Heemschut
Nieuwbouw van architect Bofil bij het Burg.
De Monchyplein, Den Haag.
Tilburg beschermt oude stadskern
Tilburg gaat zijn oude stadskern bescher
men. B en W hebben besloten het voorstel
van Gedeputeerde Staten te volgen om de
oude stadskern voor te dragen als rijksbe-
schermd stadsgezicht.
De Rijksdienst voor de Monumentenzorg
gaat nu de aanwijzingsprocedure voorberei
den.
Het gebied omvat de oude en meest
oorspronkelijke lintbebouwing van Heuvel,
Heuvelstraat, Oude Markt,
Nieuwlandstraat en Noordstraat en de
'stadsuitbreiding', die na de aanleg van
spoorlijn en station in het gebied de
Heuvelse Akkers is ontwikkeld in de tweede
helft van de 19de eeuw en het eerste kwart
van de 20ste.
Het omvat ook twee gebieden, die al
beschermd waren in een gemeentelijk
beschermd stadsgezicht: Nieuwlandstraat/
Oude Markt en Heuvel/St.Josephstraat. Als
de rijksbescherming een feit is vervallen de
twee gemeentelijke regelingen. Het gaat bij
de bescherming vooral om de stedenbouw
kundige structuur zoals loop van de straten
en de verkaveling. De typisch Tilburgse
cultuurhistorische ontwikkeling, die sterk
afwijkt van andere binnenstedelijke situaties
en in grote lijnen nog gaaf is, vormde de
aanleiding voor de bescherming.
'Je moet inderdaad een verordening hebben
waarin dat kan, maar bij ons was dat al zo.'
Je zei aan het begin: we beschermen heel veelmaar
beschermen is voor ons niet hetzelfde als bevriezen.
'De ontwikkeling van een buurt moet mogelijk
blijven. Je neemt bij een transformatie de
karakteristieke en waardevolle dingen als
drager, die moeten mogelijk blijven.
Het gaat om begeleide transformatie. Daar
hebben we een nota over geschreven: Bouwen
en behouden in beschermde stadsgezichten.
Behoud gaat in principe voor sloop. Je mag wel
slopen, maar alleen als er goede argumenten
voor zijn. We hebben twee instrumenten, die
de status beschermd stadsgezicht inhoud
moeten geven: het conserverend bestemmings
plan en een verscherpt welstandstoezicht. We
maken cultuurhistorische orde-kaarten en
onderscheiden daarop orde-1 en orde-2 straten.
De orde-1 straten bezitten de allerhoogste
architectonische en stedenbouwkundige kwali
teit en zijn als het ware de dragers van het stads
gezicht. In de orde-1 straten dient bij sloop
zoveel mogelijk het oude gevelbeeld terugge
bracht te worden. Er is dus in hoge mate sprake
van gevelbescherming, te regelen in het conser
verend bestemmingsplan. Voor orde-2 straten
geldt verscherpt welstandstoezicht, de architec
tuur hoeft niet historiserend te zijn, maar moet
zich wel naadloos voegen in de omgeving.'
Hoogbouw
Interessant is, dat Valentijn in de oude binnen
stad bij vernieuwing meer mogelijk vindt dan in
een homogene wijk als de Archipelbuurt.
'In gebieden die door de eeuwen heen zijn
gebouwd en waar je een heel pluriform beeld
hebt, kun je vrij makkelijk met nieuwe invullin
gen komen. In een homogene buurt met een
grote architectonische samenhang is dat moei
lijker en moet je strenger zijn.'
Hoe zit het met de toenemende hoogbouwdie in
Den Haag oprukt. Ook in kwetsbare gebieden?
'Die torens liggen, zoals het hoogbouw-
complex de Resident, net buiten het beschermd
stadsgezicht Centrum. Bij de planning is wel
heel bewust rekening gehouden met de positio
nering van de torens ten opzichte van bijvoor
beeld de zichtassen naar Binnenhof en Plaats.
Overigens is het maar de vraag of het erg is als
je goed ogende torens ziet vanaf bijvoorbeeld
de Lange Vijverberg. De torens zijn in
baksteen opgetrokken en hebben referenties
naar de Hollandse architectuur. Je kijkt vanuit
de binnenstad niet aan tegen een groot, massief
blok maar tegen slanke, transparante hoog
bouw.'
En wat moeten we met die lelijke kolossen
Binnenlandse Zaken en Justitie?
'Die worden gesloopt. De planvorming wordt
opgehouden door bewoners van de
Zwarte Madonna, die ook moet wijken voor
nieuwe, vervangende hoogbouw maar die sloop
gaat wel door.' De Duitse architect Kolhoff, in
ons land bekend van zijn prachtige gebouw in
Amsterdam op het KNSM-eiland, gaat de
nieuwe ministerie-gebouwen ontwerpen.
Je houdt die ontwikkeling van hoogbouw niet
tegen. Het kan ook een verbetering van de situ
atie opleveren. Als er maar veel aandacht wordt
besteed aan de plinten, die levendig moeten
zijn, en de top, die een mooie bekroning moet
vormen. En wat die kolossen van BiZa en
Justitie betreft: Wij vinden die misschien lelijk,
jongeren kijken daar straks misschien wel
anders tegenaan. Maar goed, ze gaan weg
hoor.'
Ypenburg
Een paar jaar geleden heeft Den Haag stukken
landelijk gebied geannexeerd van
Leidschendam, Rijswijk en Nootdorp voor
woningbouw en bedrijfsterreinen. Hier worden
de Vinex-locaties Ypenburg en Leidschenveen
ontwikkeld. Den Haag voelt zich nu ook verant
woordelijk voor het behoud van belangrijke
cultuurhistorische waarden in dit gebied
en wil met name de oude dijkstructuren zoals
Westvlietweg en Veenweg als historische linten
herkenbaar in de verstedelijking van dit gebied
opnemen. De Vinex-wijken krijgen daardoor
een herkenbare historische gelaagdheid. Enkele
boerenhoeven, een arbeiderswoning en een
landhuis in dit gebied zijn inmiddels op de
gemeentelijke monumentenlijst geplaatst.
Mobiel
En het mobiele erfgoed mag zich ook op de
belangstelling van de gemeente verheugen.
Den Haag bezit al 20 roerende monumenten
en dat aantal is onlangs uitgebreid met vier
autobussen uit de jaren '60, '70 en '80 van de
Haagse Tram Maatschappij. Er werden al
historische trams beschermd. De voertuigen
bevinden zich in de oude tramremise aan de
Parallelweg, zelf een rijksmonument. De
gemeente subsidieert het onderhoud van trams
en bussen door twee stichtingen.
Daar kan een monumentenstad als Amsterdam
een voorbeeld aan nemen.
Drs. Jaap Kamerling is journalist cultureel erfgoed
in Amsterdam
december 2005
17
siiiï
A