december 2005
Heemschut
27
interviews en een kleinere groep gemeenten
leiden tot een toegespitst en diepgaander
onderzoek, dat 'hardere' gegevens kan opleve
ren.
Daarnaast kan men, door gemeenten die laag
scoren in de continuïteitsindex in detail te
vergelijken met gemeenten die hoog scoren,
daadwerkelijke knelpunten in de gemeentelijke
monumentenzorg naast elkaar leggen. Zodra
de meest-voorkomende problemen aangewe
zen zijn kunnen ook oplossingen aangedragen
worden. Wellicht is de oorzaak van vermin
derde continuïteit in monumentenbeleid bij
kleine monumentengemeenten te verklaren
vanuit de voorwaarden voor continu beleid, die
tijdens de interviews en contactavonden naar
voren zijn gekomen. Zoals die van de aanwezig
heid van een gedreven ambtenaar of wethou
der: kan onderzoek aantonen hoe groot de rol is
van die ambtenaren en bestuurders bij conti
nuïteit van het monumentenbeleid?
Is het aantal fte's voor monumentenzorg inder
daad bepalend voor en grotere continuïteit? In
een toegespitst vervolgonderzoek kunnen
dergelijke vragen beantwoord worden.
Heemschut
Bij dit onderzoek van de Stichting Nationaal
Contact Monumenten was ook de Bond
Heemschut betrokken. De directeur algemene
zaken, Henk Jan Derksen, had zitting in de
begeleidingscommissie, waarin verder verte
genwoordigd waren: de Federatie Grote
Monumentengemeenten, Koninklijke
Nederlandse Oudheidkundige Bond, vereni
ging van eigenaren-bewoners van rijksmonu
menten Bewoond Bewaard, provinciale steun
punten monumentenzorg Gelders
Genootschap en Monumentenhuis Brabant en
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Belle van den Berg (bellevdberg@hotmail.com)
studeert Algemene Cultuurwetenschappen aan de
Erasmus Universiteit in Rotterdam en in het kader
van een stage deed zij van augustus 2004 tot
februari 2005 onderzoek bij de stichting NCM
waarvan zij hierboven verslag doet
Ruine van BornSittard. Foto gemeente Sittard, Peter Wesche
houdende taken te kunnen uitvoeren. Wel
verwacht men dat het nieuwe monumentenbe
leid een grotere efficiëntie en snelheid in subsi
dieprocedures teweeg zal brengen.
Vervolgonderzoek
Het onderzoeksdoel was allereerst om met de
verzamelde gegevens een aanvulling te geven
op het Monumentenjaarboek 2005 van NCM.
Dat is dan ook gebeurd. Maar gaandeweg
bleken veel aspecten in deze inventarisatie niet
voldoende aan het licht te kunnen komen. Er
bestaat echter grote behoefte om meer over
deze aspecten te weten te komen. Dit eerste
onderzoek kan om deze reden vooral
beschouwd worden als een verkennend vooron
derzoek. Het tussentijds rapport hiervan,
'Borging van gemeentelijk monumentenbeleid'
geeft al wel een aantal aanbevelingen voor
vervolgonderzoek. Zo zullen meer diepte-
Het onderzoeksrapport 'Borging van
gemeentelijk monumentenbeleid' door
Belle van den Berg is te bestellen bij het
NCM: 020-6277706.
Inlichtingen zijn aldaar te verkrijgen bij
Jan Willem van Beusekom, hoofd monu
mentenbeleid.