hoe het gemaakt wordt en het even
tueel zelf kunnen maken. Renzo Piano - ere
doctor in Delft en winnaar van de Erasmusprijs
- kon z'n opzienbarende constructies bedenken
en uitvoeren, omdat hij - afkomstig uit een
aannemersfamilie - ze zelf kon maken of ze
met zijn broer uitvoerde. Deze link met de
praktijk wordt teveel gemist in de huidige
architectuuropleiding.
Dat is begrijpelijk, als men de reactie van de
voorlaatste decaan van de faculteit Bouwkunde
van de TU Delft op het boek 'Gesloopt, Gered,
Bedreigd' leest. Hij schrijft in 'B.nieuws' van 29
november 2004, dat hij het niet met al het
gestelde in het boek eens is, 'want Bouwkunde
is geen architectenopleiding'. Dit terwijl meer
dan 95 procent van de eerstejaars studenten
hun hand opsteekt als je tijdens het inleidend
college vraagt: 'Wie van u wil later architect
worden?'
Laat ons hopen dat de nieuwe decaan in Delft,
voormalig Rijksbouwmeester professor Ir. Wytze
Patijn de opleiding een praktijkgerichter impuls
geeft. Dit als garantie voor de vele boeiende
gebouwen uit onze bestaande voorraad en als
voorbereiding om echt verantwoordelijkheid te
kunnen nemen in de 'Kunst van de Ingenieur'.
Professor ir. L.C. Röling, emeritus hoogleraar
afdeling Bouwkunde TU Delft,
oud-stadsarehiteet Haarlem
april 2006 Heemschut 15