Directeur Restauratiefonds Pieter Siebinga
Mr. Pieter Siebinga is sinds 1 juni 2005 de nieuwe directeur van
het Nationaal Restauratiefonds. Doelstelling van het Restauratie
fonds is het bevorderen van het herstel en behoud van
monumenten door het verlenen van financieringsfaciliteiten en
het geven van voorlichting. Siebinga volgt drs. Ab Weigraven op,
die sinds de start in 1985 leiding gaf aan het Restauratiefonds.
'De komst van het Restauratiefonds in 1985 was de eerste stap
in de beweging van subsidiëren naar financieren. Een stap die
destijds vooral uit financiële nood werd geboren.'
december 2005
Heemschut
23
'De achterliggende filosofie was,' vertelt
Siebinga, 'dat je met een uitgekiende mix van
financiële en fiscale faciliteiten - subsidie,
garantie, goedkope financiering, fiscale aftrek -
uiteindelijk minder subsidiegeld nodig hebt
dan wanneer je als overheid alleen de traditio
nele subsidie a fonds perdu verstrekt.' Of, zoals
de voorzitter van het Nationaal Restauratie
fonds, prof. mr. Pieter van Vollenhoven het
altijd verwoordt: 'Wij kregen de opdracht mee
om van één subsidiegulden twee subsidiegul
dens te maken'. Of dat over de gehele linie is
gelukt, weet Siebinga niet, maar: 'Het komt
zeker in de buurt.'
Duurzame financiering
Er kwam een Revolving Fund, dat dienst is
gaan doen als duurzaam financieringsinstru
ment voor de monumentenzorg. 'Al in 1987
kwam mijn voorganger Ab Weigraven tot de
uitspraak dat als de voorziene ontwikkeling en
het tempo van de groei zou aanhouden, er een
moment zou komen dat de overheid de voeding
van het Revolving Fund zou kunnen stoppen en
we dus grotendeels zelfvoorzienend zouden
worden. Hierin schuilen twee heel wezenlijke
elementen: enerzijds datje met elke subsidie
euro meer kan doen, anderzijds dat je op
termijn een duurzame financieringsoplossing
creëert. Dit laatste betekent dat de monumen
tenzorg zich als het ware los kan maken van de
waan van de dag, van de politieke discussie.
Want als je daar wat ongelukkig in verzeild
raakt, kan je met één pennenstreek zomaar de
helft van je budget kwijt zijn. Het kardinale
voordeel van deze oplossing is dat je op termijn
kunt zeggen: in alle goede, maar ook in moei
lijke tijden hebben we in elk geval de financie
ring van een deel van ons culturele erfgoed
veilig gesteld. Dit gedachtegoed en de prakti-
Pieter Siebinga. Foto Nationaal
Resta ura tie fonds
sche invulling daarvan is een enorme sprong
voorwaarts geweest, en het heeft ook model
gestaan voor een soortgelijke aanpak in
bijvoorbeeld het natuurbeleid en de stedelijke
vernieuwing. De gewenste situatie van een
Revolving Fund dat groot genoeg is hebben we
jammer genoeg echter nog steeds niet bereikt.'
'Feitelijk is er door de jaren heen een beweging
in gang gezet, waarbij subsidiepercentages
langzaam minder werden, gekoppeld aan een
verdere verschuiving naar de inschakeling van
innovatieve financieringsinstrumenten.
Inmiddels zitten we in het kader van de
komende instandhoudingsregeling (Brim) in
een situatie, waarin het principe van subsidie a
fonds perdu helemaal is verdwenen voor eige
naren van woonhuizen en van boerderijen die
hun agrarische functie verloren hebben. Het is
ook altijd de bedoeling geweest om subsidie
uiteindelijk te vervangen door laagrentend
lenen en zo van het Restauratiefonds een finan-
Naast het Revolving fund voor rijksmonu
menten beheert het Restauratiefonds
tevens lokale Revolving funds voor
gemeenten als Rotterdam, Schiedam,
Deventer en Dordrecht. Samen met het
Prins Bernhard Cultuurfonds ontwikkelt
het fonds daarnaast provinciale
Cultuurfondsen voor Monumenten voor
het behoud van provinciale en gemeente
lijke monumenten en beeldbepalende
panden. Daarnaast biedt het Restauratie
fonds eigenaren en beheerders van monu
menten voorlichting en advies bij alle
financiële en procesmatige zaken rondom
restauratie en onderhoud.
Voor meer informatie over de producten
en diensten van het Restauratiefonds,
zie www. restauratiefonds.nl of bel met
(033)25 39 439.
cieel gedeeltelijk onafhankelijke instelling te
maken. Dat was een uitgangspunt van de minis
teries van - toen nog - WVC én Financiën.
Vanzelfsprekend gaat die financiële zelfstan
digheid niet in zijn geheel op, maar voor een
heel grote categorie monumenten - woonhui
zen en boerderijen met in de regel particuliere
eigenaren - is dit zeer zeker het geval. En dat is
toch bijna tweederde van het bestand aan rijks
monumenten.'
Ontwikkelkracht
Het Nationaal Restauratiefonds besloot niet
slechts een deel van de restauratiekosten te
subsidiëren, maar liever een totaaloplossing
voor de financiering van de restauratie aan te
bieden voor particuliere eigenaren. 'Die totaal
financiering is het springlevende bewijs gewor
den van onze ontwikkelkracht. Ook vanuit het
perspectief van de monumenteigenaar is de rol
van het Restauratiefonds in de afgelopen
20 jaar veranderd. Voorheen zette je wel een
deel van de subsidie om naar leningen, maar je
voorzag daarmee nog steeds maar in een deel
van de restauratiekosten. Toen kwam je als
eigenaar bij ons wat geld ophalen en moest je
het verder zelf maar uitzoeken. We hebben
toen een totaaloplossing gecreëerd, waardoor
onze betekenis voor de monumenteigenaar
nadrukkelijk groter is geworden dan in het
verleden. Nü kan die eigenaar namelijk met zijn
complete financiële vraagstuk bij ons terecht.
Monumentenzorg: Financieringszorg