'Wij vallen voor oude huizen.
In onze vorige woonplaats
Vught woonden we al in een
historisch pand. Ons gezin is in
1995 naar Berlicum verhuisd,
omdat ik graag kantoor aan
huis wilde. Dit herenhuis had
alles/
24
Heemschut
december 2005
En door de introductie van het nieuwe Brim
dat naar verwachting al op 1 januari 2006 van
start gaat, worden we voor een heel grote cate
gorie van eigenaren hét financiële loket.'
Siebinga: 'Daarom is het ook beslist een voor
deel dat er ooit een financieel georiënteerde
organisatie - het Restauratiefonds - opgericht
is, waardoor mensen met een andere insteek
aan de slag zijn gegaan en op hun vakgebied
allerlei zaken hebben ontwikkeld. Met onze
totaal-financiering als eindresultaat.'
Dit alles met als voornaam doel monumentei
genaren te verleiden tot investeren in hun
bezit. 'Als financier gaan we door de verschui
ving van restaureren naar onderhouden, tevens
meer onderhoudsgerichte producten aanbie
den. Het lijkt me dan ook logisch dat we naar
kleinere leningsbedragen toegaan. Het maat
schappelijk rendement is natuurlijk hoog, als
het je inderdaad lukt alle monumenten in een
goede staat te krijgen. Het kost dan minder om
ze blijvend in die goede conditie te houden.'
Ingrepen blijven nodig
'Bij bepaalde categorieën monumenten zullen
om de zoveel tijd grote ingrepen nodig blijven.
Ik denk dan specifiek aan zaken als functiever
andering om het monument te behouden. Voor
het Restauratiefonds houdt dit geen wezenlijk
andere rol in dan we op dit moment hebben:
met zo weinig mogelijk subsidiegeld toch een
zodanige financiële prikkel geven, datje
daarmee de eigenaar verleidt om te investeren.
Want dat is en blijft natuurlijk de truc; uitein
delijk is ons geld toch 'trigger money', stimule
ringsgeld zeg maar.'
Zonder extra bijdragen in het fondskapitaal
loopt het Restauratiefonds nog steeds de kans
dat straks ook hier wachtlijsten ontstaan. 'We
mogen als monumentsector niet vergeten, dat
de restauratieachterstand nog niet is wegge
werkt Er is nog een tekort van zeker 134
miljoen, en dan reken ik de gemiste inflatiecor
rectie van de afgelopen jaren nog maar even
niet mee. Natuurlijk, we hebben al een behoor
lijke inhaalslag gemaakt, maar er zal toch nog
het een en ander moeten gebeuren om de doel
stellingen van het Strategisch Plan
Monumentenzorg te realiseren. In dat licht ben
ik zeer gelukkig dat er dit jaar weer 100 miljoen
euro extra beschikbaar is gekomen. Ik hoop dat
dit een eerste stap is om eindelijk het wegwer
ken van de restauratieachterstand af te ronden.'
Een voormalige burgemeesterswoning, midden
in de plaats, een prachtige, klassieke bouw en
heel veel ruimte. Vanaf het begin zijn we bezig
geweest het huis weer in goede staat te
brengen.
'Anderhalf jaar geleden is het huis op de
gemeentelijke monumentenlijst gezet. In
eerste instantie was ik daar niet zo gelukkig
mee. Het was het bekende verhaal dat je niets
meer mag doen zonder toestemming van de
gemeente, terwijl daar weinig of niets
tegenover staat. Dat beeld werd nog eens
versterkt doordat wij na een vraag over
gevelrestauratie werden geconfronteerd met
een monumentencommissie die wilde bepalen
welke kleur voeg er mocht worden gekozen.
Toen heb ik een nogal boos telefoontje
gepleegd dat ik het prima vind als de
monumentencommissie adviseert, maar dat de
commissieleden niet moeten vergeten dat
degene die betaalt ook bepaalt. Tegenover alle
regels kon de gemeente immers geen subsidie
of financiële bijdrage stellen.
Op het moment dat ons huis gemeentelijk
monument werd, wisten we niet wat er moge
lijk was aan subsidies of goedkope hypotheken.
Daar komt bij dat de gemeente op dat moment
nul euro in kas had voor de monumentenzorg.
Inmiddels is ze druk bezig een fonds daarvoor
op te bouwen. Gelukkig informeerden de
ambtenaren ons wel over de goedkope leningen
via het Restauratiefonds en het Prins Bernhard
Cultuurfonds. Toen ik hierover kwam praten,
kreeg ik ook alle support van de gemeente.
Ambtenaren hebben me geholpen met het
invullen van papieren. Dat kost veel tijd. In
totaal hebben we een lening van 3 8.000 euro
aangevraagd, die we voornamelijk wilden
besteden aan nieuw voegwerk.
Als ik nu terugkijk op wat er is gebeurd, dan
Leo van der Wouw is tevreden over de
Cultuurfondsfinanciering. Foto Nationaal
Restaura tie fonds
kosten dit soort restauraties veel tijd en moeite,
maar ze zijn het waard. De gemeente heeft zich
steeds coöperatief getoond. Onder het motto:
bereid je voor op een papierwinkel, maar als
alles eenmaal is goedgekeurd heb je te maken
met een uitstekende regeling via het
Cultuurfonds voor Monumenten, waardoor je
in ieder opzicht veel goedkoper uit bent.
Leo van der Wouw woont sinds 1995 met vrouw
en twee kinderen in een herenhuis in Berlicum
gemeente Sint-Michielsgestel.
Restaureren: Eind goed al goed