In het MIP opgenomen Dordrechtse werken van J.N. en H.A. Reus Heemschut 39 1893 Voorstraat 251-253 winkelwoonhuis (J.N?) 1895 Kantoor notaris W.H. van Bilderbeek, Groenmarkt 10. Uitbreiding aan linkerzijde in 1906 door B. van Bilderbeek 1896 Toulonselaan 89-107, vrijstaand huizenblok (J.N.?) 1900 Winkelhuis met Woonhuis aan de Vrieseweg te Dordrecht 1900/01 Remonstrantse kerk Cornelis de Wittstraat 28-30 1901 Veilinggebouw A. Mak, Visstraat 25 1896/1907 Kantoor Brandverzekering Maatschappij Holland, Wijnstraat 168 1904 Kantoor van bankiershuis Stoop Zoon Wijnstraat 239, uitbreiding in 1916 aan W-zijde door Ed Cuypers. grale weergave van de tekst. 'Een sloopvergun ning moet worden geweigerd indien: a) de veiligheid tijdens het slopen onvoldoende is gewaarborgd en ook door het stellen van voorschriften niet op een voldoende peil kan worden gewaarborgd; de bescherming van nabij gelegen bouwwerken in verband met het slopen onvoldoende is gewaarborgd en ook door het stellen van voor schriften niet op een voldoende peil kan worden gewaarborgd; een vergunning ingevolge de monumentenwet 1988 of een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening is vereist en deze niet is verleend; een vergunning ingevolge een leefmilieuveror dening op grond van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing is vereist en deze niet is verleend; een aanlegvergunning op grond van het bestemmingsplan of op grond van een voorbe- reidingsbesluit is vereist en deze niet is verleend.' Juridisch steekspel De discussie spitst zich toe op punt b) aange zien aan a) is voldaan enct/me niet van toepas sing zijn. Verweerder - de gemeente- stelt dat indien (tijdelijke) constructies (ondermeer bestaande uit stalen profïelbalken) in en door het huis van de buurman worden aangebracht - hetgeen dwingend in de sloopvergunning is opgenomen - bescherming voldoende is gewaarborgd. De bezwaarde buurman stelt daartegenover dat dergelijke constructies, door zijn pand heen aangebracht, onaanvaardbaar zijn en de door hem opgeroepen deskundige betoogt boven dien dat ondanks dergelijke constructies in vergelijkbare gevallen, het resterende bouwdeel omhoog komt, zelfs is dat voorgekomen tot zeven cm. Daarmee is bescherming niet alleen onvoldoende gewaarborgd, maar kan deze ook door het stellen van voorschriften niet op een voldoende peil worden gewaarborgd. Met andere woorden de weigeringsgrond genoemd onder b) is van toepassing, reden waarom de vergunning niet in stand kan blijven. Verweerder -de gemeente- voert voorts aan dat sloop niet mag beginnen alvorens de construc ties zijn aangebracht en dat, indien de buurman dat weigert, hij zelf in de hand heeft of er gesloopt wordt of niet. Door deze redenering te volgen wordt niet alleen de hoofdissue verlegd maar daarenboven wordt hierdoor de publiekrechtelijke verantwoordelijkheid van de gemeente doorgeschoven naar de bezwaarde en daarmee naar een civielrechtelijke afwikkeling. Dat is onaanvaardbaar. De bestuursrechter schorste de zitting vier weken om partijen de gelegenheid te geven tot elkaar te komen. De bezwarencommissie kwam er nog niet uit en zal eind november uitspraak doen. Resteert de vraag waarom het pand niet opge nomen is in het gemeentelijk monumentenre- gister. Desgevraagd verklaarde de wethouder dat de gemeente daaraan nog niet was toegeko men. De aanwijzing van gemeentelijke monu menten in de negentiende eeuwse schil maakt onderdeel uit van een projectmatige uitbrei ding van de gemeentelijst. Nog dit jaar komt er een plan van aanpak voor de negentiende eeuwse schil waarin het pand ligt. De gemeente wijst in principe geen panden aan als gemeente lijk monument waarvoor ze aan de eigenaar een sloopvergunning heeft verleend. Conclusie Het is te gek voor woorden dat de gemeente in de situatie verkeert om op een sloopaanvraag te moeten beschikken, nog voordat zij in de gele genheid is geweest het pand te beoordelen op al dan niet opname in het monumentenregister. In 1995 hebben de MIP rapportages de gemeente bereikt. Nu blijkt, dat er onvoldoende capaciteit op gemeentelijk niveau aanwezig is om zelfs binnen tien jaar tot beoordeling te komen kan niet langer worden volgehouden dat de afvoe ring van monumenten van de rijkslijst naar de gemeentelijke, een zinvolle operatie is die recht doet aan de intentie van de Monumentenwet: bescherming. Het tegendeel blijkt! Drs. J.J. Bollebakker is lid van de kring van monumentenadviseurs. december 2005

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 2005 | | pagina 41