Negenhonderd jaar cultuur
Kanjers in de steigers
Bezit of bewoont u een
rijksmonument?
'Toegewijd
aan de dienst
van God'
oktober 2005
Service
39
De cd biedt heel veel informatie
die bij de recente inventarisatie is
vergaard. Ondanks dat die inven
tarisatie met zorg en toewijding is
uitgevoerd, is ze vanwege een aantal
belemmerende omstandigheden
niet voor de volle honderd procent
succesvol..Uiteindelijk is ongeveer
50% van de provincie volledig in
kaart gebracht. Er is in de toe
komst dus nog werk te verrichten.
Het boek leent zich helaas niet als
gids bij het uitstippelen van een
route. Kaartmateriaal ontbreekt
volledig en ook de registers zijn
niet toereikend.
Ad Bokhorst
A.M.J.A. Berkvens (inl.),
6Toegewijd aan de dienst van
God\ Facetten van 900jaar
Kloosterrade/Rolduc(deel 140
van de Publications de la
Société Historique et
Archéologique dans le
Limbourg Maastricht 2004,
430 p., ISSN 0167 6652
Het eerbiedwaardige Limburgs
Geschied- en Oudheidkundig
Genootschap geeft sinds jaar en
dag een jaarboek uit. De officiële
benaming herinnert aan zijn
oorsprong in het nog sterk Frans
georiënteerde Maastricht van
1863. Deze aflevering is gewijd
aan wat in de loop der eeuwen
gebeurd is in het oord nabij
Kerkrade. Daar ontkiemde in
1104 een abdij van Augustijner
Kanunniken, die bezweek in de
stormen van de Franse Revolutie.
Daarna is het altijd een centrum
van geestelijk leven gebleven.
Tegenwoordig is in een deel van
de voormalige abdijgebouwen een
rooms-katholiek instituut voor de
opleiding van priesters gevestigd.
In de tekst ligt de nadruk op het
Rolduc uit de periode 1843 -1946
toen er een kostschool gevestigd
was die aanstaande priesters
opleidde voor het bisdom
Roermond, maar ook leerlingen
uit geheel Nederland trok die niet
voor het priesterschap waren
bestemd. Vele later nationaal
bekende figuren ontvingen er een
gedegen middelbare opleiding,
met name diverse cultuurdragers
als Karei Alberdingk Thijm, later
befaamd als de 'Tachtiger'
Lodewijk van Deyssel die er tussen
1875 en 1878 de lessen volgde.
Voor de lezers van Heemschut zal
het boek waarschijnlijk vooral
interessant zijn vanwege het zeer
uitgebreide hoofdstuk betreffende
archivalia en literatuur dat vrijwel
de gehele geschiedenis na 1104
bestrijkt. Het bevat alleen al
anderhalve bladzijde over de mijn
bouw tot 1795: de abdij exploi
teerde de eerste kolenmijn in
Nederland Voor wie kunsthisto
risch is geïnteresseerd is wellicht
van belang een hoofdstuk over
negen graftekens in de voormalige
abdijkerk, het ligbeeld voor de in
1226 gestorven Hertog Walram II
van Limburg (dat overigens pas uit
1715 dateert) en de grafzerken van
negen abten uit de 16e tot en met
18e eeuw.
Philip Bosscher
Benno van Tilburg/ Ben de
Vries/ Rudolf van Suchtelen
van de Haare, 66 Kanjer-
monumenten, Zwolle/Zeist
(Waanders/Rijksdienst voor de
Monumentenzorg) 2005, 304 p.
[ISBN 90 400 9042 4].
Het rijk heeft sinds 1996 extra
middelen vrijgemaakt voor de
restauratie van een aantal monu
menten die Fons Asselbergs in zijn
inleiding tot deze uitgave typeert
als 'bakens in ons cultuurland
schap' en die meestal meer popu
lair worden aangeduid als
'kanjers'. In dit boek passeren de
revue de 66 objecten waarvoor tot
nu toe extra geld beschikbaar is
gekomen (dit is overigens geleend
van het Nationaal Restauratie
fonds). Het grote voordeel van
deze wijze van financiering is dat
het geld direct beschikbaar komt
en daardoor veel minder vertra
ging bij de uitvoering van restau
ratiewerkzaamheden plaatsvindt.
Ieder van deze monumenten
wordt voorgesteld middels een
korte inleiding waarin onder meer
de geschiedenis van het object, de
gang van zaken bij restauratie en
financiering en de (toekomstige)
bestemming aan de orde komen,
alsmede door enkele zeer fraaie
kleurenfoto's.
Het gaat hierbij niet alleen om
'traditionele' monumenten zoals
middeleeuwse kerken, maar ook
om, bij voorbeeld, de Reitdiep-
sluizen in het Groningberland en
het eveneens 19e-eeuwse
Kamerlingh Onneslaboratorium
te Leiden.
Het boek is zodanig ingedeeld dat
men in één oogopslag kan zien hoe
de 'erkende kanjers' over de
diverse provincies zijn verdeeld.
Opvallend is dat de
Randstadprovincies er zeer goed
vanaf zijn gekomen, maar dat zijn
dan ook de provincies waar zich de
meeste Rijksmonumenten bevin
den.
Over de kwaliteit van de opgeno
men foto's heeft uw recensent
niets dan lof. Degenen die verant
woordelijk zijn voor de tekst
hebben echter wel diverse steken
laten vallen. Zo is het, bij voor
beeld, zeker met zo dat de pompen
van het droogdok te Hellevoetsluis
tijdens de Tweede Wereldoorlog
naar Engeland zijn gesmokkeld.
De boeiende kerk van Bleijs te
Schiedam (eigenlijk Kethel)
verving uiteraard geen 'schuilkel
der' maar een schuil- of huiskerk.
Aardig zou zijn geweest wanneer
van de kerk in het Zeeuwse
Kapelle vermeld was, dat deze vele
jaren bediend is door de vader van
Annie M. G. Schmidt.
Philip Bosscher
Meindert Stokroos,
Monumenten in gebruik.
Gids voor bezitters van rijks
monumenten's-Gravenhage
(SDU uitgevers) 2004, 184 p.
Dit boekje is inderdaad wat het
pretendeert te zijn. De bezitter -
of bewoner - van een rijksmonu
ment vindt er van alles in dat voor
hem van groot nut kan zijn. Een
inleidend hoofdstuk is vooral van
belang omdat het heldere defini
ties geeft van kernbegrippen als
monument, Monumentenwet en
monumentenlijst. Even helder en
zakelijk wordt daarna aangegeven
wat onderhoud en restauratie in
theorie en praktijk betekenen. Na
introductie van de begrippen
bouwtechnisch en bouwhistorisch
onderzoek volgt de behandeling
van de diverse constructieve en
decoratieve elementen van een
woonhuis, beginnende bij gevels
en bouwmuren. Daarbij wordt
veel aandacht besteed aan de
mogelijke oorzaken van verval,
dan wel schade en de bestrijding
daarvan. Hoofdstuk 9 is in feite
het slothoofdstuk en gaat uitge
breid in op de financiële aspecten
van de restauratie van een monu
ment. In de bijlagen vindt men
onder meer de volledige tekst van
de Monumentenwet.
Hoewel de auteur een levendige
trant van schrijven heeft, zou dit
werk van zijn hand toch na lezing
de saaie indruk kunnen achterla
ten die beklijft als bij zoveel publi
caties, waarbij het in wezen vooral
gaat om de interpretatie van
wetten en overheidsvoorschriften.
Dat dit hier niet het geval is
danken wij niet alleen aan het
schrijftalent van Stokroos, maar
ook aan de uitstekend gekozen
zwart-wit illustraties.
Philip Bosscher
Facetten van 900 jaar
Kloosterrade- Rolduc
ijif A
nier»
onur
entei