Foto links en rechts: Zonnestraal
hoofdgebouw, Duiker Ft Bijvoet,
mmv Ir. G. Wiebenga
hoe het er toen uitzag. Over dat onderwerp
publiceerden professor dr. Marieke Kuipers en
dr. Mariet Willinge van het Nederlands
Architectuur Instituut een boek: Toonbeelden
van de Wederopbouw'.
Het pijnlijke is, dat we met veel van deze
Toonbeelden slechts via een afbeelding kennis
kunnen maken; ze zijn inmiddels gesloopt of
verminkt, waarmee een stuk geschiedenis is
uitgewist.
De vorige Rijksbouwmeester, professor ir. Jo
Coenen, stuitte in zijn functie eveneens op een
verontrustende hoeveelheid verdwenen of
bedreigde gebouwen. Hij vroeg mij om het pro
bleem te inventariseren en, ondersteund door
ir. Aimée de Back maakten we samen met
Marieke Kuipers een boek over de problematiek.
Dat boek, 'Gesloopt, Gered, Bedreigd' werd in
september 2004 gepresenteerd in het schitte
rende moderne binnenstadsgebouw van de
Rijksdienst voor Oudheidkundig
Bodemonderzoek in Amersfoort. De ironie wil,
dat het gebouw werd genomineerd door de
Rijksbouwmeester tot 'inspirerende bouwkunst'.
Wat in wezen een vervroegde status van
beschermd monument inhoudt, terwijl bekend
is dat een onbegrijpelijke fusie tussen de
Rijksdienst voor Oudheidkundig
Bodemonderzoek (ROB) en de Rijksdienst voor
Je Monumentenzorg (RDMZ) tegen hoge kos-
:en dit gebouw tot leegstand doemt.
Het boek 'Gesloopt, Gered, Bedreigd' kreeg
een goede recensie in het blad Heemschut en is
aanleiding voor deze artikelen over het onder
werp in dit nummer, en een symposium in Den
Haag, waarover meer in het juni-nummer. Om
de titel van het boek nader te verklaren en
deze inleiding opgewekt te beëindigen een
korte samenvatting van een spectaculaire 'red
ding'. Een van de belangrijkste monumenten
van de 20e eeuw is het Sanatorium Zonnestraal
in Hilversum. Het hoofdgebouw is inmiddels -
na jarenlange strijd - onovertroffen stijlzuiver
gerestaureerd.
Op het terrein van Zonnestraal stond ook
de 'dienstbodenwoning' uit 1934 naar een
ontwerp van Duiker. Dit kleinood uit de
architectuurgeschiedenis, met zijn uiterst
geraffineerde indeling en een voorbeeld van
bouweconomie in al zijn betekenissen dreigde
te verdwijnen. De problematiek om het hoofd
gebouw van Zonnestraal en het Dresselhuys-
paviljoen te kunnen behouden was zo groot,
dat men het kleine, aehterafgelegen 'koepeltje'
maar had opgegeven. De geraamde 7 miljoen
om dit dienstbodenhuis te restaureren kon men
beter voor het hoofdgebouw gebruiken.
Bij het honderdjarig bestaan van het Delftseh
Bouwkundig Studenten Gezelschap 'Stylos'
wilden de studenten iets bijzonders. Het idee
werd geboren om ervaring op te doen en een
nieuw werkveld voor toekomstige ingenieurs te
exploreren, namelijk de restauratie van 'moderne
monumenten'.
Het al opgegeven koepeltje van Duiker was een
ideaal proefproject. Een kerngroep van zeven
studenten heeft samen met 24 anderen onder
leiding van professor Joop van Stigt de koepel
voorbeeldig gerestaureerd. Daarmee werd een
belangrijk monument gered en er werd aan
getoond, datje een gebouw niet te snel moet
opgeven. Tevens leverde de restauratie van de
koepel de studenten een schat aan ervaring en
anders nimmer verworven kennis op, Iets waar
ze nog dagelijks profijt van hebben en dank
baar voor zijn.
De restauratie van de koepel is een van de
voorbeelden van een gered monument uit het
boek 'Gesloopt, Gered, Bedreigd'. Het symposium
in Den Haag en dit themanummer van
Heemschut zijn hopelijk een begin om de
categorie 'bedreigde' gebouwen te veranderen
in 'blijvende' bouwkunst.
Professor ir. L.C. Röling, emeritus hoogleraar
afdeling Bouwkunde TU Delft,
oud-stadsarehiteet Haarlem
Gesloopt, Gered, Bedreigd - Omgaan met
Naoorlogse bouwkunst. Onder redactie van Aimée
de Back, Jo Coenen, Marieke Kuipers en Wiek Röling.
Uitgegeven door Episode Publishers, Rotterdam 2004.
april 2006 Heemschut 11